SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
8 février 2010 8 februari 2010
________________
Question écrite n° 4-6819 Schriftelijke vraag nr. 4-6819

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Déclaration fiscale - Non-introduction - Suites Belastingaangifte - Niet-indiening - Gevolgen 
________________
impôt sur le revenu
déclaration d'impôt
inkomstenbelasting
belastingaangifte
________ ________
8/2/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010)
15/4/2010Antwoord
8/2/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010)
15/4/2010Antwoord
________ ________
Question n° 4-6819 du 8 février 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6819 d.d. 8 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le cadre de mes travaux au Sénat, j'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1. Combien de personnes n'ont-elles pas introduit de déclaration fiscale en 2009 ? J'aimerais obtenir une ventilation par région et une comparaison avec les années précédentes.

2. Quelles sont les raisons principales de la non-introduction de la déclaration fiscale ?

3. Quelle suite a-t-elle été donnée à la non-introduction de la déclaration fiscale ?

 

In het kader van mijn werkzaamheden in de Senaat ontving ik graag een antwoord op onderstaande vragen.

1. Hoeveel personen hebben in het jaar 2009 geen belastingaangifte ingediend? Graag kreeg ik een opdeling per gewest en een vergelijking met voorgaande jaren.

2. Wat zijn de voornaamste oorzaken van de niet-indiening van de belastingaangifte?

3. Welk gevolg werd gegeven aan de niet-indiening van de belastingaangifte?

 
Réponse reçue le 15 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 15 april 2010 :

1. Pour les statistiques relatives au nombre de déclarations non déposées pour l’exercice d’imposition 2009 en matière d’impôt des personnes physiques, je vous renvoie à ma réponse à la question n° 364 de M. Jenne De Potter, représentant, posée le 25 janvier 2010.

En ce qui concerne les données statistiques en matière des exercices d’imposition précédents, je vous renvoie à ma réponse à la question n° 4-1264 de M.  Hugo Vandenberghe, sénateur, posée le 11 juillet 2008 et à la réponse à la question n° 4-5200 de M. Paul Wille, sénateur, posée le 7 décembre 2009.

2. Le non-dépôt de la déclaration à l’impôt des personnes physiques relève de la responsabilité du contribuable lui-même. Les causes de l’absence de déclaration peuvent être fort diverses : la négligence, l’acte intentionnel, la force majeure, etc.

3. En cas de non-dépôt de la déclaration, l’administration dispose d’emblée du délai d’imposition de trois ans prenant cours le 1er janvier de l’exercice d’imposition. L’administration peut procéder également à l’établissement d’une taxation d’office, avec pour corollaire le renversement du fardeau de la preuve. En outre, l’administration a la possibilité d’infliger des sanctions (amendes et/ou accroissements).

1. Voor de statistieken betreffende het aantal niet-ingediende aangiften inzake de personenbelasting voor het aanslagjaar 2009, verwijs ik naar mijn antwoord op de vraag nr. 364 van de heer Jenne De Potter, volksvertegenwoordiger, gesteld op 25 januari 2010.

Wat de statistische gegevens inzake de vorige aanslagjaren betreft, verwijs ik u naar mijn antwoord op de vraag nr. 4-1264 van de heer Hugo Vandenberghe, senator, van 11 juli 2008 en het antwoord op de vraag nr. 4-5200 gesteld door de heer Paul Wille, senator, op 7 december 2009.

2. Het niet indienen van de aangifte in de personenbelasting behoort tot de verantwoordelijkheid van de belastingplichtige zelf. De oorzaken van het niet indienen van de aangifte kunnen zeer uiteenlopend zijn: nalatigheid, opzettelijkheid, overmacht, enz.

3. Bij niet-indiening van de aangifte beschikt de administratie onmiddellijk over de aanslagtermijn van drie jaar die aanvangt op 1 januari van het aanslagjaar. Tevens kan de administratie overgaan tot het vestigen van een aanslag van ambtswege, met de omkering van de bewijslast als gevolg. Daarnaast heeft de administratie de mogelijkheid om sancties (boetes en/of belastingverhogingen) op te leggen.