SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 avril 2010 7 april 2010
________________
Question écrite n° 4-7288 Schriftelijke vraag nr. 4-7288

de Wouter Beke (CD&V)

van Wouter Beke (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Données médicales - Conservation - Délai - Envoi électronique Medische gegevens - Bewaring - Termijn - Elektronische verzending 
________________
données médicales
document électronique
medische gegevens
elektronisch document
________ ________
7/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 6/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
7/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 6/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-1567 Requalification de : demande d'explications 4-1567
________ ________
Question n° 4-7288 du 7 avril 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7288 d.d. 7 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La numérisation s'étend de plus en plus, y compris dans le monde médical. Pour chaque patient qui se rend chez le médecin ou à l'hôpital, un dossier est créé afin de reconstituer le passé médical du patient, à d'éventuelles fins médicales futures. Lorsqu'un hôpital transmet le dossier d'un patient par exemple au médecin généraliste, pour que celui-ci complète le dossier du patient, l'hôpital utilise presque chaque fois tant la voie électronique que la voie écrite.

Selon moi, l'envoi électronique permet d'économiser un montant considérable sur les frais administratifs et les frais de port.

1. C'est pourquoi je souhaiterais savoir si les médecins généralistes et/ou les hôpitaux peuvent se contenter d'un dossier électronique avec, bien entendu, un back-up complet. Je souhaiterais savoir également comment il est possible de pourvoir à un back-up complet. Cela relève-t-il uniquement de la responsabilité du médecin concerné ou de celle de l'hôpital, ou utilise-t-on à cette fin un réseau (déjà) existant ?

2. Je souhaiterais également savoir dans quelle mesure les documents écrits doivent encore être conservés. Selon la loi du 10 juin 1998 modifiant certaines dispositions en matière de prescription, tous les dossiers antérieurs au 27 juillet 1998 devaient être conservés pendant trente ans. Qu'en est-il du délai de conservation des dossiers postérieurs au 27 juillet 1998 ?

 

De digitalisering neemt steeds toe, ook in de medische wereld. Van elke patiënt die bij de dokter of in een ziekenhuis langsgaat wordt een dossier aangemaakt om een medische achtergrond van deze patiënt op te bouwen voor eventuele latere medische doeleinden. Wanneer er een patiëntendossier vanuit een ziekenhuis wordt overgemaakt aan bijvoorbeeld de huisarts, om het dossier van de patiënt te vervolledigen, gebeurt dit vrijwel in alle gevallen zowel elektronisch als schriftelijk.

Mijns inziens kan bij het kiezen voor de elektronische verzending voor een aanzienlijk bedrag bespaard worden op vlak van administratie- en portokosten.

1. Graag had ik dan ook van de geachte minister vernomen of de huisartsen en / of de ziekenhuizen zich mogen beperken tot een elektronisch dossier, met uiteraard een perfecte back-up? Een tweede vraag hierbij is hoe er in een perfecte back-up kan worden voorzien. Is dit enkel de verantwoordelijkheid van de betrokken arts of van het ziekenhuis of wordt hiervoor gebruik gemaakt van een (al) bestaand netwerk?

2. Eveneens vernam ik graag in welke mate geschreven stukken nog bewaard dienen te blijven. Alle dossiers tot 27 juli 1998 dienden volgens de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring dertig jaar bewaard te blijven. Wat met de bewaringstermijn voor de dossiers vanaf 27 juli1998?