SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
22 octobre 2013 22 oktober 2013
________________
Question écrite n° 5-10161 Schriftelijke vraag nr. 5-10161

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
l'expulsion vers des pays dangereux de personnes intégrées et enracinées het uitwijzen van ingeburgerde en verankerde inwoners naar gevaarlijke landen 
________________
asile politique
migration illégale
éloignement
ressortissant étranger
demandeur d'asile
politiek asiel
illegale migratie
verwijdering
buitenlandse staatsburger
asielzoeker
________ ________
22/10/2013Verzending vraag
24/10/2013Antwoord
22/10/2013Verzending vraag
24/10/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3980 Requalification de : demande d'explications 5-3980
________ ________
Question n° 5-10161 du 22 octobre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10161 d.d. 22 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les journaux ont a nouveau relaté le cas poignant d'un jeune Afghan rapatrié dans son pays d'origine après avoir vécu plusieurs années chez nous. Une grande majorité de la population ne comprend sans doute pas pourquoi ce jeune homme a dû être expulsé. Il parle couramment le néerlandais, exerce une profession dans un secteur en pénurie, cohabite avec son amie dans son propre logement, etc. Il s'est donc bâti ici une vie durable et contribue pleinement à la société en tant que citoyen actif professionnellement, engagé et intégré. Sa famille a fui l'Afghanistan, d'abord vers l'Iran, lorsqu'il était âgé de 4 ans. Cela veut dire que son renvoi en Afghanistan peut difficilement être justifié puisqu'il ne connaît rien de ce pays. À cet égard, le Haut-Commissariat aux Réfugiés des Nations Unies (HCR) estime qu'il est totalement injustifié de renvoyer quelqu'un dans une région où l'intéressé ne dispose pas de réseau social. Dans des villes comme Kaboul, il est pratiquement impossible de (sur)vivre sans bénéficier de l'appui de la communauté, du clan ou de la famille auxquels on appartient. Le renvoi du jeune en question ne pouvait donc être durable puisqu'une fois là-bas, il n'avait guère d'autres possibilités que de prendre à nouveau la fuite. Tous ces arguments n'ont guère pesé puisque la demande d'asile de ce jeune homme a été rejetée et sa demande de régularisation jugée irrecevable faute de pièce d'identité valable. Fin de l'histoire - ou pas ? : l'avion a décollé et on a refermé les portes.

Je sais que la secrétaire d'État ne peut se prononcer sur des cas individuels. C'est pourquoi je formulerai mes questions de manière générale. Je comprends aussi que la secrétaire d'État souhaite s'en tenir strictement aux règles, ce qui est sans doute la seule manière de parvenir à une politique durable.

Toutefois, ces règles autorisent aussi la secrétaire d'État à demander l'assistance de la Commission consultative des étrangers dans des cas exceptionnels.

Selon mes informations, la chambre néerlandophone de cette Commission ne s'est réunie que trois fois en 2013 et seulement à propos d'étrangers condamnés et pas au sujet de situations relevant de l'article 9bis. La situation est similaire pour la chambre francophone. La secrétaire d'État affirme qu'elle n'est pas une impératrice romaine agissant à sa guise et qu'au contraire, elle applique strictement les règles et les procédures. Je vois les choses un peu différemment car, en mettant la Commission consultative des étrangers hors jeu, elle opère bel et bien des choix politiques et stratégiques. Des choix qui sont lourds de conséquences pour certaines personnes.

La secrétaire d'État reconnaît-elle que l'on fait beaucoup trop peu appel à la Commission consultative ? Depuis le début de son mandat, combien de fois a-t-elle sollicité l'avis de la Commission consultative des étrangers pour des dossiers individuels ?

Pourquoi la secrétaire d'État n'use-t-elle pas davantage de la possibilité qu'offre la Commission consultative des étrangers d'exclure des erreurs dans des cas apparemment bouleversants comme celui du jeune Afghan ? Quels inconvénients voit-elle à recourir à cette commission ? Une demande d'avis n'ôte rien à la politique d'asile que mène la secrétaire d'État et qui fait sa réputation ? Au contraire. À côté de la rigueur et du « dura lex, sed lex » sur lesquels la secrétaire d'État se plait à communiquer, elle a en effet affirmé à plusieurs reprises qu'elle tenait aussi à politique d'asile à visage humain.

Enfin, ne faut-il pas revoir fondamentalement l'ensemble de la politique d'asile en ce qui concerne les étrangers mineurs non accompagnés ? J'estime, pour ma part, que cette révision doit être fondamentale et, en l'occurrence, immédiate et appropriée. En effet, on ne peut me communiquer (quasiment) aucune donnée sur ce qu'il advient des mineurs non accompagnés lorsqu'ils atteignent la majorité. Il s'agit pourtant d'un groupe en faveur duquel la société a investi durant des des années.

Des cas comme celui-là suscitent toujours une grande indignation de la société. Ces cas successifs ne trahissent-ils pas une lacune de la politique d'asile qui se dit « humaine » ?

 

Opnieuw brachten de kranten een erg schrijnend verhaal over een jonge Afghaan die werd gerepatrieerd, nadat hij hier jarenlang een leven opbouwde. Wellicht een grote meerderheid in de bevolking begrijpt echt niet waarom deze jongeman terug moet worden gestuurd. Hij spreekt vlot Nederlands, heeft werk in een knelpuntberoep, woont samen zijn vriendin in een eigen woonst,… kortom hij bouwde hier een duurzaam leven op en draagt ten volle bij aan de maatschappij, als werkende, geëngageerde en geïntegreerde burger. Zijn familie ontvluchtte Afghanistan, in eerste instantie naar Iran, toen hij 4 jaar oud was. Dit betekent dat het terugsturen naar Afghanistan moeilijk kan worden gemotiveerd, want dit land is hem helemaal onbekend. In dit verband stelt het UNHCR dat het terugsturen van iemand naar een gebied waar geen sociaal netwerk bestaat, totaal onverantwoord is. In steden zoals Kaboel is het vrijwel onmogelijk te (over)leven indien men de steun van de eigen gemeenschap, clan of gezin moet ontberen. Een terugkeer zal dus niet duurzaam zijn, omdat hem daar weinig andere mogelijkheden resten dan zo snel mogelijk terug te vluchten. Dit alles maakte weinig indruk, want zijn asielaanvraag was afgewezen en zijn regularisatieaanvraag bleek onontvankelijke omdat een geldig identiteitsbewijs ontbrak. Einde van het verhaal, vliegtuig op, deuren toe. Of niet?

Ik weet dat de staatssecretaris zich niet zomaar kan uitspreken over individuele gevallen. Daarom houd ik mijn vragen algemeen. Ik begrijp ook dat de staatssecretaris enkel de regels wenst te volgen, omdat dit wellicht de enige manier is om tot een duurzaam beleid te komen.

Maar deze regels laten eveneens toe dat de staatssecretaris zich in uitzonderingsgevallen kan laten bijstaan door de Commissie van Advies voor Vreemdelingen.

Volgens mijn informatie is de Commissie voor de Nederlandstalige kamer in 2013 maar drie keer samengeroepen en enkel voor veroordeelde vreemdelingen, dus niet voor 9bis situaties. Bij de Franstalige kamer klinkt een gelijkaardig verhaal. De staatssecretaris stelt dat ze geen Romeinse Keizerin is die naar eigen goeddunken handelt, dat ze in tegendeel enkel op strikte wijze de regels en procedures volgt. Ik zie dat enigszins anders, want door de Commissie van Advies voor Vreemdelingen buiten spel te zetten maakt zij wel degelijk politieke en strategische keuzes. Keuzes met zeer verstrekkende gevolgen voor bepaalde personen.

Bevestigt de staatssecretaris de opvallende onderbenutting van de Commissie van Advies? Hoeveel maal sinds de aanvang van haar mandaat vroeg de staatssecretaris het advies van de Commissie van Advies voor Vreemdelingen voor individuele dossiers?

Waarom maakt de staatssecretaris niet meer gebruik van de mogelijkheid die de Commissie van Advies voor Vreemdelingen biedt om in ogenschijnlijk schrijnende gevallen, zoals dit van de Afghaanse jongeman, vergissingen uit te sluiten? Wat zijn de bezwaren van de staatssecretaris tegen de inschakeling van deze commissie? Een adviesvraag doet toch geen afbreuk aan het asielbeleid dat de staatssecretaris voert en waarvoor zij bekend staat? Integendeel. Naast het 'strenge' en de 'dura lex, sed lex", waarover de staatssecretaris graag communiceert, stelde ze immers herhaaldelijk om ook een humaan asielbeleid na te streven.

Tot slot: moeten we niet het hele asielbeleid inzake Niet-Begeleide Minderjarige Vreemdelingen grondig herbekijken? Wat mij betreft erg fundamenteel, maar in dit geval ook meteen en ad hoc? Men kan mij immers amper of geen cijfers bezorgen over wat er met minderjarige asielzoekers gebeurt eenmaal ze meerderjarig worden. Nochtans gaat het hier om een groep waarin de samenleving jarenlang investeerde.

Het zijn ook steeds deze gevallen die voor grote maatschappelijke verontwaardiging zorgen. Wijzen deze achtereenvolgende verhalen niet op een lacune in een als 'humaan' te beschrijven asielbeleid?

 
Réponse reçue le 24 octobre 2013 : Antwoord ontvangen op 24 oktober 2013 :

L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Conformément à l’article 32 de la loi sur les étrangers, cette Commission est chargée de donner des avis au ministre ou au secrétaire d'État compétent dans les cas prévus par la loi sur les étrangers ou par des dispositions spéciales.

Depuis mon entrée en service comme secrétaire d'État à la Migration et à l'Asile, j'ai suivi tous les dossiers qui m’ont été transmis par mon prédécesseur. Dans tous les cas prévus par la loi sur les étrangers ou par des dispositions spéciales, j’ai reçu l’avis de cette Commission, que j’ai examiné très attentivement.

En ce qui concerne la possibilité de solliciter un avis pour n’importe quelle décision à l’égard d’un étranger, j’estime que ce n’est pas une solution acceptable. Vu la composition particulière et le fonctionnement de la Commission, la priorité doit être donnée à la formulation d’un avis de qualité dans les cas prévus par la loi. C’est actuellement le cas et tel en a toujours été ainsi. Une augmentation supplémentaire du volume de travail risquerait à coup sûr de mettre en péril la mission de base de la Commission.

Durant la législature actuelle, la Commission consultative des étrangers a formulé un avis dans 56 dossiers.

La loi sur les étrangers prévoit un statut de protection spécifique pour les Mineurs étrangers non accompégnés (MENA) (article 61/14). Dans le cadre de la demande d'asile, le Commissariat général aux réfugiés et aux Apatrides (CGRA) respecte également l’intérêt de l'enfant et sa position en tant que personne vulnérable.

En aucun cas, je ne puis me ranger à votre proposition de modifier toute la politique (d’asile) à l’égard des MENA.

La Belgique est internationalement réputée pour la protection qu'elle confère aux MENA. Elle fait partie des pays offrant le taux de reconnaissance le plus élevé des MENA en matière d'asile ou de protection subsidiaire. Si l'asile ou la protection subsidiaire est refusée au MENA, une solution durable est recherchée avec le plus grand soin dans l'intérêt supérieur de l'enfant. Si la solution durable consiste en un retour ou en un regroupement familial dans un autre pays, le MENA doit collaborer à son retour (sans aucune contrainte, toutefois). Les personnes qui, à l’encontre tous les avis émis, choisissent de ne pas retourner, ne peuvent pas bénéficier par la suite d’une autorisation de séjour. Par conséquent, demander un avis lorsque la personne a atteint l'âge de la majorité et qu’elle introduit une nouvelle demande de régularisation (à présent sur la base de l’article 9bis), constitue une étape qui ralentit inutilement la procédure et qui présente peu d’intérêt.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Ik kan u meedelen dat de Commissie conform artikel 32 van de Vreemdelingenwet gelast is om de bevoegde minister of Staatssecretaris van advies te dienen in de gevallen waarin door de Vreemdelingenwet of door bijzondere bepalingen wordt voorzien.

Sinds mijn aantreden als Staatssecretaris voor Migratie en Asiel heb ik alle dossiers die doorgegeven werden door mijn voorganger opgevolgd. In alle gevallen waarin de Vreemdelingenwet of door bijzondere bepalingen dit voorschrijft, krijg ik het advies van deze Commissie en wordt het grondig bestudeerd.

Wat tenslotte de mogelijkheid betreft om het advies in te winnen voor om het even welke beslissing aangaande een vreemdeling, ben ik van mening dat dit geen optie is. Gelet op de particuliere samenstelling en werking van de Commissie dient de prioriteit uit te gaan naar een kwalitatieve adviesverlening in de bij wet voorziene gevallen. Dit is vandaag het geval en is overigens steeds het geval geweest. Een bijkomende verhoging van de werklast zou de basismissie van de Commissie zeker in het gedrang kunnen brengen.

In de lopende regeerperiode heeft de Commissie van Advies voor Vreemdelingen in 56 dossiers een advies uitgebracht.

De Vreemdelingenwet voorziet in een specifiek beschermingsstatuut voor Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) (artikel 61/14). Ook het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) stelt bij de asielaanvraag het belang van het kind en zijn positie als kwetsbare persoon voorop.

In geen geval kan ik mij achter uw voorstel scharen om het hele (asiel)beleid inzake NBMV grondig te veranderen.

België wordt internationaal alom geprezen voor de bescherming die zij biedt aan NBMV. Het behoort tot de landen met de hoogste erkenningsgraad van asiel of subsidiaire bescherming van NBMV. Zo de NBMV asiel of subsidiaire bescherming wordt geweigerd , wordt de duurzame oplossing in het belang van het kind en met de grootste zorg bepaald. Bestaat de duurzame oplossing uit de terugkeer naar of de gezinshereniging in een ander land, dan dient hij (zonder dwang weliswaar) mee te werken aan de terugkeer. Personen die, tegen alle adviezen in, ervoor kiezen de beslissing tot terugkeer naast zich neer te leggen, kunnen naderhand niet worden beloond met een verblijfsvergunning. Daarom is het inwinnen van een advies bij het bereiken van de meerderjarigheid en wanneer de betrokkene opnieuw een aanvraag tot regularisatie heeft ingediend (nu op basis van artikel 9bis), onnodig vertragend en weinig zinvol.