SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
29 novembre 2013 29 november 2013
________________
Question écrite n° 5-10484 Schriftelijke vraag nr. 5-10484

de Sabine Vermeulen (N-VA)

van Sabine Vermeulen (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
le gardiennage privé contre la piraterie de private bewaking tegen piraterij 
________________
sécurité et gardiennage
piraterie
beveiliging en bewaking
piraterij
________ ________
29/11/2013Verzending vraag
13/2/2014Antwoord
29/11/2013Verzending vraag
13/2/2014Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3866
Aussi posée à : question écrite 5-10483
Requalification de : demande d'explications 5-3866
Aussi posée à : question écrite 5-10483
________ ________
Question n° 5-10484 du 29 novembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10484 d.d. 29 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

C'est en janvier 2013 que la loi portant diverses mesures relatives à la lutte contre la piraterie maritime a été adoptée. Elle vise à autoriser les activités de surveillance, protection et sécurisation des navires portant pavillon belge dans les zones maritimes présentant de grands risques de piraterie.

Les premiers arrêtés royaux sont parus au Moniteur belge en février et mars.

Une nouvelle série d'arrêtés a été publiée le 11 juin 2013 mais la loi n'est toujours pas en vigueur entre autres parce que les arrêtés sur les conditions de formation et les conditions relatives à l'enquête psychotechnique n'ont toujours pas été publiés.

Voici mes questions à ce sujet.

1) Combien d'arrêtés royaux doivent-ils encore être ratifiés ?

2) On peut lire à l'article 31 de la loi : « Dès la date d'entrée en vigueur de la présente loi et jusqu'à la date d'entrée en vigueur des arrêtés prévus dans le chapitre IIIter de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière, un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres peut exceptionnellement autoriser, à la demande expresse d'un propriétaire ou d'un exploitant inscrit, de recourir, pour un voyage ou plusieurs voyages ou pour une période limitée, à une entreprise de sécurité maritime qui répond aux conditions prévues à l'article 13.18, alinéa 4 et à l'article 13.20, § 1er, 1° à 3°, a), 4°, 5°, a) et b) de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière et à l'article 3, 1°, et l'article 6, 2° à 9°, de la présente loi.

L'arrêté royal visé à l'alinéa 1er peut prévoir des conditions complémentaires relevant du champ d'application des arrêtés royaux prévus dans le chapitre IIIter de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière. »

En attendant l'entrée en vigueur de la loi, à combien d'exploitants le gouvernement a-t-il donné l'autorisation de recourir à une une entreprise de sécurité maritime ?

 

In januari 2013 werd de wet houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij gestemd. Deze wet strekt ertoe om activiteiten van toezicht, bescherming en beveiliging van schepen die de Belgische vlag voeren toe te staan in zeegebieden waar er een hoog risico is op piraterij.

De eerste KB's verschenen in het Staatsblad in februari en maart.

Een volgende reeks verscheen op 11 juni 2013, maar de wet is nog steeds niet van kracht onder meer omwille van het ontbreken van de KB's over de opleidingsvereisten en de voorwaarden inzake psycho-technisch onderzoek.

Hierover aan u de volgende vragen.

1) Hoeveel KB's moeten nog effectief bekrachtigd worden?

2) In Art. 31 van de wet staat: "Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet en tot aan de datum van inwerkingtreding van de besluiten voorzien bij hoofdstuk IIIter van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, kan een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad uitzonderlijk, op het uitdrukkelijk verzoek van een geregistreerde eigenaar of exploitant, toestaan een beroep te doen, voor een of meerdere reizen, of voor een beperkte periode, op een maritieme veiligheidsonderneming die beantwoordt aan de voorwaarden bepaald bij artikel 13.18, vierde lid, en artikel 13.20, § 1, 1° tot 3°, a), 4°, 5°, a) en b) van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en bij artikel 3, 1°, en artikel 6, 2° tot 9°, van deze wet.

Het in het eerste lid bedoelde koninklijk besluit kan aanvullende voorwaarden bevatten binnen het toepassingsgebied van de Koninklijke besluiten bepaald in hoofdstuk IIIter van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid."

Aan hoeveel exploitanten heeft de regering ondertussen, zonder dat de wet van kracht is, toestemming gegeven om beroep te doen op een maritieme veiligheidsonderneming?

 
Réponse reçue le 13 février 2014 : Antwoord ontvangen op 13 februari 2014 :

La loi du 16 janvier 2013 portant diverses mesures relatives à la lutte contre la piraterie maritime est entrée en vigueur le 30 janvier 2013. Celle-ci a nécessité au total sept arrêtés d’exécution qui sont tous actuellement en vigueur.

Sous le régime provisoire qui était appliqué en attendant que tous les arrêtés d’exécution soient pris, la permission a été accordée à quatre sociétés d’armateurs différentes de faire appel à une entreprise de sécurité maritime.

En outre, le régime provisoire a actuellement pris fin et le régime définitif est en vigueur. Par conséquent, une demande sous le régime provisoire émanant d’une société d’armateurs ou d’un exploitant n’est plus admissible.

Pour votre parfaite information, quatre entreprises ont introduit une demande sous le régime définitif. Mon administration met tout en œuvre pour compléter ces dossiers afin qu’une décision y relative puisse également être prise dans les meilleurs délais.

De wet van 16 januari 2013 houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij is in werking getreden op 30 januari 2013. Hiervoor waren in totaal zeven uitvoeringsbesluiten nodig die thans allemaal van kracht zijn.

Onder het voorlopige regime dat van toepassing was in afwachting dat alle uitvoeringsbesluiten genomen waren, werd de toelating verleend aan vier verschillende rederijen om een beroep te doen op een maritieme veiligheidsonderneming.

Bovendien is thans een einde gesteld aan het transitoir regime en is het definitieve regime van kracht. Bijgevolg kan een verzoek onder het voorlopige regime vanwege een rederij of exploitant niet meer aanvaard worden.

Voor uw volledige informatie, vier ondernemingen hebben een aanvraag ingediend onder het definitieve regime. Mijn administratie stelt alles in het werk om deze dossiers te vervolledigen zodat ook hier zo spoedig mogelijk een desbetreffende beslissing genomen kan worden.