| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2013-2014 | Zitting 2013-2014 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 15 octobre 2013 | 15 oktober 2013 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-10082 | Schriftelijke vraag nr. 5-10082 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales |
aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Industrie pharmaceutique - Organes de concertation informels - Existence - Participation | Farmaceutische industrie - Informele overlegorganen - Bestaan - Participatie | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| industrie pharmaceutique Agence fédérale des médicaments et des produits de santé groupe d'intérêt Institut national d'assurance maladie-invalidité |
farmaceutische industrie Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten belangengroep Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Requalifiée en : demande d'explications 5-4436 | Requalifiée en : demande d'explications 5-4436 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-10082 du 15 octobre 2013 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-10082 d.d. 15 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Des remous ont agité les Pays-Bas lorsqu'il est apparu que les autorités subsidiaient une plate-forme de concertation assez douteuse créée par l'industrie pharmaceutique. Cette plate-forme dénommée Réseau Apollo recevait annuellement quelque 24 000 euros de la part des autorités. Il est aussi apparu que des fonctionnaires dirigeants du ministère de la Santé publique et des membres du « College ter Beoordeling van Geneesmiddelen » appartenaient à ce club. De plus, seul les géants pharmaceutiques (GlaxoSmithKline, Janssen Cilag...) sont représentés, mais non les producteurs de médicaments génériques meilleur marché. Par ailleurs, le fonctionnement du réseau est particulièrement opaque. Lorsqu'il a réagi, le ministère de la Santé publique n'a pas été en mesure de préciser les contributions du réseau. Plus grave encore, les membres du réseau Apollo ont souscrit à certains principes selon lesquels le ministère ne pouvait pas publier les comptes rendus des réunions. D'où les questions suivantes : 1) La ministre peut-elle me confirmer l'absence en Belgique d'un réseau - ni formel, ni informel, ni sporadique - reliant les autorités et l'industrie pharmaceutique (en totalité ou partiellement) ? Comment juge-t-elle l'existence, aux Pays-Bas, d'un tel réseau, dans lequel ne siègent que les géants pharmaceutiques, composé des fonctionnaires dirigeants de la Santé publique ainsi que des associations hospitalières et pharmaceutiques ? 2) Le cas échéant, quels sont les organes de concertation officiels et informels en rapport avec l'industrie pharmaceutique ? Qui siège dans ces organes, avec quels objectifs, quelles méthodes, à quel rythme, etc. ? Reçoivent-ils de quelque façon que ce soit des moyens de la part des autorités ? 3) La ministre peut-elle m'assurer que les fonctionnaires dirigeants du Service public fédéral Santé publique et de l'Agence fédérale des médicaments et des produits de santé ne sont pas impliqués dans de tels réseaux nébuleux ? Peut-elle me donner les mêmes assurances quant aux membres de la Commission de remboursement des médicaments de l'Institut national d'assurance maladie-invalidité ? Existe-t-il des contrôles ? Dans l'affirmative, comment et par qui sont-ils effectués ? |
In Nederland ontstond ophef toen bleek dat de overheid een nogal bedenkelijk overlegplatform subsidieerde dat door de farmaceutische industrie was opgericht. Dit platform, genaamd het Apollo Netwerk, kreeg jaarlijks ongeveer 24.000 euro van de overheid. Ook bleek dat topambtenaren van het ministerie van Volksgezondheid en leden van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen deel uitmaken van deze club. Bovendien zijn enkel de grote farmareuzen (GlaxoSmithKline, Janssen Cilag,…) vertegenwoordigd, maar niet de producenten van goedkopere generieke geneesmiddelen. De werking van het netwerk is ook bijzonder ondoorzichtig. In een reactie kon het ministerie van Volksgezondheid niet zeggen wat het netwerk allemaal heeft opgeleverd. Sterker nog, de deelnemers aan het Apollo Netwerk hebben een aantal principes onderschreven, op basis waarvan het ministerie verslagen van de bijeenkomsten niet openbaar kan maken. Hierover de volgende vragen. 1) Kan de minister mij verzekeren dat er in België geen sprake is van een netwerk - noch formeel, noch informeel, noch sporadisch - tussen de overheid en de farmaceutische industrie (geheel of gedeeltelijk)? Hoe beoordeelt zij het bestaan van een dergelijk netwerk in Nederland waar alleen de grote farmareuzen in zetelen, verzameld met de top van de ambtenarij van Volksgezondheid, de ziekenhuizen en apothekersverenigingen? 2) Welke officiële en informele overlegorganen bestaan er desgevallend met de farma-industrie? Wie zetelt in deze organen, met welke doelstellingen, welke methodes, welk ritme enzovoort? Ontvangen zij op welke wijze dan ook middelen van de overheid? 3) Kan de minister mij verzekeren dat (top)ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid en van Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten niet betrokken zijn bij zulke schimmige netwerken? Kan ze mij hetzelfde verzekeren voor de leden van Commissie tegemoetkoming van geneesmiddelen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ? Bestaat er toezicht? Zo ja, op welke wijze en door wie? |