SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
8 octobre 2013 8 oktober 2013
________________
Question écrite n° 5-10036 Schriftelijke vraag nr. 5-10036

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de la Défense

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging
________________
Armée - Harcèlement - Bilan Leger - Pestgedrag - Overzicht 
________________
armée
personnel militaire
harcèlement moral
krijgsmacht
militair personeel
psychologische intimidatie
________ ________
8/10/2013Verzending vraag
8/11/2013Antwoord
8/10/2013Verzending vraag
8/11/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-10036 du 8 octobre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10036 d.d. 8 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les médias ont récemment fait état de trois plaintes pour harcèlement déposées contre le chef de la musique de l'armée.

Ces plaintes ne sont, selon les médias, que le sommet de l'iceberg. Le chef de musique serait passé maître dans l'art de dénigrer, d'injurier et de ridiculiser les musiciens. Il adopterait un comportement exaspérant et fait des dégâts humains. L'intéressé réagit en niant totalement et parle de complot à son égard.

Indépendamment du cas spécifique, j'aimerais poser les questions suivantes à ce sujet.

1) Combien de plaintes pour harcèlement sont-elles déposées chaque année au sein de l'armée belge ?

2) Combien d'entre elles sont-elles officiellement traitées et qu'advient-il des autres plaintes ?

3) Sur quelles sentences ou résultats le traitement de ces plaintes a-t-il débouché ?

4) Depuis 2007, comment évolue d'année en année le nombre de plaintes pour harcèlement ?

5) Quelles sont les causes principales de ces plaintes ?

6) Constate-t-on un nombre significativement plus élevé de plaintes dans certaines composantes de l'armée ou à certains endroits ?

7) Quelle politique la Défense mène-t-elle dans son traitement des plaintes relatives au harcèlement ?

8) Le ministre considère-t-il cette politique comme suffisamment vigoureuse et efficace ou envisage-t-il des améliorations à ce sujet ? Si oui, lesquelles et quand ?

 

De media berichtten recent over drie pestklachten tegen de dirigent van de blaaskapel van het leger.

Deze klachten blijken - volgens deze media - maar het topje van de ijsberg. De kapelmeester zou uitmunten in het denigreren, beledigen en ridiculiseren van muzikanten, blijkt zich te buiten te gaan aan ergerlijk gedrag en laat een spoor van menselijke vernieling na. De man in kwestie reageert met een totale ontkenning en verwijst naar een samenzwering tegen zijn persoon.

Los van de specifieke case, hierover de volgende vragen.

1) Hoeveel klachten over pestgedrag worden er jaarlijks ingediend binnen het Belgische leger?

2) Hoeveel daarvan worden officieel behandeld en wat gebeurt er met de andere klachten?

3) Tot welke uitspraken of resultaten heeft de behandeling van deze klachten geleid?

4) Hoe evolueert het aantal klachten over pestgedrag jaarlijks sinds 2007?

5) Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van deze klachten?

6) Zijn er in sommige legeronderdelen of plaatsen significant meer klachten?

7) Welk beleid voert Defensie in zijn behandeling van klachten rond pesten?

8) Beoordeelt de geachte minister dit beleid als voldoende krachtig, adequaat en efficiënt of plant hij hieromtrent verbeteringen? Zo ja, welke en wanneer.

 
Réponse reçue le 8 novembre 2013 : Antwoord ontvangen op 8 november 2013 :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

1.2. et 4. Les données sont reprises dans tableau en annexe de cette réponse.

3. Une victime d’un comportement inapproprié, peut s’adresser pour une procédure informelle à une personne de confiance ou d’autres personnes, comme le médecin du travail ou le Service d’Assistance Religieuse et Morale (SARM), qui peuvent venir en aide sans qu’il soit question de plainte formelle. La plupart des conflits interpersonnels entre membres du personnel trouvent une solution dans l’adaptation de la situation de travail des personnes concernées. Pour une procédure formelle, la victime d’un comportement inapproprié peut s’adresser à un conseiller en prévention spécialisé dans les aspects psycho-sociaux. Un comportement inapproprié constaté peut donner lieu à des mesures disciplinaires ou des poursuites judiciaires.

5. Les principales causes de plaintes sont des conflits interpersonnels entre membres du personnel, entre un membre du personnel et sa ligne hiérarchique et des notes d’évaluation défavorables.

6. Proportionnellement, la plupart des plaintes sont introduites dans les centres de formation.

7.et 8. Je renvoie l’honorable membre à la réponse de sa demande d’explications n° 5-677 du 17 mars 2011.

En ce qui concerne l’année 2013, un certain nombre de directives concernant le bien-être psycho-social du personnel de la Défense ont été publiées. Des améliorations potentielles concernent l’exécution d’analyses de risques psycho sociaux.


Annexe : Nombre de plaintes - Evolution


Nombre de plaintes pour violence, harcèlement moral ou sexuel  au travail (*)


2008

2009

2010

2011

2012

Plaintes informelles auprès d'une personne de confiance

268

202

199

1932

159

Plaintes informelles auprès d'un conseiller en prévention

58

32

19

18

12

Plaintes formelles auprès d'un conseiller en prévention

14

14

5

19

31

Totaux

340

248

223

230

202



(*) Ces chiffres proviennent des rapports annuels du Service Interne de Prévention et de Protection au travail et englobent toutes les plaintes pour violence, harcèlement moral ou sexuel au travail.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. 2. en 4. De gevraagde gegevens bevinden zich in de tabel in bijlage bij dit antwoord.

3. Een slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag kan zich richten tot een vertrouwenspersoon voor een informele procedure of tot andere personen, zoals de arbeidsgeneesheer of de Dienst voor Religieuze en Morele Bijstand (DRMB), die hulp kunnen bieden zonder dat er sprake is van een formele klacht. De meeste interpersoonlijke conflicten worden immers opgelost door de werksituatie van betrokkene aan te passen. Voor een formele procedure kan een slachtoffer zich richten tot een preventieadviseur gespecialiseerd in psychosociale aspecten. Wanneer effectief sprake is van grensoverschrijdend gedrag kan dit aanleiding geven tot een tuchtmaatregel of gerechtelijke vervolging.

5. De meest voorkomende oorzaken van klachten zijn interpersoonlijke conflicten tussen personeelsleden, tussen een personeelslid en zijn hiërarchische lijn en ongunstige evaluatienota’s.

6. Proportioneel worden de meeste klachten ingediend in de vormingscentra.

7.en 8. Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord op zijn vraag om uitleg nr. 5-677 van 17 maart 2011.

Voor wat betreft het jaar 2013 werden een aantal richtlijnen gepubliceerd betreffende het psychosociale welzijn van het Defensiepersoneel. Potentiële verbeteringen betreffen de uitvoering van psychosociale risicoanalyses.

Bijlage : Aantal klachten – Evolutie


Aantal klachten wegens geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (*)


2008

2009

2010

2011

2012

Informele klachten bij een vertrouwenspersoon

268

202

199

1932

159

Informele klachten bij een preventieadviseur

58

32

19

18

12

Formele klachten bij een preventieadviseur

14

14

5

19

31

Totalen

340

248

223

230

202


(*) Deze cijfers zijn afkomstig uit de jaarverslagen van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk en omvatten alle klachten wegens geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.