SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
3 avril 2008 3 april 2008
________________
Question écrite n° 4-616 Schriftelijke vraag nr. 4-616

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
________________
Théâtre royal de la Monnaie - Contrôle tardif et certification des comptes - Budgets modifiés Koninklijke Muntschouwburg - Laattijdige controle en certificatie van rekeningen - Gewijzigde begrotingen 
________________
arts du spectacle
vérification des comptes
budget
compte
Cour des comptes (Belgique)
dramatische kunst
verificatie van de rekeningen
begroting
rekening
Rekenhof (België)
________ ________
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-428
Réintroduite comme : question écrite 4-2709
Réintroduction de : question écrite 4-428
Réintroduite comme : question écrite 4-2709
________ ________
Question n° 4-616 du 3 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-616 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Étant donné que les comptes du Théâtre royal de la Monnaie pour les années 2003 et 2004 ont été contrôlés et certifiés par le réviseur d’entreprises plusieurs mois après les délais fixés par la loi, leur confection, leur soumission à l’approbation du ministre et leur transmission à la Cour des comptes sont effectuées avec retard. C’est pourquoi la Cour a recommandé de mentionner dans la lettre de désignation du réviseur d’entreprises la date à laquelle son rapport de contrôle doit être disponible. En outre, il est souhaitable que, sur la base d’un contrôle complet exécuté conformément aux normes en vigueur de l’Institut des réviseurs d’entreprises, le réviseur d’entreprises puisse émettre une opinion au sujet de l’image fidèle des comptes, avant de les soumettre au conseil d’administration pour approbation. D’une manière générale, la Cour des comptes a souligné la responsabilité du directeur et du gestionnaire financier qui doivent veiller, conjointement avec le conseil d’administration, à l’établissement des comptes et à leur transmission au ministre de tutelle en temps voulu. Il n’a pas pu être démontré que les budgets modifiés par l’organisme ont été approuvés formellement par le ministre concerné et le ministre du Budget.

1. Des mesures ont-elles été prises en vue d’éliminer les retards susmentionnés ?

2. Le réviseur d’entreprise a-t-il déjà réalisé un contrôle intégral, ainsi que le demandait la Cour des comptes ?

3. Dans l’affirmative, a-t-il déjà formulé une « opinion » sur l’image fidèle des comptes ? Le cas échéant, quel était son avis ?

4. Entre-temps, les budgets modifiés ont-ils été approuvés par le ministre concerné et le ministre du Budget ? Si cela avait déjà été fait précédemment, pourquoi n’a-t-on pas pu le démontrer à l’aide des documents nécessaires ?

 

Omdat de rekeningen van de Koninklijke Muntschouwburg van de jaren 2003 en 2004 pas maanden na de in de wet bepaalde termijnen worden gecontroleerd en gecertificeerd door de bedrijfsrevisor, worden deze laattijdig opgemaakt, laattijdig ter goedkeuring voorgelegd aan de geachte eerste minister, en laattijdig voorgelegd aan het Rekenhof. Daarom heeft het Rekenhof aanbevolen dat in de aanstellingsbrief van de bedrijfsrevisor het tijdstip zou vermeld worden waarop het controleverslag beschikbaar moet zijn. Bovendien werd het wenselijk geacht dat de bedrijfsrevisor aan de hand van een volledige controle, uitgevoerd conform de geldende normen van het Instituut der bedrijfsrevisoren, een opinie zou uitbrengen over het getrouw beeld van de rekeningen voordat de Raad van beheer die rekeningen goedkeurt. In algemene zin heeft het Rekenhof gewezen op de verantwoordelijkheid van de directeur en de financieel beheerder, om, samen met de Raad van beheer, te zorgen voor de tijdige opmaak van de rekeningen en de voorlegging ervan aan de toezichthoudende minister. Er kon niet aangetoond worden dat de door de instelling gewijzigde begrotingen formeel waren goedgekeurd door de geachte eerste minister en de minister van Begroting.

1. Zijn er maatregelen genomen om hoger genoemde vertragingen weg te werken?

2. Heeft de bedrijfsrevisor reeds een volledige controle uitgevoerd, zoals het Rekenhof vroeg?

3. Zo ja, heeft hij reeds een "opinie" geformuleerd over het getrouw beeld van de rekeningen? Wat was desgevallend zijn oordeel?

4. Zijn de gewijzigde begrotingen intussen formeel goedgekeurd door de geachte eerste minister en de minister van Begroting? Indien dit reeds eerder was gebeurd, waarom kon dat dan niet met de nodige documenten aangetoond worden?