SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
18 avril 2008 18 april 2008
________________
Question écrite n° 4-804 Schriftelijke vraag nr. 4-804

de Wouter Beke (CD&V N-VA)

van Wouter Beke (CD&V N-VA)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Armée - Missions à l’étranger - Aumôniers Leger - Buitenlandse opdrachten - Aalmoezeniers 
________________
armée
force à l'étranger
religion
krijgsmacht
strijdkrachten in het buitenland
godsdienst
________ ________
18/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/5/2008)
21/5/2008Antwoord
18/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/5/2008)
21/5/2008Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-190 Requalification de : demande d'explications 4-190
________ ________
Question n° 4-804 du 18 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-804 d.d. 18 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le ministre de la Défense a récemment décidé en accord avec le Conseil des ministres d’envoyer des troupes supplémentaires (140 soldats et 4 chasseurs à réaction F-16) dans la région afghane de Kandahar. Cette fois, on a opté pour un engagement plus dynamique (participation à plus haut risque) de nos militaires belges dans l’opération menée dans le cadre de l’OTAN.

Comme il a été décidé de faire participer davantage de militaires belges à des actions à l’étranger, la demande de soutien moral prodigué par les aumôniers au sein de la Défense augmente également. J’ai appris que le ministre prépare un nouvel arrêté royal relatif aux services des aumôniers. Maintenant que les missions à l’étranger augmentent de nouveau, la demande d’accompagnement par les aumôniers croît également. Le prédécesseur du ministre a en effet réduit le cadre de 105 à 14 ! Les nombreux problèmes psychiques auxquels un quart des soldats sont confrontés à la fin de leurs missions de paix prouvent la nécessité de la présence d’aumôniers.

Le ministre envisage-t-il de prendre une initiative pour répondre au besoin croissant d’aumôniers ?

 

Onlangs besliste de geachte minister van Landsverdediging in samenspraak met de Ministerraad om extra militaire troepen (honderd viertig manschappen en vier F16-straaljagers) te sturen naar de Afghaanse regio Kandahar. Deze keer werd gekozen voor een meer dynamische inzet (deelname met een hoger risico) van onze Belgische militairen binnen de operatie in NAVO verband.

Doordat er besloten wordt meer Belgische militairen te laten deelnemen aan buitenlandse acties groeit ook de vraag naar morele ondersteuning die de aalmoezeniers binnen Defensie verzorgen. Ik heb vernomen dat de geachte minister een nieuw koninklijk besluit voorbereidt over de aalmoezeniersdiensten. Nu de buitenlandse missies opnieuw toenemen, stijgt ook de vraag naar begeleiding van de aalmoezeniers. De voorganger van de geachte minister heeft namelijk het kader gedecimeerd van honderd en vijf naar veertien! Dat hun aanwezigheid noodzakelijk is blijkt uit de vele mentale problemen waarmee een kwart van de soldaten kampt bij de beëindiging van de vredesmissies.

Is hij van plan iets te ondernemen om aan de stijgende nood aan aalmoezeniers te voldoen?

 
Réponse reçue le 21 mai 2008 : Antwoord ontvangen op 21 mei 2008 :

Le cadre actuel pour les aumôniers est fixé par l'article 1er de l'arrêté royal du 9 février 1995 portant fixation du cadre organique du service de l'aumônerie en temps de paix. Ce cadre comprend quatorze aumôniers pour le culte catholique, un pour le culte protestant et un pour le culte israélite. Toutes ces fonctions sont actuellement occupées.

À côté de ce cadre, il existe depuis 1994 un cadre d'extinction. Actuellement deux aumôniers du culte catholique et deux aumôniers du culte protestant occupent des emplois dans ce cadre d'extinction. Ces emplois ne seront plus occupés après le départ de leur titulaire.

Le cadre pour les conseillers moraux est fixé par l'article 1er de l'arrêté royal du 9 février 1995 portant fixation du cadre organique du service des conseillers moraux en temps de paix. Ce cadre compte huit fonctions dont sept sont actuellement occupées.

Un avant-projet de loi fixant le statut des aumôniers et conseillers moraux auprès du ministère de la Défense ainsi qu'un projet d'arrêté royal fixant le statut administratif, pécuniaire et disciplinaire des aumôniers et conseillers moraux auprès du ministère de la Défense, sont actuellement en cours de finalisation.

L'ambition de ce nouveau statut est d'assurer, d'une part, une uniformisation des textes applicables aux aumôniers et aux conseillers moraux et, d'autre part, une mise à jour des dispositions afin de tenir compte de l'évolution de l'exercice de la fonction d'aumônier et de conseiller moral à la Défense.

Ces projets de texte créent la possibilité, inexistante à l'heure actuelle, d'engager des aumôniers et des conseillers moraux dans le cadre de la réserve. L'accès à ce cadre a été considérablement assoupli et simplifié. Ceci devrait permettre d'accroître dans le futur le nombre d'aumôniers et de conseillers moraux et de satisfaire ainsi de manière plus adéquate les besoins en assistance religieuse et morale émanant du personnel militaire, en particulier les militaires déployés en opération.

Dans ce cadre, les besoins en aumôniers et conseillers moraux du cadre actif seront également réévalués.

Het huidig kader voor de aalmoezeniers is vastgelegd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 februari 1995 houdende oprichting van de organieke personeelsformatie van de dienst van het aalmoezenierschap in vredestijd. Dit kader telt veertien aalmoezeniers voor de katholieke eredienst, een voor de protestantse en een voor de israëlische. Al die functies worden momenteel bezet.

Naast dit kader bestaat er sinds 1994 een uitdovingskader. Momenteel bezitten twee aalmoezeniers van de katholieke eredienst en twee aalmoezeniers van de protestante eredienst betrekkingen in dit uitdovingskader. Deze betrekkingen worden niet meer bezet na het vertrek van hun titularis.

Het kader voor de morele consulenten is vastgesteld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 februari 1995 houdende oprichting van de organieke personeelsformatie van de dienst van de morele consulenten in vredestijd. Dit kader telt acht functies waarvan er momenteel zeven bezet zijn.

Een voorontwerp van wet dat het statuut bepaalt van de aalmoezeniers en morele consulenten bij het ministerie van Defensie, alsook een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van het administratief, geldelijk en tuchtrechtelijk statuut van de aalmoezeniers en morele consulenten bij het ministerie van Defensie, worden momenteel gefinaliseerd.

De ambitie van dit nieuw statuut is om enerzijds de teksten met betrekking tot de aalmoezeniers en morele consulenten te uniformeren en anderzijds de bepalingen aan te passen teneinde rekening te houden met de evolutie van de uitoefening van de functie van aalmoezenier en morele consulent bij Defensie.

Deze ontwerpen van tekst bieden de mogelijkheid om aalmoezeniers en morele consulenten aan te werven in het reservekader, wat tot op heden niet mogelijk was. De toetreding tot dit kader werd gevoelig versoepeld en vereenvoudigd. Dit zou in de toekomst moeten toelaten het aantal aalmoezeniers en morele consulenten te verhogen en aldus beter tegemoet te komen aan de noodzaak inzake religieuze en morele bijstand uitgaand van het militair personeel, in het bijzonder van de militairen in operatie.

In dit kader zullen de behoeften aan aalmoezeniers en morele consulenten in het actief kader eveneens opnieuw geëvalueerd worden.