SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
9 octobre 2013 9 oktober 2013
________________
Question écrite n° 5-10065 Schriftelijke vraag nr. 5-10065

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Navigation maritime - Mazout pollué - Hydrocarbures de soute - Étude néerlandaise - Aperçu Scheepvaart - Vervuilde stookolie - Bunkerolie - Nederlands onderzoek - Overzicht 
________________
pollution par les hydrocarbures
statistique officielle
huile usagée
carburant
pollution par les navires
combustible marin
verontreiniging door koolwaterstoffen
officiële statistiek
afgewerkte olie
motorbrandstof
verontreiniging door schepen
scheepsbrandstof
________ ________
9/10/2013Verzending vraag
11/2/2014Rappel
28/4/2014Einde zittingsperiode
9/10/2013Verzending vraag
11/2/2014Rappel
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10064 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10064
________ ________
Question n° 5-10065 du 9 octobre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10065 d.d. 9 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

« Le mazout pollué » (chargé en déchets chimiques) utilisé par certains navires est largement responsable du problème des particules fines et de problèmes de santé au sein des équipages. Il constitue pourtant un problème environnemental méconnu, complexe et persistant. Il s'agit également d'un problème néerlandais, étant donné que les Pays-Bas sont parmi les plus grands producteurs au monde d'hydrocarbures de soute. Il est difficile d'amener ce secteur à modifier ses habitudes vu les gains importants que génèrent le « mazout pollué ». Pour s'attaquer efficacement à ce problème, il faut mettre en œuvre des contrôles stricts. Il s'agit cependant d'une démarche complexe étant donné l'implication de divers acteurs. Une coopération renforcée et un meilleur échange d'informations entre ces acteurs s'impose pour améliorer le contrôle et s'attaquer plus efficacement au problème. C'est ce que conclut le département délits environnementaux de l'Académie de police néerlandaise dans une étude sur les délits environnementaux mis en corrélation avec les hydrocarbures de soute. L'ajout de ces substances nocives peu coûteuses permet de gagner entre 200 et 500 dollars par tonne d'hydrocarbures de soute et d'échapper aux coûts de traitement des déchets. Les gains se montent rapidement à plusieurs millions. Les hydrocarbures de soute constituent un poste de dépenses important dans un marché où la concurrence des prix est rude.

Voici mes questions :

1) Comment le ministre réagit-il à cette étude et dispose-t-il d'éléments qui indiquent que les mêmes problèmes se posent aussi chez nous ? Peut-il détailler sa réponse et l'illustrer par des chiffres ?

2) Peut-il préciser, pour chacune des trois dernières années, combien de navires utilisant du mazout pollué ont été interceptés au large de nos côtes ?

3) Peut-il indiquer qui contrôle si les navires naviguant au large de nos côtes ou dans nos ports en utilisent ou non ? Quels moyens mobilise-t-on à cet effet ? Sont-ils suffisants ? Quels efforts supplémentaires est-il disposé à consentir dans ce domaine ?

 

"Vervuilde stookolie voor schepen draagt fors bij aan het fijnstofprobleem en levert gezondheidsklachten op voor de bemanningen. Toch is "vuile olie" een onderbelicht, complex en hardnekkig milieuprobleem. Het is ook een Nederlands probleem, aangezien ons land (Nederland) een van de grootste producenten van stookolie voor zeeschepen ter wereld is. Het is moeilijk om de branche tot gedragsverandering te brengen vanwege de hoge winsten die met "vuile olie" kunnen worden gemaakt. Een effectieve aanpak van het probleem vereist daarom vooral stevige handhaving. Handhaving is echter complex omdat hierbij verschillende partijen zijn betrokken. Betere samenwerking en informatie-uitwisseling tussen deze partijen is noodzakelijk om de handhaving te verbeteren en het probleem effectiever aan te pakken". Dat concludeert het lectoraat Milieucriminaliteit van de Nederlandse Politieacademie in een onderzoek naar milieucriminaliteit met stookolie voor schepen. Het mengen met deze goedkopere, schadelijke alternatieven levert per ton stookolie een winst op van 200-500 dollar en ook de verwerkingskosten van het afval worden zo ontlopen. De winsten lopen al gauw in de miljoenen. Zeescheepsbrandstof (bunkerolie) is een belangrijke kostenpost in een markt waar de prijsconcurrentie groot is

Ik had dan ook volgende vragen:

1) Hoe reageert de minister op dit onderzoek en zijn er indicaties dat dit ook bij ons een probleem is? Kan dit uitvoerig worden toegelicht en cijfermatig geïllustreerd?

2) Kan de ministergedetailleerd weergeven hoeveel schepen voor onze kust, en dit op jaarbasis voor respectievelijk de voorbije drie jaar, werden gevat die gebruik maakten van vervuilde stookolie?

3) Kan hij aangeven wie het al of niet aanwenden van vervuilde stookolie op schepen voor onze kust en in onze havens controleert? Welke middelen worden hiervoor ingezet en volstaan deze? Welke nieuwe inspanningen is hij bereid hieromtrent te leveren?