SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 avril 2010 7 april 2010
________________
Question écrite n° 4-7392 Schriftelijke vraag nr. 4-7392

de Wouter Beke (CD&V)

van Wouter Beke (CD&V)

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________________
Programmes d'ordinateur - Revenus de droits - Traitement fiscal Computerprogramma's - Inkomsten uit rechten - Fiscale behandeling 
________________
logiciel
droit d'auteur
impôt sur le revenu
computerprogramma
auteursrecht
inkomstenbelasting
________ ________
7/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 6/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
7/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 6/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Aussi posée à : question écrite 4-7391
Requalification de : demande d'explications 4-1616
Aussi posée à : question écrite 4-7391
Requalification de : demande d'explications 4-1616
________ ________
Question n° 4-7392 du 7 avril 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7392 d.d. 7 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 26 juin 2008, le Sénat a adopté un projet de loi qui introduit un statut fiscal pour les rémunérations prévues par la loi du 30 juin 1994 relative au droit d'auteur et aux droits voisins (maintenant : loi du 16 juillet 2008 modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 et organisant une fiscalité forfaitaire des droits d'auteur et des droits voisins). Il régnait autrefois la plus grande confusion quant à la qualification fiscale de ces revenus. Ceux-ci pouvaient en effet être taxés comme un revenu mobilier, un revenu divers, un profit ou un revenu professionnel, selon l'interprétation qui en était faite par l'administration fiscale.

La proposition de loi qualifie clairement ces revenus. Dorénavant, ils sont en principe toujours qualifiés de « revenus mobiliers ». Ce n'est qu'au-dessus d'un certain seuil qu'ils peuvent être requalifiés de revenus professionnels.

L'article 17 du Code des impôts sur les revenus 1992 ne parle que des droits d'auteur et des droits voisins tels que visés par la loi du 30 juin 1994 relative au droit d'auteur et aux droits voisins.

En ce qui concerne les programmes d'ordinateur, il existe toutefois une autre loi. La loi du 30 juin 1994 transposant en droit belge la directive européenne du 14 mai 1991 concernant la protection juridique des programmes d'ordinateur prévoit une protection juridique pour les programmes d'ordinateur.

Cette loi assimile les programmes d'ordinateur aux œuvres littéraires au sens de la Convention de Berne pour la protection des œuvres littéraires et artistiques. Diverses dispositions de la loi renvoient de manière explicite à la loi du 30 juin 1994 relative au droit d'auteur et aux droits voisins.

Pour l'industrie belge des logiciels, un secteur qui peut quand même être considéré comme plutôt innovateur, il importe qu'outre une protection juridique adéquate des fruits de son travail, elle puisse bénéficier de la même réglementation fiscale que celle en vigueur pour les droits d'auteurs et les droits voisins.

Pour ces motifs, je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. Le ministre peut-il me communiquer l'issue de la discussion sur l'application ou non aux programmes d'ordinateur de la réglementation fiscale relative aux droits d'auteur ?

2. Dans la négative, est-il disposé à adapter la réglementation fiscale récemment introduite pour les droits d'auteur et les droits voisins afin qu'elle s'applique aussi aux programmes d'ordinateur ? A-t-il une idée du coût budgétaire qu'une telle adaptation pourrait éventuellement entraîner ?

3. Un éventuel traitement fiscal inégal de ces revenus pourtant comparables est-il tenable au vu du principe d'égalité et de non-discrimination prévu par les articles 10 et 11 de la Constitution ?

 

In de Senaat werd op 26 juni 2008 een wetsontwerp goedgekeurd dat een fiscaal statuut invoert voor de vergoedingen voorzien in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (nu: wet van 16 juli 2008 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten). Voorheen bestond de grootste onduidelijkheid betreffende de fiscale kwalificatie van deze inkomsten. Deze inkomsten konden immers belast worden als een roerend inkomen, een divers inkomen, een baat of een beroepsinkomen naargelang de interpretatie door de belastingadministratie.

Met het wetsvoorstel werd een duidelijke kwalificatie gegeven aan de inkomsten. Voortaan worden deze inkomsten in beginsel altijd als een " roerend inkomen " gekwalificeerd. Slechts boven een bepaalde inkomstengrens kunnen deze inkomsten worden geherkwalificeerd als beroepsinkomsten.

Het artikel 17 van het Wetboek inkomstenbelastingen 1992 spreekt enkel van auteursrechten en naburige rechten als bedoeld in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Voor wat computerprogramma's betreft, bestaat er echter een andere wet. Met de Belgische wet van 30 juni 1994 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's werd voorzien in rechtsbescherming voor computerprogramma's.

Deze wet stelde computerprogramma's gelijk met werken van letterkunde in de zin van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst. Diverse bepalingen van deze wet verwijzen expliciet naar de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Voor de Belgische software-industrie, een industrie die toch als vrij innovatief kan worden beschouwd, is het van belang dat zij naast een adequate rechtbescherming van de vruchten van hun werk ook kunnen genieten van dezelfde fiscale regeling als de rechthebbenden van auteurs- en naburige rechten.

Om deze redenen had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Kan de geachte minister uitsluitsel geven over de discussie of computerprogramma's al dan niet onder de fiscale regeling voor de auteursrechten vallen?

2. Zoniet, is hij dan bereid om de recent ingevoerde fiscale regeling voor auteursrechten en naburige rechten aan te passen zodat computerprogramma's hier ook onder vallen? Heeft hij zicht op de eventuele budgettaire kostprijs hiervan?

3. Is een mogelijke fiscale ongelijke behandeling van deze vergelijkbare inkomsten houdbaar in het licht van het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel als bepaald in artikel 10 en 11 van de Grondwet?