SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
6 décembre 2013 6 december 2013
________________
Question écrite n° 5-10539 Schriftelijke vraag nr. 5-10539

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Sédation palliative -Médicaments - Disponibilité - Surplus - pharmaciens - Kits et équipes palliatifs Palliatieve sedatie - Medicatie - Beschikbaarheid - Overschotten - Apothekers - Palliatieve kits en teams 
________________
soins palliatifs
répartition géographique
médicament
pharmacie
palliatieve zorg
geografische spreiding
geneesmiddel
apotheek
________ ________
6/12/2013Verzending vraag
30/1/2014Antwoord
6/12/2013Verzending vraag
30/1/2014Antwoord
________ ________
Question n° 5-10539 du 6 décembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10539 d.d. 6 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La sédation palliative à domicile doit être initiée en présence du médecin traitant. Les médicaments requis, qui nécessitent une ordonnance, sont délivrés en officine. Celle-ci disposent généralement d'un stock ou peut commander le médicament à bref délai. En cas de besoin, le week-end ou les jours fériés, on peut s'adresser à une pharmacie de garde. Cependant, des situations particulièrement urgentes se présentent, par exemple lorsque les médicaments nécessaires pour une sédation palliative aiguë ne se trouvent pas en stock ou que le médecin traitant n'est pas disponible. Il faut alors trouver un autre moyen de se procurer la substance de sédation palliative aiguë. Cela peut aussi conduire à une utilisation abusive de surplus éventuels. Le Réseau flamand des pharmaciens (Vlaams Apothekers Netwerk) a formulé diverses propositions visant à assurer la disponibilité à temps du produit. Il préconise entre autres une gestion locale ; chaque équipe palliative se concerterait avec les pharmacies de son secteur et se verrait adjoindre un pharmacien.

Voici mes questions :

1) La ministre peut-elle m'indiquer à quelle fréquence des surplus de médicaments de sédation palliative sont ramenés à la pharmacie ? Des chiffres annuels pour ces cinq dernières années, ventilés par région, sont souhaités.

2) Que pense la ministre de l'adjonction éventuelle d'un pharmacien à chaque équipe palliative ?

3) Quelle solution la ministre voit-elle pour garantir que le kit palliatif contienne suffisamment de substances sédatives ?

4) Le Réseau flamand des pharmaciens demande également d'élargir dans les officines le stock minimum de médicaments injectables, en vue d'assurer leur disponibilité à tout moment. Que pense la ministre de cette proposition ?

 

Palliatieve sedatie in de thuissituatie dient te worden opgestart in aanwezigheid van de behandelende arts. De medicatie die bij deze sedatie nodig is moet op voorschrift worden afgeleverd via de officina apotheken. Die beschikken meestal over de nodige voorraad of kunnen de medicatie snel via levering laten komen. Tijdens het weekend of op feestdagen kan men zich bij noodgevallen beroepen op een apotheek van wacht. Toch doen er zich nog steeds uitzonderlijk dringende situaties voor, bijvoorbeeld wanneer de nodige medicatie niet voorradig is voor acute palliatieve sedatie of de behandelende arts niet beschikbaar is. Het is dan zoeken naar verschillende mogelijkheden om bij deze acute palliatieve sedatie een tijdige beschikbaarheid van de nodige medicatie te voorzien. Bij moeilijkheden kan dit ook leiden tot het oneigenlijk gebruik van eventuele overschotten wanneer dergelijke noodgevallen zich voordoen. Het Vlaams Apothekers Netwerk deed dan ook enkele voorstellen om de nodige medicatie tijdig beschikbaar te stellen. Ze pleiten onder meer voor een lokale aanpak waarbij elke palliatieve equipe overlegt met de apothekers van de regio en er een apotheker toegevoegd wordt aan elke equipe.

Ik had volgende vragen:

1) Kan de geachte minister mij zeggen hoe vaak er overschotten van palliatieve sedatie worden teruggebracht naar de apotheek? Graag had ik deze cijfers van de voorbije vijf jaar, opgesplitst per jaar en per gewest.

2) Hoe staat de minister tegenover de toevoeging van een apotheker aan elke palliatieve equipe?

3) Welke oplossing ziet de minister opdat er voldoende verdovende middelen aanwezig zouden zijn in de palliatieve kit?

4) Het Vlaams Apothekers Netwerk is ook vragende partij om de verplichte voorraad inspuitbare geneesmiddelen in de officina uit te breiden om zo de tijdige beschikbaarheid van medicatie te garanderen. Wat vindt de minister van dit voorstel?

 
Réponse reçue le 30 janvier 2014 : Antwoord ontvangen op 30 januari 2014 :

1. Tous les patients, qui utilisent ou non des médicaments qui sont délivrés par le biais des officines pharmaceutiques dans le cadre de soins palliatifs à domicile, peuvent à tout moment rapporter à l’officine pharmaceutique leurs médicaments périmés et non utilisés en vue de leur destruction, conformément à l’art. 13 de l’arrêté royal du 21 janvier 2009 portant instructions pour les pharmaciens.

Au niveau de l’officine ouverte au public, la traçabilité des produits euthanasiants est assurée par le fait que le pharmacien doit conserver pendant cinq ans les documents commerciaux qui justifient ses achats et pendant dix ans les ordonnances sur base desquelles il les a délivrés. Le médecin ne doit pas rapporter le surplus de produit létal après l’euthanasie, même si le pharmacien doit collecter et éliminer les médicaments périmés ou non utilisés par les patients.

Cela explique que nous ne disposons pas de statistiques relatives au retour des produits létaux.

2. Une équipe de soutien est une équipe pluridisciplinaire, spécialisée en soins palliatifs. Elle intervient au domicile du patient, en seconde ligne. Elle suggère des pistes quant à la gestion de la douleur et à la qualité de vie, et peut apporter un soutien psychologique au patient, à son entourage et aux soignants. Il existe 28 équipes de soutien à domicile (ES) qui émargent de l’Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) dont 15 en Communauté Flamande.

Dans la composition actuelle d’une équipe de soins palliatifs, un pharmacien n’est pas prévu, la fonction de ces équipes étant d’agir en 2e ligne et non de prester au chevet du patient. Je ne prévois pas de revoir la législation concernant ces équipes dans la mesure où la Réforme de l'État en cours prévoit leur transfert vers les entités fédérées.

En outre, en Belgique, la délivrance de médicaments doit, pour être légale, toujours se faire par le pharmacien. Le patient peut en outre choisir librement son pharmacien.

3. Dans la législation fédérale en matière de médicaments, la détention d’un kit de soins palliatifs et l’éventuel contenu de celui-ci, ne sont pas réglementés.

4. Jusqu’à présent, aucune demande ne m’a été transmise par le Vlaams Apothekers Netwerk afin d’élargir le stock obligatoire de médicaments injectables dans les officines pharmaceutiques. Actuellement, seuls les médicaments, dispositifs médicaux et matières premières repris en annexe II de l’arrêté royal précité du 21 jaanvier2009 doivent obligatoirement être présents dans une officine pharmaceutique.

1. Alle patiënten, die al of niet door officina-apotheken in het kader van de palliatieve thuiszorg afgeleverde geneesmiddelen gebruiken, kunnen op elk moment hun vervallen of ongebruikte geneesmiddelen naar de apotheek terugbrengen om die te laten vernietigen, overeenkomstig artikel 13 van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers.

Op het vlak van de voor het publiek opengestelde officina wordt de traceerbaarheid van de euthanaserende producten verzekerd doordat de apotheker de commerciële stukken die zijn aankopen bewijzen gedurende vijf jaar en de voorschriften op basis waarvan hij ze heeft afgeleverd gedurende tien jaar moet bewaren. De arts moet het overschot van het dodelijke product na de euthanasie niet terugbrengen, zelfs indien de apotheker de door die patiënten ongebruikte of vervallen geneesmiddelen moet verzamelen en vernietigen.

Dat verklaart waarom wij niet over statistische gegevens betreffende het terugbrengen van dodelijke producten beschikken.

2. Een begeleidingsteam is een in palliatieve zorg gespecialiseerd multidisciplinair team. Het treedt bij de patiënt thuis op, in tweede lijn. Het geeft suggesties rond pijnbeheersing en levenskwaliteit, en kan de patiënt, de mantelzorgers en de verzorgenden een psychologische steun bieden. Er bestaan 28 thuisbegeleidingsteams (BT) die door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) worden betaald, waarvan 15 in de Vlaamse Gemeenschap.

In de huidige samenstelling van een palliatieve equipe is niet in een apotheker voorzien, aangezien die teams bedoeld zijn om in tweede lijn op te treden en niet aan het bed van de patiënt. Ik ben niet van plan om de wetgeving over die teams te herzien, daar de lopende staatshervorming in hun overheveling naar de deelgebieden voorziet.

Om wettelijk te zijn moet in België de aflevering van geneesmiddelen altijd door een apotheker gebeuren. De patiënt kan bovendien zijn apotheker vrij kiezen.

3. In de federale wetgeving inzake geneesmiddelen zijn het houden van een palliatieve kit en de eventuele inhoud ervan niet gereglementeerd.

4. Het Vlaams Apothekers Netwerk heeft mij tot op heden niet gevraagd om de verplichte voorraad van inspuitbare geneesmiddelen in de apotheken uit te breiden. Thans moeten alleen de geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en grondstoffen uit de bijlage II van het voornoemde koninklijk besluit van 21 januari 2009 in een apotheek aanwezig zijn.