SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
17 mars 2010 17 maart 2010
________________
Question écrite n° 4-7252 Schriftelijke vraag nr. 4-7252

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au Premier Ministre

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister
________________
Port de la ceinture de sécurité - Dispenses temporaires ou définitives - Nombre Dragen van een veiligheidsgordel - Tijdelijke of definitieve vrijstellingen - Aantallen 
________________
sécurité routière
dispositif de sécurité
statistique officielle
verkeersveiligheid
veiligheidsinrichting
officiële statistiek
________ ________
17/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
23/4/2010Antwoord
17/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
23/4/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7253 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7253
________ ________
Question n° 4-7252 du 17 mars 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7252 d.d. 17 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les personnes handicapées, les femmes enceintes et certaines autres personnes peuvent adresser une demande de dispense du port de la ceinture de sécurité, accompagnée d'une attestation médicale, à la direction générale Mobilité et Sécurité routière.

Ceci m'amène à poser les questions suivantes.

1. Combien de demandes de dispense du port de la ceinture de sécurité la direction générale Mobilité et Sécurité routière a-t-elle reçues en 2009 ? Combien en a-t-on enregistré au cours des neuf années précédentes ?

2. Combien de demandes ont-elles été refusées pour ces périodes ? Quel était le principal motif de refus ? Combien de conducteurs/passagers ont-ils obtenu une dispense ?

3. Combien de dispenses temporaires et combien de dispenses à validité illimitée ont-elles été octroyées ?

 

Personen met een handicap, zwangere vrouwen en andere kunnen bij het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid een aanvraag tot vrijstelling op het dragen van een veiligheidsgordel indienen, vergezeld van een doktersattest.

Vandaar mijn vragen:

1. Hoeveel aanvragen tot vrijstelling voor het dragen van een veiligheidsgordel ontving het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid in 2009? Hoeveel waren dat er in de voorgaande negen jaren?

2. Hoeveel aanvragen werden in die periodes geweigerd? Welke is de voornaamste reden? Hoeveel bestuurders/passagiers ontvingen een vrijstelling?

3. Hoeveel tijdelijke vrijstellingen werden uitgereikt en hoeveel zonder limietdatum van geldigheid?

 
Réponse reçue le 23 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 23 april 2010 :

J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit :

En 2009, 3 054 dérogations ont été délivrées. De 2000 à 2008, elles étaient au nombre de respectivement 3 237, 2 495, 3 473, 4 807, 4 787, 4 957, 4 053, 3 349 et 3 363.

Depuis 2007, une tendance positive semble amorcée en ce qui concerne le nombre de dérogations délivrées.

Pour obtenir une dérogation au port obligatoire de la ceinture de sécurité, il suffit de se rendre chez le médecin de son choix pour lui faire remplir l’attestation destinée à cet effet et de la transmettre ensuite au Service public fédéral (SPF) Mobilité et Transports. Le SPF délivre à l’intéressé une carte de dérogation, sans se prononcer sur l’opportunité de l’attestation complétée par le médecin.

Le médecin en question n’est d’ailleurs pas tenu d’indiquer la nature précise de la contre-indication médicale. C’est le médecin qui décide en toute autonomie si le patient peut être dispensé du port de la ceinture de sécurité et pour quelle durée.

Dès lors, le SPF Mobilité et Transports ne peut refuser une demande correctement remplie mais pourrait demander des éventuels éclaircissements (par exemple lorsque le médecin déclare que pour des raisons médicales, l’intéressé peut être dispensé du port obligatoire de la ceinture dans un camion). Il n’est toutefois pas possible de limiter la dérogation au port obligatoire de la ceinture à certaines catégories de véhicules. Dans ce cas, le SPF interroge le médecin en vue de savoir s’il faut délivrer une dérogation générale ou ne pas en délivrer.

La répartition des dérogations, en dérogations illimitées et limitées dans le temps, se présente comme suit:


Illimitées dans le temps

Limitées dans le temps

Total


N

F

N

F


2000

1 999

964

187

108

3 258

2001

1 558

693

188

91

2 530

2002

2 302

928

205

105

3 540

2003

2 585

1169

274

132

4 807

2004

2 654

1042

300

118

4 787

2005

2 721

908

405

164

4 957

2006

2 070

833

531

215

4 053

2007

1 815

728

474

222

3 349

2008

1 972

705

472

214

3 363

2009

1 718

644

466

226

3 054



Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden:

In 2009 werden 3 054 vrijstellingen afgeleverd. Van 2000 tot 2008 werden er respectievelijk 3 237, 2 495, 3 473, 4 807, 4 787, 4 957, 4 053 en 3 349 en 3 363 vrijstellingen afgeleverd.

Sedert 2007 lijkt een positieve trend met betrekking tot het aantal afgeleverde vrijstellingen te zijn ingezet.

Voor een vrijstelling van de draagplicht van de veiligheidsgordel te bekomen, volstaat het dat een geneesheer naar keuze het daartoe bestemde attest invult, dat aan de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer wordt overgemaakt. De FOD levert aan betrokkene een vrijstellingskaart af, zonder een oordeel te vellen over de opportuniteit van het door de geneesheer ingevulde attest.

De betreffende geneesheer dient overigens niet de precieze aard van de medische tegenindicatie te benoemen. Het is de geneesheer die autonoom beslist of een patiënt vrijgesteld kan worden van het dragen van de veiligheidsgordel en voor welke termijn.

Het komt de FOD Mobiliteit en Vervoer dan ook niet toe om een correct ingevulde aanvraag te weigeren, maar wel om eventuele verduidelijkingen te vragen (bijvoorbeeld indien de geneesheer aangeeft dat betrokkene medisch vrijgesteld kan worden voor het dragen van de gordel in een vrachtwagen). Het is echter niet mogelijk de vrijstelling van gordeldracht te beperken tot bepaalde voertuigcategorieën, dus vraagt de FOD in dat geval aan de geneesheer of een algehele vrijstelling wordt aangevraagd dan wel geen vrijstelling.

De verdeling tijdelijke vrijstellingen en vrijstellingen zonder tijdslimiet is als volgt:


Onbeperkt in tijd

Beperkt in tijd

Totaal


N

F

N

F


2000

1 999

964

187

108

3 258

2001

1 558

693

188

91

2 530

2002

2 302

928

205

105

3 540

2003

2 585

1169

274

132

4 807

2004

2 654

1042

300

118

4 787

2005

2 721

908

405

164

4 957

2006

2 070

833

531

215

4 053

2007

1 815

728

474

222

3 349

2008

1 972

705

472

214

3 363

2009

1 718

644

466

226

3 054