SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
15 janvier 2010 15 januari 2010
________________
Question écrite n° 4-6515 Schriftelijke vraag nr. 4-6515

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Membres de bande de motard - Faits criminels - Inventaire Leden van motorbendes - Criminele feiten - Inventarisatie 
________________
véhicule à deux roues
trafic de stupéfiants
coopération policière (UE)
lutte contre le crime
police
tweewielig voertuig
handel in verdovende middelen
politiële samenwerking (EU)
misdaadbestrijding
politie
________ ________
15/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
15/4/2010Antwoord
15/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
15/4/2010Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 4-6516 Aussi posée à : question écrite 4-6516
________ ________
Question n° 4-6515 du 15 janvier 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6515 d.d. 15 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En 2008, la police fédérale aurait classé 495 membres de bandes de motards comme criminels ou comme impliqués dans des faits criminels.

1. Le ministre peut-il dire combien de membres de ces bandes de motard ont été répertoriés en 2009 comme criminels ?

2. Combien parmi eux ont-ils été effectivement enregistrés dans la banque de données nationale générale ?

3. Quel est le type de délits qui est attribué à ces bandes ?

4. Dans quelle mesure la police fédérale belge se concerte-t-elle avec les polices d'autres pays pour traiter ce phénomène et réprimer les auteurs efficacement ?

5. Combien de membres de la police fédérale sont-ils occupés à temps plein pour suivre cette question ?

 

In 2008 zou de federale politie 495 leden van motorbendes hebben geïdentificeerd als zijnde crimineel of betrokken bij criminele feiten.

1. Kan de geachte minister melden hoeveel leden van deze motorbendes in 2009 werden geïnventariseerd als zijnde crimineel?

2. Hoeveel onder hen werden ook effectief geregistreerd bij de algemene nationale gegevensbank?

3. Aan welke soort misdrijven worden de bendes gelieerd?

4. In welke mate wordt door de Belgische federale politie overlegd met de politiediensten van andere landen om het fenomeen in kaart te brengen en om efficiënt repressief te kunnen op te treden?

5. Hoeveel personeelsleden van de federale politie houden zich voltijds bezig met deze problematiek?

 
Réponse reçue le 15 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 15 april 2010 :

Question 1 et question 2 :

Les chiffres indiqués en 2008 sont le résultat d’une analyse ponctuelle approfondie qui a examiné l’implication de membres de bandes de motards dans des infractions liées aux stupéfiants. Cette analyse a duré plusieurs mois. Théoriquement, il serait possible d’apporter une réponse aux questions posées. Néanmoins, une analyse similaire s’impose.

Question 3 :

La police fédérale constate par expérience que les membres de bandes criminelles de motards sont généralement actifs en matière de stupéfiants et se livrent, dans une moindre mesure, au trafic d’armes et de pièces de moteur volées. Les informations disponibles révèlent en outre que certains membres de bandes de motards commettent également des faits d’extorsion, en promettant une protection contre de l’argent.

Question 4 :

Il existe au niveau d’EUROPOL un groupe de travail (AWF MONITOR) au sein duquel siègent différents États membres en vue de suivre le phénomène des bandes de motards. La Police fédérale belge participe elle aussi à cette plate-forme de concertation.

Question 5 :

Au sein de la Police fédérale, quatre membres du personnel au niveau central s’occupent à temps plein de cette problématique. Dans certains arrondissements, la problématique requiert également l’engagement à temps plein de plusieurs chercheurs.

(Source : Police fédérale, DGJ/DJC)

Vraag 1 en vraag 2:

De cijfers die werden weergegeven in 2008 zijn het resultaat van een doorgedreven punctuele analyse waarbij een studie werd gedaan naar de betrokkenheid van leden van motorbendes bij drugsdelicten. Deze analyse heeft een aantal maanden in beslag genomen. Theoretisch zou het mogelijk zijn om op de gestelde vragen een antwoord te geven, doch dit vergt een gelijkaardige analyse.

Vraag 3:

Op basis van ervaring uit het verleden stelt de federale politie vast dat leden van criminele motorbendes meestal actief zijn inzake verdovende middelen, in mindere mate in trafiek van wapens en gestolen motoronderdelen. Verder geeft de beschikbare informatie die aan dat sommige leden van motorbendes zich ook bezighouden met feiten van afpersing waarbij zij protectie beloven in ruil voor geld.

Op vraag 4:

Op het niveau EUROPOL bestaat er een werkgroep (AWF MONITOR) waarin verschillende aangesloten lidstaten zitten die het fenomeen van de motorbendes opvolgen. De Belgische federale politie maakt ook deel uit van dit overlegplatform.

Op vraag 5:

Binnen de federale politie, op het centraal niveau, houden zich vier personeelsleden voltijds bezig met deze problematiek. In sommige arrondissementen noopt de problematiek eveneens tot fulltime engagement van enkele onderzoekers

(Bron: Federale Politie, DGJ/DJC)