SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
28 novembre 2007 28 november 2007
________________
Question écrite n° 4-88 Schriftelijke vraag nr. 4-88

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de la Justice

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie
________________
Établissements pénitentiaires - Parents détenus - Droits des enfants Penitentiaire instellingen - Gedetineerde ouders - Rechten van de kinderen 
________________
enfant
établissement pénitentiaire
détenu
parenté
droits de l'enfant
kind
strafgevangenis
gedetineerde
verwantschap
rechten van het kind
________ ________
28/11/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/12/2007)
20/12/2007Dossier gesloten
28/11/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/12/2007)
20/12/2007Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-162 Heringediend als : schriftelijke vraag 4-162
________ ________
Question n° 4-88 du 28 novembre 2007 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-88 d.d. 28 november 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les enfants dont les parents sont emprisonnés sont traités de façon inégale. Certains établissements pénitentiaires ont prévu des locaux de jeux pour ces enfants. Mais selon la « Kinderrechtencoalitie » (association flamande de défense des droits de l’enfant), dans bon nombre d’autres prisons, les parents ne disposent pas d’un espace de rencontre séparé. Selon cette association, on estime à 50% le pourcentage de détenus qui sont pères. Quelque 4,5% des détenus sont des femmes dont on estime que 50 à 70% sont mères. Bruges dispose de dix places pour des mères incarcérées qui souhaitent garder avec elles leur enfant de 0 à 3 ans. Hasselt possède deux places de ce type.

Le droit aux relations personnelles n’existe que dans le chef du parent. Si un parent détenu ne souhaite pas voir son fils ou sa fille, c’est tout à fait possible.

J’aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

Existe-t-il des directives communautaires sur les infrastructures et les équipements pour des parents qui ont des enfants et sont détenus dans des établissements pénitentiaires ? Un service minimum doit-il être prévu ?

Quand les articles relatifs à la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l’administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus seront-ils exécutés?

Combien d’enfants ont-ils actuellement un de leurs parents détenu dans un établissement pénitentiaire ?

 

Kinderen waarvan de ouders in de gevangenis zitten worden ongelijk behandeld. Sommige penitentiaire instellingen hebben speelruimtes voorzien voor deze kinderen. Maar in heel wat andere gevangenissen hebben ouders volgens de Kinderrechtencoalitie geen aparte bezoekruimte voor kinderen. Volgens de coalitie is naar schatting 50 procent van de gedetineerde mannen vader. Ongeveer 4,5 procent van de gedetineerden is vrouw en daarvan wordt het aantal moeders geschat op 50 à 70 procent. Brugge heeft tien plaatsen voor moeders die opgesloten worden en die hun kind tussen 0 en 3 jaar bij zich willen houden. Hasselt heeft twee plaatsen.

Het omgangsrecht bestaat enkel in hoofde van de ouder. Als een gedetineerde ouder zijn of haar kind niet wil zien, dan kan dat.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

Zijn er gemeenschappelijke richtlijnen voor infrastructuur en voorzieningen binnen penitentiaire instellingen voor ouders met kinderen? Is er een minimale dienstverlening die voorzien moet worden?

Wanneer worden de desbetreffende artikels betreffende de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden uitgevoerd?

Hoeveel kinderen hebben op dit ogenblik een ouder in een penitentiaire instelling?