SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
3 avril 2008 3 april 2008
________________
Question écrite n° 4-600 Schriftelijke vraag nr. 4-600

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
________________
Agents de gardiennage - Formation Bewakingsagenten - Opleiding 
________________
sécurité et gardiennage
formation professionnelle
patrimoine culturel
bâtiment public
beveiliging en bewaking
beroepsopleiding
cultureel erfgoed
openbaar gebouw
________ ________
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-294
Réintroduite comme : question écrite 4-2707
Réintroduction de : question écrite 4-294
Réintroduite comme : question écrite 4-2707
________ ________
Question n° 4-600 du 3 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-600 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L’article 6 de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière dispose que le Roi détermine les conditions en matière de formation professionnelle, d’expérience professionnelle et d’examen médical et psychotechnique du personnel des services de sécurité privée et particulière. L’arrêté royal du 21 décembre y afférent dispose qu’un agent de gardiennage qui appartient uniquement à un service interne de sécurité d’une institution permanente de droit public qui gère le patrimoine culturel doit être en possession d’une attestation de compétence d’agent de gardiennage – gardien de patrimoine.

Selon l’article 21 de l’arrêté royal, cette formation porte sur ce qui suit: réglementation relative au gardiennage et étude approfondie des droits et des obligations de l’agent de gardiennage ; conscience culturelle et contact avec la diversité ; observation et rapport ; approche psychologique des conflits ainsi que prévention appliquée et intervention dans des institutions permanentes qui gèrent un patrimoine culturel.

Il semblerait que cette dernière partie de la formation (12 heures de cours) ne soit pas encore organisée, quoique cela fasse plus d’un an que cet arrêté royal a été publié.

Est-il vrai que cette partie de la formation « prévention appliquée et intervention dans des institutions permanentes qui gèrent un patrimoine culturel » ne soit pas encore appliquée ?

Y a-t-il d’autres formations ou parties de formation pour les agents de gardiennage qui ne soient pas encore mises en œuvre ?

Quelles en sont les conséquences pour les agents de gardiennage ?

À partir de quand cette formation et éventuellement d’autres formations pourront-elles être suivies ?

 

Artikel 6 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid stelt dat de Koning de voorwaarden bepaalt inzake beroepsopleiding en -vorming, beroepservaring en medisch en psychotechnisch onderzoek van personeelsleden uit de private en bijzondere veiligheid. Het desbetreffend koninklijk besluit van 21 december 2006 bepaalt dat een bewakingsagent die uitsluitend behoort tot de interne bewakingsdienst van een permanente instelling van publiek recht die cultureel erfgoed beheert, houder moet zijn van een het bekwaamheidsattest “bewakingsagent-erfgoedbewaker”. Deze opleiding bestaat volgens artikel 21 van het koninklijk besluit uit een studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en de plichten van de bewakingsagent; uit cultuurinzicht en omgaan met diversiteit; uit observatie en rapportering; uit psychologische conflicthantering en uit “toegepaste preventie en interventie in permanente instellingen die cultureel erfgoed beheren”.

Deze laatst genoemde deelopleiding (12 lesuren) zou naar verluidt nog niet bestaan, alhoewel het koninklijk besluit al meer dan een jaar geleden werd gepubliceerd.

Klopt het dat de deelopleiding “toegepaste preventie en interventie in permanente instellingen die cultureel erfgoed beheren” nog geen toepassing kent?

Zijn er nog (deel)opleidingen voor bewakingsagenten die nog geen toepassing kennen?

Wat zijn de gevolgen hiervan voor de bewakingsagenten in kwestie?

Vanaf wanneer zal deze en eventueel andere opleiding(en) kunnen gevolgd worden?