SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 décembre 2009 7 december 2009
________________
Question écrite n° 4-6246 Schriftelijke vraag nr. 4-6246

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

au secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé des Personnes handicapées, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'intégration sociale

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Internet - Utilisation par les fonctionnaires - Usage privé - Réglementation Internet - Gebruik door ambtenaren - Privé-gebruik - Reglementering 
________________
fonctionnaire
fonction publique
Internet
lieu de travail
règlement
ambtenaar
overheidsapparaat
internet
werkplek
verordening
________ ________
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
28/1/2010Antwoord
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
28/1/2010Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-4284 Réintroduction de : question écrite 4-4284
________ ________
Question n° 4-6246 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6246 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L’internet a incontestablement de nombreux avantages : il permet d’obtenir rapidement des informations, il permet à la personne qui mène des recherches de les mener à bien rapidement sans devoir se déplacer et les communications se sont considérablement accélérées.

Les travailleurs qui ont accès à internet pendant l’exercice de leur profession ne s’en servent pas uniquement pour des raisons professionnelles, ce qui est humain. Mais lorsque l’ « abus » dépasse les bornes, ou pour agir de manière préventive, des entreprises et employeurs particuliers instaurent parfois des restrictions. Il arrive ainsi qu’un certain nombre de sites deviennent inaccessibles pour le travailleur ou – à l’inverse – que l’accès ne soit accordé qu’à des sites spécifiques liés au travail. Parfois aussi des mesures sont prises pour limiter l’utilisation de sites web sociaux (Facebook, Netlog, …) pendant les heures de travail.

J’aimerais savoir si, dans les départements et les institutions relevant de votre tutelle :

il existe une réglementation spécifique liée à la consultation d’internet pendant les heures de travail. Dans l’affirmative, quelle est-elle ?

il existe une réglementation spécifique liée à l’utilisation de sites web sociaux pendant les heures de travail. Dans l’affirmative, quelle est-elle ?

 

Het internet heeft onmiskenbaar heel wat voordelen: het heeft ervoor gezorgd dat snel informatie kan verworven worden, dat opzoekopdrachten snel tot een goed einde gebracht worden zonder dat degene die de opzoekingen doet zich moet verplaatsen en dat communicatie enorm versneld werd.

Werknemers die tijdens de uitoefening van hun job toegang tot het internet hebben, maken hiervan niet enkel voor professionele redenen gebruik. Wat menselijk is. Wanneer het ‘misbruik’ evenwel de spuigaten uitloopt of gewoon om preventief op te treden, voeren bedrijven en particuliere werkgevers soms restricties in. Zo gebeurt het dat een aantal sites ontoegankelijk worden gemaakt voor de werknemer, of – omgekeerd - dat er enkel toelating verleend wordt om specifieke (werkgerelateerde) sites te bezoeken. Ook worden soms maatregelen genomen om het gebruik tijdens de werkuren van sociale netwerksites (Facebook, Netlog, …) aan banden te leggen.

Graag had ik vernomen of er in de departementen en in de instellingen die onder uw voogdij staan:

Specifieke reglementering bestaat in verband met het consulteren van het internet tijdens de werkuren. Zo ja, dewelke?

Specifieke reglementering bestaat in verband met het gebruik van sociale netwerksites tijdens de werkuren. Zo ja, dewelke?

 
Réponse reçue le 28 janvier 2010 : Antwoord ontvangen op 28 januari 2010 :

En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous signaler que la Direction-générale, Personnes handica-pées, fait partie du Service public fédéral (SPF) Sécurité sociale.

Étant donné que la question posée a trait au fonctionnement au sein du SPF, je vous prie de bien vouloir vous référer à la réponse qui sera fournie par ma collègue, Mme Laurette Onkelinx, ministre des Affaires Sociales, à la question 4-4266, ayant le même objet.

In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u mee te delen dat de Directie-generaal Personen met een Handicap, deel uitmaakt van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.

Aangezien de gestelde vraag betrekking heeft tot de werking binnen de Federale Overheidsdienst (FOD), ben ik zo vrij u te verwijzen naar het antwoord dat verstrekt zal worden door mijn collega mevrouw Laurette Onkelinx, minister van Sociale Zaken, op de vraag 4-4266, met hetzelfde onderwerp..