SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
5 mars 2010 5 maart 2010
________________
Question écrite n° 4-7090 Schriftelijke vraag nr. 4-7090

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Loi du 5 août 1992 sur la fonction de police - Procédure d'embargo - Utilisation - Augmentation Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt - Embargoprocedure - Gebruik - Stijging 
________________
Banque de données nationale générale (Police)
police
police locale
base de données
enquête judiciaire
Algemene Nationale Gegevensbank (Politie)
politie
gemeentepolitie
gegevensbank
gerechtelijk onderzoek
________ ________
5/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/4/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
5/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/4/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 4-7090 du 5 mars 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7090 d.d. 5 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le cadre d’instructions judiciaires, la magistrature peut recourir à ce que l’on appelle la « procédure d’embargo » telle que prévue par la loi sur la fonction de police et cela, dans l'intérêt de l'instruction judiciaire.

Cette procédure implique qu’une suspension temporaire soit ordonnée par le magistrat, en accord avec le procureur fédéral, pour l’envoi des informations judiciaires à la Banque de données nationale générale (BNG). Il s’agit d’une procédure dérogatoire à la règle générale de l’envoi telle que prévue à l’article 44/4 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police.

La procédure d’embargo limite l’utilisation des informations disponibles dans le cadre d’une instruction judiciaire et a donc un impact sur l’exercice des droits démocratiques dans notre société, en l’espèce le droit à un procès équitable. L’enquête du Comité P a montré qu’aucun problème notable ne semble se poser actuellement concernant la procédure d’embargo. Le nombre de dossiers sous embargo a cependant augmenté de façon exponentielle ces dernières années.

1. Pour combien de dossiers a-t-on utilisé ces cinq dernières années une procédure d'embargo ? Quelle évolution a-t-on observée au cours de ces cinq années ?

2. Quelle est la cause de l'augmentation exponentielle ?

3. De quelles sortes de dossiers s'agissait-il principalement (terrorisme, crime organisé, traite des êtres humains, drogues, association de malfaiteurs,...) ?

4. Existe-t-il un lien entre le nombre croissant de procédures d'embargo et l'utilisation de certaines méthodes particulières de recherche ?

 

In het kader van gerechtelijke onderzoeken kan de magistratuur in het belang van het onderzoek gebruik maken van de zogenaamde “embargoprocedure”, zoals voorzien in de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.

Deze procedure houdt in dat er door de magistraat, in akkoord met de federale procureur, een tijdelijke opschorting bevolen wordt van de toezending van de gerechtelijke informatie naar de algemene nationale gegevensbank (ANG). Het is een uitzonderingsprocedure op de algemene regel van de toezending zoals voorzien in artikel 44/4 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.

De embargoprocedure legt het gebruik van beschikbare informatie in het kader van een gerechtelijk onderzoek aan banden. Deze procedure heeft dus een impact op de uitoefening van de democratische rechten in onze samenleving, met name op het recht op een eerlijk proces. Het onderzoek van het Comité P heeft uitgewezen dat er zich met de embargoprocedure actueel geen noemenswaardige problemen lijken voor te doen. Het aantal embargodossiers is de laatste jaren wel exponentieel gestegen.

1. Voor hoeveel dossiers werd de voorbije vijf jaar een embargoprocedure gebruikt? Hoe is dit in de loop van die vijf jaar geëvolueerd?

2. Wat is de oorzaak van deze exponentiële stijging?

3. Om welke soorten dossiers ging het voornamelijk (terrorisme, georganiseerde misdaad, mensenhandel, drugs, bendevorming, …)?

4. Is er een verband tussen het toenemende aantal embargoprocedures en het gebruik van bijzondere opsporingsmethoden?