SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
22 octobre 2013 22 oktober 2013
________________
Question écrite n° 5-10152 Schriftelijke vraag nr. 5-10152

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Amendes de roulage - Discrimination entre Belges et étrangers - Touring - Fonds d'indemnisation des victimes - Retrait du permis de conduire Verkeersboetes - Discriminatie tussen Belgen en buitenlanders - Touring - Slachtofferfonds - Intrekking van het rijbewijs 
________________
infraction au code de la route
ressortissant étranger
ressortissant de l'UE
égalité de traitement
overtreding van het verkeersreglement
buitenlandse staatsburger
EU-onderdaan
gelijke behandeling
________ ________
22/10/2013Verzending vraag
25/3/2014Antwoord
22/10/2013Verzending vraag
25/3/2014Antwoord
________ ________
Question n° 5-10152 du 22 octobre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10152 d.d. 22 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'association d'automobilistes Touring a récemment indiqué que le nombre d'étrangers qui se sont vu infliger une amende de roulage en Belgique avait augmenté de 150 % ces cinq dernières années : 374 000 en 2012, contre 150 000 en 2007. Cette augmentation est comparable à celle du nombre de compatriotes sanctionnés.

Touring fait état d'une forte discrimination des Belges par rapport aux étrangers. S'engager sur un passage à niveau lorsque les barrières sont fermées ou faire demi-tour sur une autoroute constituent des infractions du quatrième degré. En pareil cas, les Belges doivent directement comparaître devant le tribunal, contrairement aux étrangers. Les étrangers paient 60 euros de moins. Les étrangers ne doivent pas non plus contribuer au Fonds d'indemnisation des victimes et ne risquent pas de se voir retirer leur permis. Touring demande la suppression de ces discriminations.

D'où les questions suivantes :

1) Le secrétaire d'État confirme-t-il les informations de Touring faisant étant de différences, au désavantage des Belges, dans l'application des amendes de roulage ? Il s'agirait des infractions du quatrième degré consistant, par exemple, à s'engager sur un passage à niveau lorsque les barrières sont fermées ou à faire demi-tour sur une autoroute. Les étrangers ne devraient pas non plus contribuer au Fonds d'indemnisation des victimes et l'amende n'aurait pas d'effet sur le permis, ce qui n'est pas le cas pour les Belges.

2) Est-il disposé à supprimer ces discriminations ? Dans l'affirmative, comment, quand et grâce à quelles initiatives concrètes ? Dans la négative, pourquoi ne les juge-t-il pas suffisamment importantes pour les supprimer ? Quels arguments sont-ils les plus déterminants en l'occurrence ?

 

De automobilistenvereniging Touring berichtte recent dat het aantal buitenlanders die bij ons een verkeersboete kregen de voorbije vijf jaar met 150 procent toenam: van 150 000 in 2007 tot 374 000 in 2012. Deze stijging is vergelijkbaar met de toename van beboete landgenoten.

In deze berichten wijst Touring op een belangrijke discriminatie van de Belgen tegenover de buitenlanders. Voor het op een overweg komen als de slagbomen dicht zijn of het achteruitrijden op autosnelwegen, zijnde overtredingen van de vierde graad, moeten Belgen direct voor de rechtbank verschijnen en buitenlanders niet. Die boetes kosten aan buitenlanders 60 euro minder. Buitenlanders moeten ook niet bijdragen in het Slachtofferfonds en riskeren geen intrekking van hun rijbewijs. Touring vraagt de wegwerking van deze discriminaties.

Hierbij de volgende vragen.

1) Bevestigt de geachte staatssecretaris de berichten van Touring over sommige verschillen in de toepassing van de verkeersboetes, die in het nadeel van Belgen uitdraaien? Dit zou zijn voor overtredingen van de vierde graad, onder andere op een overweg komen als de slagbomen dicht zijn of achteruitrijden op autosnelwegen. Tevens zouden buitenlanders bij boeten niet moeten bijdragen aan het Slachtofferfonds en heeft de boete geen effect op het rijbewijs - in tegenstelling tot vergelijkbare boetes voor Belgen.

2) Is hij bereid om deze discriminaties weg te werken? Zo ja: hoe en wanneer en met welke concrete initiatieven? Zo niet, waarom vindt hij deze discriminaties niet voldoende belangrijk om ze weg te werken? Welke argumenten wegen in deze zaken het zwaarst?

 
Réponse reçue le 25 mars 2014 : Antwoord ontvangen op 25 maart 2014 :

1) L'article 4 de l'arrêté royal du 22 décembre 2003 relatif à la perception et à la consignation d'une somme lors de la constatation des infractions relatives à la loi sur la police de la circulation routière et ses arrêtés d'exécution, stipule que lorsqu'une infraction du quatrième degré est constatée, la perception immédiate est exclue si le contrevenant habite ou a une résidence fixe en Belgique.  

En effet, pour les infractions du quatrième degré, les contrevenants habitant ou ayant une résidence fixe en Belgique seront cités à comparaître. Ceux-ci s'exposent à une amende allant de 240 à 3000 euros ainsi qu'à une déchéance du droit de conduire pouvant aller de 8 jours à 5 ans à moins que le juge ne motive expressément pourquoi une déchéance du droit de conduire n'est pas nécessaire. A cette amende, s'ajoutent le montant de la contribution (150 euros) au fonds d'aide aux victimes et le montant des frais de justice.  

En revanche, les contrevenants étrangers qui commettent une infraction du quatrième degré peuvent faire l'objet d'une perception immédiate. L'article 3 du même arrêté royal précise qu'une infraction du quatrième degré peut être sanctionnée par une perception de 330 euros.  

Cela signifie qu'un Belge qui commet une infraction du quatrième degré devra débourser au bas mot 400 euros (amende majorée de la contribution et des frais) et risquera même une déchéance du droit de conduire alors qu'un étranger pourra en être quitte avec une perception de 330 euros. Il convient toutefois de nuancer ce tableau car le juge peut tenir compte de circonstances atténuantes et dès lors décider de diminuer l'amende minimale fixée à 240 euros sans que celle-ci ne puisse être inférieure à un euro.  

2) J'ai demandé à mon administration de modifier l'arrêté royal susmentionné en vue d'augmenter la somme qui peut être perçue en cas d'infraction du quatrième degré commise par un contrevenant étranger.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag. 

1) Artikel 4 van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten stipuleert dat, indien de overtreder in België woont of een vaste verblijfplaats heeft, een onmiddellijke inning is uitgesloten wanneer een overtreding van de vierde graad wordt vastgesteld.  

Overtreders met woon- of vaste verblijfplaats in België zullen voor een vierdegraadsovertreding worden gedagvaard. Hen wacht een geldboete van 240 tot 3000 euro en een vervallenverklaring van 8 dagen tot 5 jaar, tenzij de rechter uitdrukkelijk motiveert waarom er geen vervallenverklaring nodig is. Bovenop deze geldboete komen inderdaad nog de bijdrage aan het Slachtofferfonds (150 euro) en de gerechtskosten.  

Bij buitenlandse overtreders kan een onmiddellijke inning wel worden geïnd indien zij een overtreding van de vierde graad begaan. Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit bepaalt dat een vierdegraadsovertreding beboet kan worden met een som van 330 euro.  

Dit betekent dat een Belg voor een vierdegraadovertreding al snel 400 euro betaalt (boete plus bijdrage en kosten) en zelfs een vervallenverklaring riskeert, daar waar een buitenlander met het betalen van een som 330 euro wegkomt. Dit zwart-witverhaal moet wel worden genuanceerd, omdat de rechter rekening kan houden met verzachtende omstandigheden en zodoende de minimumboete van 240 euro verminderen, zonder dat ze minder dan één euro mag bedragen.  

2) Ik heb mijn administratie de opdracht gegeven om bovenvermeld koninklijk besluit te wijzigen door de som te verhogen die bij een buitenlandse overtreder kan worden geïnd voor een vierdegraadsovertreding.