SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
28 avril 2008 28 april 2008
________________
Question écrite n° 4-897 Schriftelijke vraag nr. 4-897

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen
________________
Arriéré judiciaire - Résorption - Délais Gerechtelijke achterstand - Wegwerking - Termijnen 
________________
arriéré judiciaire
ministère public
juridiction pénale
procédure pénale
gerechtelijke achterstand
openbaar ministerie
strafrechtspraak
strafprocedure
________ ________
28/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/5/2008)
10/6/2008Antwoord
28/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/5/2008)
10/6/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-897 du 28 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-897 d.d. 28 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

J’apprends par la presse que le Collège des procureurs généraux a fait dresser un relevé de l’ampleur de l’arriéré judiciaire dans tous les ressorts judiciaires de Belgique. Les résultats n’inciteraient pas à l’optimisme. Le procureur général d’Anvers a déclaré au quotidien De Tijd du 5 février 2008 que la résorption de l’arriéré judiciaire nécessiterait non pas deux mais dix ans.

D’où mes questions au ministre :

1. Pourrais-je obtenir les résultats de l’enquête sur l’arriéré judiciaire menée par le Collège des procureurs généraux ?

2. Le ministre partage-t-il la conclusion du procureur général d’Anvers selon laquelle l’arriéré judiciaire ne sera pas résorbé en deux ans mais en cinq fois plus longtemps ? Est-ce acceptable ?

3. Prendra-t-il des mesures additionnelles pour écourter ces délais ? Dans l’affirmative, lesquelles ?

 

In de pers verneem ik dat het College van procureurs-generaal in kaart liet brengen hoe groot de achterstand is in alle rechtsgebieden in België. De resultaten zouden niet hoopgevend zijn. De Antwerpse procureur-generaal meldde dan ook in De Tijd van 5 februari 2008 dat “het wegwerken van de gerechtelijke achterstand geen twee jaar zal vergen, maar eerder tien jaar”.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister:

1. Is het mogelijk om de resultaten te bekomen van het onderzoek naar de gerechtelijke achterstand van het College van procureurs-generaal?

2. Is de geachte minister het eens met de conclusie van de Antwerpse procureur-generaal dat op twee jaar tijd de achterstand niet zal weggewerkt zijn maar het vijfvoudige van die termijn nodig is? Is dit aanvaardbaar?

3. Zal hij bijkomende maatregelen nemen om die termijnen te verkorten? Zo ja, welke?

 
Réponse reçue le 10 juin 2008 : Antwoord ontvangen op 10 juni 2008 :

1. Le Collège des procureurs généraux a effectivement fait dresser un relevé des délais de traitement des instructions sur tout le territoire belge et donc dans tous les ressorts. Cette étude donne une vue du laps de temps qui s'écoule entre l'entrée d'un dossier au parquet et le règlement de la procédure. Afin de donner un aperçu correct, le délai de traitement entre l'entrée d'un dossier et le règlement de la procédure a été divisé en plusieurs phases correspondant à des moments charnières du traitement d'un dossier.

En outre, cette étude statistique a été approfondie par une étude sur les délais de traitement par type de cause ou de qualification. L'objectif est de poursuivre dans cette voie afin d'obtenir un relevé du délai de traitement complet d'une affaire pénale. Cette étude s'accompagne d'un commentaire circonstancié visant à expliquer le contexte des données chiffrées et des analyses. Après une dernière mise en état, le document doit désormais être communiqué à tous les chefs de corps du ministère public pour qu'ils puissent réagir au texte des analyses et plus particulièrement effectuer un contrôle ponctuel sur les chiffres donnés. En effet, ce document n'aura de valeur scientifique qu'après avoir été contrôlé. Toutefois, la finalisation du projet a pris du retard en raison de la nécessité de faire traduire ce volumineux document. La relecture et la révision de la traduction ont pu être achevées il y a quelques jours seulement.

Par conséquent, le travail avance aussi rapidement que possible en vue d'une publication de cette intéressante analyse statistique mais malheureusement, il a fallu tenir compte de certains obstacles comme la capacité limitée en termes de traduction du secrétariat du Collège des procureurs généraux.

2. Le procureur général d'Anvers n'a jamais dit nulle part qu'il faudrait dix ans pour résorber l'arriéré judiciaire. Le problème de l'arriéré judiciaire diffère selon le lieu et résulte de divers facteurs pouvant varier localement. Dans son plan de modernisation, le ministère public a fait de la résorption de l'arriéré judiciaire et du contrôle des délais de traitement sa plus grande priorité et est en train de préparer une série de projets concrets à l'attention du ministre de la Justice en vue de l'exécution de ce plan. Le procureur général d'Anvers a indiqué que si les mesures adéquates sont prises, l'arriéré judiciaire pourrait ne plus être dans dix ans qu'un fait historique, en ce sens qu'il n'existerait plus en tant que tel. À certains endroits, l'arriéré a déjà été résorbé. La question étant basée sur une présentation erronée de ce qui a été communiqué, le troisième point ne nécessite pas de réponse.

1. Het College van procureurs-generaal heeft inderdaad de doorlooptijden van het gerechtelijk onderzoek over het ganse grondgebied van het Rijk en bijgevolg over alle rechtsgebieden in kaart laten brengen. Dit onderzoek geeft een beeld vanaf de instroom op het parket tot de regeling van de rechtspleging. Teneinde een degelijk overzicht te geven werd de doorlooptijd tussen instroom en regeling van de rechtspleging in meerdere fases ingedeeld die overeenkomen met scharniermomenten binnen de afhandeling van de zaken.

Bovendien werd dit statistisch onderzoek verder uitgediept met een onderzoek naar de doorlooptijden per type zaak of kwalificatie. De bedoeling is het ook verder te zetten zodat de volledige behandeling van een strafzaak in kaart komt. Dit onderzoek gaat gepaard met een omstandige toelichting om de context te verduidelijken van de cijfers en de analyses. Het document dient nu na een laatste in staat stelling aan alle korpschefs van het openbaar ministerie meegedeeld te worden teneinde te kunnen reageren op de tekst van de analyses, en inzonderheid de opgegeven cijfers punctueel te controleren. Het document zal inderdaad slechts wetenschappelijke waarde krijgen zodra het gecontroleerd werd. De finalisering van dit project heeft echter enige vertraging opgelopen wegens de noodzakelijke vertaling van het omstandig document. Het herlezen en bewerken van de vertaling kon slechts enkele dagen geleden worden beëindigd.

Er wordt bijgevolg zo snel mogelijk gewerkt teneinde dit belangwekkend statistisch onderzoek te kunnen vrijgeven, maar spijtig genoeg diende er rekening gehouden te worden met storende factoren zoals de beperkte vertalingscapaciteit van het secretariaat van het College van procureurs-generaal.

2. De procureur-generaal van Antwerpen heeft nooit of nergens gesteld dat er tien jaar zou nodig zijn om de gerechtelijke achterstand weg te werken. De gerechtelijke achterstand is een gediversifieerd probleem dat afhankelijk is van de plaats, en het gevolg is van uiteenlopende redenen die lokaal kunnen verschillen. Het openbaar ministerie heeft in zijn moderniseringsplan de strijd tegen de gerechtelijke achterstand en de bewaking van de doorlooptijden als hoogste prioriteit gesteld, en in uitvoering van dat plan bereidt het openbaar ministerie ter attentie van de minister van Justitie een aantal concrete plannen voor. De procureur-generaal van Antwerpen heeft gesteld dat, indien de adequate maatregelen worden genomen, de gerechtelijke achterstand binnen tien jaar nog slechts een historisch gegeven zou kunnen zijn, in die zin dat het als dusdanig niet meer zou bestaan. Op bepaalde plaatsen is het fenomeen reeds nu achterhaald. De vraag is dus gegrond op een verkeerde voorstelling van hetgeen werd meegedeeld, zodat het derde onderdeel geen verder antwoord behoeft.