SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2013-2014 | Zitting 2013-2014 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
6 novembre 2013 | 6 november 2013 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-10316 | Schriftelijke vraag nr. 5-10316 | ||||||||
de Marie Arena (PS) |
van Marie Arena (PS) |
||||||||
à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances |
aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Le déblocage de subsides en faveur de la prévention de la radicalisation à Vilvorde | Het vrijgeven van een subsidie voor de preventie van radicalisering in Vilvoorde | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
intégrisme religieux extrémisme finances locales radicalisation |
religieus conservatisme extremisme lokale financiën radicalisering |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Requalification de : demande d'explications 5-3994 | Requalification de : demande d'explications 5-3994 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-10316 du 6 novembre 2013 : (Question posée en français) | Vraag nr. 5-10316 d.d. 6 november 2013 : (Vraag gesteld in het Frans) | ||||||||
Début septembre, la presse relayait le déblocage, par le SPF Intérieur, de 50 000 euros de subsides visant à engager un fonctionnaire en prévention de la radicalisation à Vilvorde. Cette intervention financière fait suite au départ d'une vingtaine de jeunes, habitant Vilvorde, en Syrie. Et s'inscrit dans la lignée de ce qui a été fait à Maline, il y a peu. Madame la Ministre, mes questions sont les suivantes : 1) Cette démarche s'inscrit-elle dans un plan de prévention plus large ? Si oui, lequel ? Et quels seraient les critères d'élection des communes concernées par les subsides ? 2) Quel sera, concrètement, le travail de ce fonctionnaire ? |
Begin september berichtte de pers over de subsidie van 50 000 euro die de FOD Binnenlandse Zaken heeft vrijgegeven voor de indienstneming van een preventieambtenaar radicalisering in Vilvoorde. Deze financiële tegemoetkoming kwam er nadat een twintigtal jongeren uit Vilvoorde naar Syrië waren vertrokken. Ze ligt in de lijn van wat onlangs in Mechelen werd gedaan. Ik heb volgende vragen: 1) Past deze maatregel in een ruimer preventieplan? Zo ja, welk plan? Wat zijn de selectiecriteria voor de gemeenten die een beroep doen op deze subsidies? 2) Wat zal het werk van deze ambtenaar concreet inhouden? |
||||||||
Réponse reçue le 24 février 2014 : | Antwoord ontvangen op 24 februari 2014 : | ||||||||
1. En marge de la prévention de la radicalisation violente, un soutien financier sera offert en 2013 aux villes et communes suivantes : Anvers, Malines, Vilvorde, Liège et Bruxelles. L’octroi de ce subside s’inscrit dans le cadre de l’arrêté royal du 4 septembre 2013 relatif à l'octroi d'une allocation contrat de sécurité et de société destinée aux communes ex-contrats de sécurité et de société dans le cadre de la mise en œuvre d'une politique locale de sécurité et de prévention pour l'année 2013. Une aide financière supplémentaire est octroyée pour le financement de projets pilotes dans le cadre de la prévention de la radicalisation violente dans les villes d’Anvers, Malines, Liège, Bruxelles et Vilvorde. La prévention de la radicalisation violente sera également inscrite comme une priorité au sein des prochains plans stratégiques de sécurité et de prévention. Le 19 avril 2013, le programme fédéral de prévention de la radicalisation violente a été soumis au Conseil des Ministres, au cours duquel il a été pris connaissance des lignes stratégiques de celui-ci. Le programme contient six grands piliers, dans le cadre desquels des initiatives peuvent être mises en œuvre. Un de ces piliers vise à impliquer, renforcer et soutenir les stratégies de prévention locales, pédagogiques et orientées vers les médias. Pour la mise en œuvre des mesures préventives, un rôle essentiel est dévolu aux autorités locales. Elles constituent en effet le maillon entre l’administration et le citoyen et entre l’administration, les partenaires sociaux (travailleurs de première ligne, vie associative, etc.) et les partenaires privés. L’échelon local a une meilleure vue sur les développements locaux, les signaux éventuels ou les signes avant-coureurs de la radicalisation. En outre, le niveau local est le mieux placé pour donner une réponse préventive adéquate en vue d’éviter une escalade. Il est donc essentiel que les autorités locales soient bien informées de ces phénomènes, de leur impact sur la société et de la manière d’y faire face. Elles pourront ainsi mettre sur pied des actions ciblées, donner des réponses socialement préventives aux signes avant-coureurs de la radicalisation violente et soutenir les acteurs sociaux et privés. 2. Dans le cadre de la stratégie fédérale de prévention, il sera demandé à chaque ville et commune concernée de mettre en œuvre une stratégie locale de prévention contre la radicalisation et de désigner la personne ou le service responsables afin de coordonner cette thématique. Cette personne ou ce service devront impliquer également les différentes communautés, la vie associative, ainsi que les représentants des religions lors de la mise en œuvre de l’approche, de sorte qu’ils soient responsabilisés et que l’on pourra répondre à leurs besoins et créer une assise à la prévention de la radicalisation. Une coordination efficace de la collaboration avec les différents acteurs locaux est essentielle pour aboutir à une vision unique sur les objectifs, méthodes et la répartition des tâches, ainsi que sur la clarification des missions publiques associatives et sociales en question. |
1. In de marge van de preventie van gewelddadige radicalisering zal een financiële ondersteuning worden geboden in 2013 aan de volgende steden en gemeenten: Antwerpen, Mechelen, Vilvoorde, Luik en Brussel. De toekenning van deze subsidie kadert in het koninklijk besluit van 4 september 2013 betreffende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2013. Hierin wordt een bijkomende financiële hulp toegekend voor de financiering van pilootprojecten in het kader van de voorkoming van gewaelddadige radicalisering in de steden Antwerpen, Mechelen, Luik, Brussel en Vilvoorde. Preventie van gewelddadige radicalisering zal eveneens worden ingeschreven als een prioriteit binnen de volgende Strategische Veiligheids- en Preventieplannen. Op 19 april 2013 werd het Federaal preventieprogramma gewelddadige radicalisering aan de ministerraad voorgelegd, waarbij kennis werd genomen van de strategische lijnen van het programma. Het programma bevat zes grote pijlers waarbinnen initiatieven kunnen worden ontwikkeld. Een van deze pijlers is richt zich tot het betrekken, versterken en ondersteunen van lokale, pedagogische en mediagerichte preventiestrategieën. Voor de uitwerking van preventieve maatregelen, is een belangrijke rol wegelegd voor de lokale overheden. Zij vormen immers de schakel tussen het bestuur en de burger, en tussen het bestuur, maatschappelijke (eerstelijnswerkers, verenigingsleven, enz.) en private partners. Het lokale niveau heeft het beste zicht op de lokale ontwikkelingen, op mogelijke signalen van of vroegtijdige tekens van radicalisering. Bovendien is het lokale niveau het beste geplaatst een gepast preventief antwoord te bieden ter preventie van verdere escalatie. Het is dan ook belangrijk dat lokale overheden goed op de hoogte zijn van deze fenomenen, van hun impact op de samenleving en hoe men hiermee dient om te gaan. Zij kunnen gerichte acties op touw zetten, op een sociaal preventieve wijze antwoorden bieden op vroegtijdige tekenen van gewelddadige radicalisering en maatschappelijke en private actoren hierin ondersteunen. 2. In het kader van de federale preventiestrategie zal aan elke betrokken stad en gemeente gevraagd worden om een lokale preventiestrategie tegen radicalisering uit te werken en de verantwoordelijke persoon of dienst aan te wijzen om die thematiek te coördineren. Deze persoon of dienst zal tevens de verschillende gemeenschappen, het verenigingsleven alsook vertegenwoordigers van religies moeten betrekken bij de ontwikkeling van aanpak, opdat zij kunnen worden geresponsabiliseerd, er kan worden ingespeeld op hun noden en een draagvlak kan worden gecreeërd. Een doeltreffende coördinatie van de samenwerking met de verschillende lokale actoren is belangrijk te komen tot éénzelfde visie op de doelstellingen, de methodes en de taakverdeling, evenals op de verduidelijking van de desbetreffende associatieve en sociale publieke opdrachten. |