SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
6 novembre 2013 6 november 2013
________________
Question écrite n° 5-10314 Schriftelijke vraag nr. 5-10314

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
le choix entre pompier professionnel et volontaire de keuze tussen vrijwillig brandweerman en beroepsbrandweerman 
________________
lutte anti-incendie
brandbestrijding
________ ________
6/11/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
6/11/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3920 Requalification de : demande d'explications 5-3920
________ ________
Question n° 5-10314 du 6 novembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10314 d.d. 6 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La réforme des services d'incendie vise à une meilleure organisation de ces services et à une utilisation optimale des moyens matériels et humains. Telle qu'elle est conçue, la réforme risque pourtant d'entraîner certains effets désagréables, ce qui a amené certains corps de pompiers - généralement petits - à tirer la sonnette d'alarme. Ils craignent que le fonctionnement soit mis en péril dans les petites communes.

Actuellement, il est tout à fait possible qu’un pompier soit en même temps professionnel dans un corps et volontaire dans un autre. Cela ne pose aucun problème puisque, grâce à leur service ininterrompu, les pompiers professionnels disposent souvent de beaucoup de temps libre qu'ils consacrent alors à des activités de volontaire dans leur corps local.

Lorsque la réforme sera achevée et que l'agrandissement d'échelle sera effectif grâce à la création des zones de secours, il ne sera toutefois plus permis d'exercer des activités dans deux postes d'une même zone avec un statut différent. Après la réforme, on ne pourra donc plus être pompier sous deux statuts différents. Concrètement, il faudra choisir entre la fonction de pompier professionnel et celle de volontaire.

L'organisation Brandweer Vereniging Vlaanderen (BVV) signale que cette interdiction posera surtout des problèmes dans les corps comptant beaucoup de volontaires. On craint en effet que les postes plus petits, qui sont parfois les plus proches du lieu de l'incendie, doivent donner la priorité à des postes capables d'apporter l'aide adéquate.

Je souhaiterais poser les questions suivantes à la ministre.

1) Le cumul d'une fonction de pompier professionnel dans un poste avec celle de volontaire dans un autre poste sera-t-il interdit à l'avenir ? Cette interdiction s'appliquera-t-elle uniquement au sein d'une seule et même zone de secours ou bien également entre zones ?

2) Quelle incidence la réforme aura-t-elle sur les corps locaux ? La ministre ne craint-elle pas que de nombreux volontaires doivent renoncer à leurs activités, ce qui mettrait en péril le principe de « l'aide adéquate la plus rapide » ? A-t-on tenu compte de ce risque ? Quelles en seront les conséquences ?

3) La ministre prévoira-t-elle le cas échéant une exception pour les pompiers qui aujourd'hui sont actifs simultanément comme professionnel et comme volontaire ? Des mesures transitoires s'appliqueront-elles à eux ?

4) L'arrêt obligatoire des activités de volontaire sera également synonyme d'une hémorragie financière pour de nombreux corps. Or on a beaucoup investi dans des formations, des tenues adaptées, etc. Une compensation financière sera-t-elle prévue ?

5) La ministre craint-elle comme la BVV que l'interdiction pour les pompiers professionnels de travailler comme volontaire dans un corps local fasse perdre une grande expertise ? Comment compte-t-elle le cas échéant l'éviter ?

6) La ministre prendra-t-elle des mesures supplémentaires pour veiller à ce que les différents postes disposent toujours de suffisamment de personnel ? Si oui, quelles mesures envisage-t-elle ?

 

De hervorming van de brandweer heeft als doel tot een betere organisatie van de brandweer te komen met een optimale inzet van middelen en personeel. Toch dreigt de hervorming zoals ze nu wordt uitgewerkt een aantal onaangename gevolgen met zich mee te brengen. Daarom trekken verschillende - vooral kleine - brandweerkorpsen aan de alarmbel. Ze vrezen dat de werking in kleine gemeenten in het gedrag zal komen.

Vandaag de dag is het perfect mogelijk om binnen één brandweerkorps als beroepsbrandweerman actief te zijn, en tegelijkertijd in een ander korps vrijwillig brandweerman te zijn. Dat is geen probleem aangezien beroepsbrandweerlieden door hun doorlopende diensten vaak veel vrije tijd hebben, die ze dan als vrijwilliger in hun lokaal korps doorbrengen.

Wanneer de hervorming wordt voltooid en de schaalvergroting via de oprichting van de hulpverleningszones in werking treedt, zal men evenwel niet meer in twee posten binnen één zone onder een verschillend statuut actief kunnen zijn. Na de hervorming zal men dus niet langer onder twee verschillende statuten als brandweerman kunnen werken. Concreet zal men moeten kiezen tussen zijn functie als beroepsbrandweerman en die van vrijwilliger.

De organisatie Brandweer Vereniging Vlaanderen (BVV) waarschuwt dat dit vooral in korpsen met veel vrijwilligers voor problemen zal zorgen. Gevreesd wordt immers dat de kleinere posten, die soms het dichtst bij een brand zitten, voorrang zullen moeten geven aan posten die wel de adequate hulp kunnen geven.

Graag had ik hieromtrent de volgende vragen aan de minister gesteld:

1) Wordt de combinatie om als beroepsbrandweerman op één locatie en daarnaast als vrijwilliger op een andere locatie actief te zijn in de toekomst overal onmogelijk gemaakt? Zal dit enkel het geval zijn binnen één en dezelfde hulpverleningszone of geldt dit ook over de grenzen van de zones heen?

2) Welke impact zal de hervorming hebben op de lokale korpsen? Vreest de minister niet dat veel vrijwilligers zullen moeten stoppen met hun activiteiten, waardoor het principe van "snelste adequate hulp" juist in gevaar komt? Is dit ingecalculeerd? Wat kunnen mogelijke gevolgen hiervan zijn?

3) Zal de minister desgevallend een uitzondering voorzien voor de brandweerlieden die vandaag de dag zowel als beroepsbrandweerman als op vrijwillige basis actief zijn? Worden voor hen overgangsmaatregelen voorzien?

4) Het verplicht stoppen van vrijwilligers betekent voor verschillende korpsen ook een financiële aderlating. Er werd immers veel geïnvesteerd in opleidingen, aangepaste kledij,… Zal hier een financiële compensatie tegenover staan?

5) Deelt de minister de vrees van de BVV dat veel kennis verloren zal gaan indien beroepsbrandweermannen niet meer als vrijwilliger kunnen werken in een lokaal korps? Hoe wilt de minister dit desgevallend tegengaan?

6) Zal de minister extra maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat er steeds voldoende personeel beschikbaar is op de verschillende posten? Zo ja, welke maatregelen heeft de minister in gedachte?