SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
4 novembre 2013 4 november 2013
________________
Question écrite n° 5-10288 Schriftelijke vraag nr. 5-10288

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Unités monétaires virtuelles - Bitcoins - Législation - Définition de la monnaie électronique - Allemagne - Securities and Exchange Commission Virtuele geldeenheden - Bitcoins - Wetgeving - Definitie van elektronisch geld - Duitsland - Securities and Exchange Commission 
________________
devise
blanchiment d'argent
monnaie virtuelle
monnaie électronique
Eurosystème
deviezen
witwassen van geld
virtuele munteenheid
elektronisch betaalmiddel
Eurosysteem
________ ________
4/11/2013Verzending vraag
9/1/2014Antwoord
4/11/2013Verzending vraag
9/1/2014Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10287 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10287
________ ________
Question n° 5-10288 du 4 novembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10288 d.d. 4 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Différents analystes estiment que les bitcoins doivent être soumis au contrôle de la cellule antiblanchiment et des autorités de contrôle bancaire. Je fais à cet égard référence à une étude néerlandaise de Remco Mocking & Bas Straathof, intitulée « Bitcoin moet onder toezicht AFM en DNB gaan vallen ». Je renvoie également à ma question écrite n° 5-8723 relative aux bitcoins et à la réponse claire du ministre. Il y indique que les bitcoins sont encore un phénomène marginal dans notre pays. Or l'étude néerlandaise montre cependant que la situation peut rapidement changer et que le législateur et les autorités de contrôle doivent s'y préparer.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes au ministre.

1) La législation est-elle encore suffisamment actuelle pour permettre, si nécessaire, d'anticiper une hausse de popularité et l'apparition éventuellement rapide d'unités monétaires virtuelles, de protéger le consommateur contre les abus, de juguler le blanchiment d'argent et d'entraver le financement d'activités criminelles ?

2) Les unités monétaires virtuelles tombent-elles sous la définition de la monnaie (électronique) ?

3) Précédemment, le ministre a indiqué que le bitcoin n'était soumis à aucune forme de régulation ou de contrôle financier et qu'avec la Cellule de traitement des informations financières (CTIF) et la Banque nationale de Belgique (BNB), il suivait les initiatives de l'Union européenne. Dans quelle mesure le ministre juge-t-il souhaitable d'adapter la définition légale formelle de la monnaie électronique pour anticiper l'utilisation matérielle croissante d'unités monétaires virtuelles, comme le bitcoin ou le litecoin (unité de compte, moyen de paiement et de thésaurisation) dans les échanges économiques ? Le ministre peut-il détailler sa réponse même si ce type de monnaie est encore peu fréquent aujourd'hui ?

4) Comment le ministre réagit-il aux arguments du gouvernement allemand qui propose de considérer le bitcoin comme un moyen de paiement légal de manière à pouvoir le contrôler (et à prélever des impôts) ? Envisage-t-il des initiatives similaires ? Pour quelle raison ?

5) Comment le ministre réagit-il à la mise en garde de la Securities and Exchange Commission (SEC) face aux risques de jeux de pyramide qu'entraînent les unités monétaires virtuelles ? Ne faudrait-il pas adresser la même mise en garde dans notre pays ?

 

Diverse onderzoekers stellen dat Bitcoins onder het toezicht van de witwascel en de bancaire controleautoriteiten moeten vallen. Ik verwijs hieromtrent naar Nederlands onderzoek van Remco Mocking & Bas Straathof met de titel "Bitcoin moet onder toezicht AFM en DNB gaan vallen". Ik verwijs tevens naar mijn eerdere vraag nr. 5-8723 omtrent Bitcoins en het duidelijk antwoord van de minister. Hij gaf toen aan dat Bitcoins in ons land nog een marginaal fenomeen is. Dit onderzoek toont evenwel aan dat dit snel kan keren en dat de wetgever en de controleautoriteiten voorbereid moeten zijn.

Ik had dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1) Is de wetgeving nog voldoende bij de tijd om indien nodig snel te kunnen inspelen op een toename aan populariteit en de mogelijk snelle opkomst van virtuele geldeenheden, de bescherming van consumenten tegen misbruik, de beperking van witwassen en de bemoeilijking van de financiering van criminele activiteiten?

2) Vallen virtuele geldeenheden onder de definitie van (elektronisch) geld?

3) De minister gaf eerder aan dat de Bitcoin onder geen enkele vorm van regulering of financieel toezicht valt en dat hij met de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) en de Nationale Bank van België (NBB) initiatieven van de Europese Unie opvolgt. In hoeverre vindt de minister een bijstelling van de formele wettelijke definitie van elektronisch geld wenselijk, anticiperend op het feit dat virtuele geldeenheden in het economisch verkeer materieel steeds vaker als geld zou kunnen fungeren (rekeneenheid, betaalmiddel en oppotmiddel) zoals met de Bitcoin of de Litecoin? Wil de minister dit antwoord inhoudelijk toelichten los van het aspect dat dit inderdaad momenteel eerder weinig voorkomend is?

4) Hoe reageert de minister op de argumenten van de Duitse regering om de Bitcoin als geldig betaalmiddel te zien, waardoor deze daar toezicht op kan uitoefenen (en belasting over kan heffen)? Overweegt hij gelijkaardige stappen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, waarom wel?

5) Hoe reageert de minister op de waarschuwing van de Securities and Exchange Commission (SEC) voor de gevaren van piramidespelen bij virtuele geldeenheden? Moet men in ons land geen gelijkaardige waarschuwing lanceren?

 
Réponse reçue le 9 janvier 2014 : Antwoord ontvangen op 9 januari 2014 :

J’invite l’honorable membre à poser sa question à mon collègue, le ministre Geens, qui est en charge de cette matière.

Ik nodig het geachte lid uit deze vraag te stellen aan mijn collega, minister Geens die bevoegd is voor deze materie.