SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
29 novembre 2007 29 november 2007
________________
Question écrite n° 4-92 Schriftelijke vraag nr. 4-92

de Marleen Temmerman (SP.A-SPIRIT)

van Marleen Temmerman (SP.A-SPIRIT)

au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions

aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
________________
Pensions - Certificat de vie - Retraités résidant à l’étranger Pensioenen - Levensbewijs - Gepensioneerden die in het buitenland verblijven 
________________
régime de retraite
personne retraitée
ambassade
consulat
Belges à l'étranger
document officiel
Office national des pensions
pensioenregeling
gepensioneerde
ambassade
consulaat
Belgen in het buitenland
officieel document
Rijksdienst voor Pensioenen
________ ________
29/11/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 4/1/2008)
20/12/2007Antwoord
29/11/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 4/1/2008)
20/12/2007Antwoord
________ ________
Question n° 4-92 du 29 novembre 2007 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-92 d.d. 29 november 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les retraités belges qui résident à l’étranger doivent fournir chaque année un certificat de vie à l’Office des pensions. Avant l’instauration de cette mesure, il pouvait arriver que le conjoint survivant ou d’autres personnes intéressées dissimulent le décès du partenaire pour continuer à percevoir la pension.

Le certificat est délivré après que le retraité s’est présenté auprès des autorités belges de l’endroit, généralement une ambassade ou un consulat (honoraire). Le retraité doit envoyer le certificat original en Belgique. Avec un envoi ordinaire par avion, le courrier peut arriver en retard ou même se perdre et les coûts d’un envoi recommandé ou du recours à un service de courrier peuvent être très élevés. Si le délai fixé pour le dépôt du certificat est dépassé, le paiement de la pension est automatiquement suspendu.

Un consul honoraire belge, en poste en Afrique, me signale qu’il a transmis par courriel une copie scannée de ces certificats à l’Office de Sécurité sociale d’Outre-mer afin d’informer les services compétents qu’un compatriote retraité est toujours en vie et éviter ainsi une suspension éventuelle du paiement de la pension. Pour seule réponse, il a reçu une demande de ne plus agir de la sorte parce que seul le certificat original serait valable en droit. Quelques mois plus tard, un de ses certificats s’est effectivement perdu au cours de l’envoi par la poste, avec toutes les conséquences qui s’en sont suivies pour le retraité et sa famille.

Les ambassades et la plupart des consulats sont reliés à Bruxelles par l’internet. Il me paraît parfaitement possible d’utiliser ce réseau pour attester en ligne que les retraités sont toujours en vie.

Je souhaiterais poser les questions suivantes à propos de ce certificat de vie et des multiples formalités administratives qui en découlent :

Combien de personnes doivent-elles fournir chaque année un certificat de vie à l’Office des pensions ?

Est-il possible de transmettre ce certificat de vie par courriel plutôt que par la poste ?

Quelles autres mesures le ministre prendra-t-il pour limiter le plus possible les formalités administratives qu’engendre le certificat de vie ?

 

Belgische gepensioneerden die in het buitenland verblijven moeten elk jaar een ‘bewijs van leven’ (‘certificat de vie’) voorleggen aan de Rijksdienst voor pensioenen. Voordat deze maatregel werd ingevoerd kon het gebeuren dat de overlevende echtgenoot of andere belanghebbenden het overlijden van de partner verborgen hielden om de uitkeringen te blijven trekken.

Het certificaat wordt uitgereikt nadat de gepensioneerde zich persoonlijk heeft aangeboden bij de Belgische autoriteit ter plaatse, meestal op een ambassade of (ere-)consulaat. Het originele certificaat moet door de gepensioneerde naar België opgestuurd worden. Gewone luchtpost kan vertraging of zelfs verlies betekenen, en de kosten van een aangetekende zending of koerierdienst kunnen flink oplopen. Bij overschrijding van de termijn voor het indienen van het certificaat worden de uitkeringen automatisch opgeschort.

Een Belgische ereconsul in Afrika meldt mij dat hij een scan van deze certificaten opstuurde naar de dienst Overzeese sociale zekerheid via e-mail, teneinde de bevoegde diensten al op de hoogte te brengen van het in leven zijn van de gepensioneerde landgenoot en zodoende eventuele opschorting van de uitkeringen te vermijden. Hij kreeg als enig antwoord het verzoek om dit niet meer te doen, want enkel het originele certificaat heeft rechtsgeldigheid. Enige tijd later ging er inderdaad één van zijn certificaten verloren in de post, met alle gevolgen vandien voor de gepensioneerde en zijn familie.

De ambassades en de meeste consulaten zijn via internet met Brussel verbonden. Het lijkt me perfect mogelijk dat dit netwerk gebruikt wordt om on-line het in leven zijn van onze gepensioneerden te attesteren.

Over dit levensbewijs en de vele administratieve formaliteiten die er uit voort vloeien stelde ik de volgende vragen:

Hoeveel personen moeten jaarlijks een levensbewijs aan de Rijksdienst voor pensioenen bezorgen?

Bestaat er een mogelijkheid om dit levensbewijs per e-mail te bezorgen in plaats van per post?

Welke andere maatregelen zal de geachte minister nemen om de administratieve overlast ten gevolge van het levensbewijs tot een minimum te beperken?

 
Réponse reçue le 20 décembre 2007 : Antwoord ontvangen op 20 december 2007 :

En réponse à sa question, je puis donner la réponse suivante à l'honorable membre sur le certificat de vie demandé par l'Office national des pensions.

L'Office national des pensions envoie chaque année un certificat de vie à tout bénéficiaire qui réside à l'étranger. En 2007, l'Office national des pensions a envoyé 162 308 certificats de vie.

Le c|ertificat de vie peut être complété par une autorité belge sur place ou par une autorité locale, comme la commune, un juge, ...

Les certificats de vie sont envoyés aux bénéficiaires via la poste et on attend en effet que le document original complété; soit renvoyé. Ce contrôle doit notamment éviter que d'anciens certificats de vie soient réutilisés après le décès du bénéficiaire pour que les paiements se poursuivent. En soi, le risque de voir se perdre un certificat de vie qui a été envoyé par la poste n'est pas plus élevé que le risque de perte en raison d'une erreur lors de l'envoi par courriel.

En cas de perte du certificat de vie à compléter, il existe la possibilité de demander un nouveau certificat de vie, outre la possibilité de télécharger un formula|ire « certificat de vie » sur le site web de l'Office.

L'Office national des pensions applique toute la souplesse nécessaire pour tenir compte de problèmes pratiques spécifiques lors du renvoi du document et, après contact avec l'intéressé; ou avec l'organisme qui délivre le certificat de vie, acceptera éventuellement un certificat de vie renvoyé par courriel.

L'Office national des pensions met tout en œuvre pour faciliter les contacts avec les bénéficiaires concernant le certificat de vie en appliquant des techniques modernes.

Le contrôle annuel du paiement correct des pensions belges à des bénéficiaires à l'étranger, est toutefois nécessaire et ne peut pas être considéré comme une tracasserie administrative.

In antwoord op haar vraag kan ik volgend antwoord geven over het levensbewijs gevraagd door de Rijksdienst voor pensioenen.

De Rijksdienst voor Pensioenen stuurt jaarlijks een levensbewijs aan iedere gerechtigde die in het buitenland woont. In 2007 verzond de Rijksdienst voor pensioenen 162 308 levensbewijzen.

Het levensbewijs kan ingevuld worden door een Belgische autoriteit ter plaatse of door een plaatselijke autoriteit zoals de gemeente, een rechter, ...

De levensbewijzen worden met de post naar de gerechtigden gezonden en inderdaad wordt verwacht dat het origineel ingevulde document wordt teruggezonden. Deze controle moet onder meer vermijden dat oude levensbewijzen na het overlijden van de gerechtigde hergebruikt worden om de betalingen verder te laten lopen. Op zich is het risico op verloren gaan van een levensbewijs dat per post verzonden werd niet groter dan het risico op verloren gaan door een fout bij de verzending per e-mail.

Bij het verloren gaan van het in te vullen levensbewijs, bestaat de mogelijkheid om een nieuw levensbewijs aan te vragen naast de mogelijkheid om een formulier « levensbewijs » te downloaden van de website van de Rijksdienst.

De Rijksdienst voor Pensioenen brengt de nodige soepelheid op om rekening te houden met specifieke praktische problemen bij de terugzending van het document en zal — na contact met de betrokkene of met de instelling die het levensbewijs aflevert — eventueel een per e-mail teruggezonden levensbewijs aanvaarden.

De Rijksdienst voor Pensioenen stelt alles in het werk om de contacten met gerechtigden in verband met het levensbewijs te vergemakkelijken door toepassing van moderne technieken.

De jaarlijkse controle van het terecht uitbetalen van Belgische pensioenen aan gerechtigden in het buitenland, is echter noodzakelijk en mag niet als een administratieve overlast gezien worden.