SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 avril 2010 7 april 2010
________________
Question écrite n° 4-7292 Schriftelijke vraag nr. 4-7292

de Wouter Beke (CD&V)

van Wouter Beke (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid
________________
Employés - Chômage temporaire - Nombre d'entreprises - Nombre de travailleurs Bedienden - Tijdelijke werkloosheid - Aantal ondernemingen - Aantal werknemers 
________________
crise monétaire
chômage conjoncturel
chômage partiel
chômage technique
récession économique
employé
entreprise en difficulté
monetaire crisis
conjuncturele werkloosheid
gedeeltelijke werkloosheid
verlet
economische recessie
werknemer
onderneming in moeilijkheden
________ ________
7/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 6/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
7/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 6/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-1566 Requalification de : demande d'explications 4-1566
________ ________
Question n° 4-7292 du 7 avril 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7292 d.d. 7 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

J'avais interrogé la ministre (demande d'explications n° 4-1129, Annales n° 4-93 du 29 octobre 2009, p. 66) au sujet du chômage temporaire des employés. Entre-temps, cette mesure a été prolongée par le cabinet fédéral restreint jusqu'au 30 juin 2010.

Le nombre de paiements effectués dans le cadre du chômage économique des employés s'élève à 31 pour juillet 2009, 1205 pour août 2009 et 4695 pour septembre 2009.

À la fin du mois de septembre 2009, 588 entreprises au total avaient fait une déclaration de chômage économique auprès de l'Office national de l'emploi (ONEm), concernant 14 896 employés. Il s'agit de déclarations préalables indiquant une intention d'introduire le chômage temporaire, ce qui ne signifie donc pas que les personnes concernées ont effectivement été mises en chômage.

Parmi les 588 entreprises précitées, 42, soit 7,1 %, se situent dans la Région de Bruxelles-Capitale ; 60,4 % se situent en Région flamande, dont 77 en province d'Anvers, 43 dans le Limbourg, 78 en Flandre orientale, 124 en Flandre occidentale et 33 en Brabant flamand et 32,5 % en Région wallonne, dont 89 en province de Liège, 62 en Hainaut, 7 en province de Luxembourg, 14 en province de Namur et 19 en Brabant wallon.

1. Je souhaiterais apprendre de la ministre quels sont les résultats actuels de cette mesure, plus précisément, les nombres respectifs d'entreprises et d'employés ayant fait usage de cette mesure.

2. Je souhaiterais aussi connaître la ventilation régionale et provinciale.

3. La ministre peut-elle aussi m'informer de l'évolution du chômage temporaire chez les ouvriers, également ventilée par région et par province ?

 

Op 29 oktober 2009 stelde ik de vraag om uitleg nr. 4-1129 (Handelingen nr. 4-93 van 29 oktober 2009, blz. 66) met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid van bedienden. Ondertussen is de maatregel door het federaal kernkabinet verlengd tot 30 juni 2010.

Het aantal effectieve betalingen die zijn verricht voor de economische werkloosheid voor bedienden, bedraagt 31 in juli 2009, 1205 in augustus 2009 en 4695 in september 2009.

Eind september 2009 hadden in totaal 588 ondernemingen aan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) een aankondiging van economische werkloosheid gedaan en dat voor 14.896 verschillende bedienden. Het gaat om voorafgaande aankondigingen waar de intentie wordt bekendgemaakt om tijdelijke werkloosheid in te voeren. Dat wil daarom niet zeggen dat ze effectief werkloos werden gesteld.

Van de 588 hierboven aangehaalde ondernemingen liggen er 42, of 7,1 %, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 60,4 % ligt in het Vlaams Gewest, waarvan 77 in de provincie Antwerpen, 43 in de provincie Limburg, 78 in de provincie Oost-Vlaanderen, 124 in de provincie West-Vlaanderen en 33 in de provincie Vlaams-Brabant, en 32,5 % ligt in het Waals Gewest, waarvan 89 in de provincie Luik, 62 in de provincie Henegouwen, 7 in de provincie Luxemburg, 14 in de provincie Namen en 19 in de provincie Waals Brabant.

1. Graag had ik van de geachte minister vernomen wat de huidige resultaten van deze maatregel zijn. Met name, hoeveel ondernemingen en hoeveel bedienden hebben gebruik gemaakt van deze maatregel?

2. Ook had ik willen weten hoe de spreiding zich aftekent per gewest en per provincie.

3. Kan zij mij ook informeren over de evolutie van de tijdelijke werkloosheid van de arbeiders, met eveneens de spreiding per gewest en per provincie?