SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 décembre 2009 7 december 2009
________________
Question écrite n° 4-5818 Schriftelijke vraag nr. 4-5818

de Helga Stevens (Indépendant)

van Helga Stevens (Onafhankelijke)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
La Poste - Vente de timbres-poste - Augmentation du prix en cas d'achat séparé De Post - Verkoop van postzegels - Prijsverhoging bij afzonderlijke aankoop 
________________
service postal
tarif postal
augmentation des prix
catégorie sociale défavorisée
pauvreté
postdienst
port
prijsstijging
sociaal achtergestelde groep
armoede
________ ________
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
1/2/2010Rappel
17/2/2010Antwoord
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
1/2/2010Rappel
17/2/2010Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-4831 Réintroduction de : question écrite 4-4831
________ ________
Question n° 4-5818 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-5818 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Poste vient de décider que le prix du timbre-poste serait augmenté de 10 centimes lorsque le client en achète moins de dix. Cette décision a suscité l'émoi des associations de défense des intérêts des plus démunis de notre société, parmi lesquelles le « Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen ». Ces personnes considèrent cette décision comme un manque de convivialité à l'égard d'une frange de la population qui éprouve déjà des difficultés en ces temps de crise.

Acheter 10 timbres à la fois est un véritable problème pour les personnes qui n'ont que le revenu minimum garanti pour vivre, les personnes en médiation de dettes, celles qui ont d'importants frais médicaux. La décision de La Poste fait que les plus démunis sont, une fois de plus, confrontés à une forme d'exclusion parce qu'ils n'ont pas les possibilités financières de la classe moyenne, le groupe social sur lequel La Poste base exclusivement sa stratégie de vente.

C'est pourquoi je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. Le ministre estime-t-il, comme moi, que la nouvelle mesure de La Poste est peu sociale à l'égard des plus démunis de notre société?

2. Est-il prêt à inciter La Poste à renoncer à cette mesure?

3. Est-il prêt à inciter La Poste à mettre en oeuvre de nouvelles stratégies commerciales qui prennent aussi en compte les plus démunis de notre société, en organisant par exemple une consultation avec le « Vlaams Netwerk »?

 

Onlangs heeft De Post beslist om de prijs van een postzegel te verhogen met 10 cent wanneer de klant er geen tien in een keer aankoopt. Deze beslissing heeft heel wat beroering gewekt bij verenigingen die opkomen voor de belangen van de armen in onze samenleving, waaronder het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen. Mensen ervaren de beslissing als een vorm van klantonvriendelijkheid tegenover een bevolkingssegment dat het in deze crisistijd nu al heel erg moeilijk heeft.

Voor mensen die moeten leven van een minimuminkomen, voor hen die onder schuldbegeleiding staan, voor hen die grote ziektekosten hebben, is de aanschaf van 10 postzegels tegelijk echt een probleem. Door de beslissing van De Post worden armen eens te meer geconfronteerd met een vorm van uitsluiting omdat zij niet de financiële draagkracht hebben van de middenklasse, de maatschappelijke groep waarop De Post haar verkoopsstrategie blijkbaar exclusief afstemt.

Graag had ik dan ook gevraagd:

1. Is de geachte minister het er met me over eens dat de nieuwe maatregel van De Post weinig sociaal is ten opzichte van de armen in onze samenleving?

2. Is hij bereid De Post er toe aan te sporen om deze maatregel af te schaffen?

3. Is hij bereid om De Post er toe aan te zetten om bij het opstellen van nieuwe commerciële strategieën ook rekening te houden met de armen in onze samenleving, door bijvoorbeeld overlegmomenten met onder andere het Vlaams netwerk in te bouwen?

 
Réponse reçue le 17 février 2010 : Antwoord ontvangen op 17 februari 2010 :

En effet, La Poste a décidé d’appliquer à partir du 1er janvier 2010 un tarif différencié. Le prix de vente de 0,59 euros n’augmente pas pour autant que dix timbres-poste standards pour un envoi destiné en service intérieur ou cinq timbres-poste standards pour un envoi destiné à l’Europe soient achetés. Lors de l’achat à l’unité ou lors de l’affranchissement au guichet, le tarif de base est majoré de dix cents et passe à 0,69 euros.

La Poste a fait ce choix parce que les frais de vente d’un timbre au guichet équivaut à plus de trois fois le prix du timbre. En décourageant l’achat à l’unité, La Poste souhaite diminuer les coûts de transaction et par la même occasion diminuer les files d’attente aux guichets.

La vente à l’unité reste donc possible, même si elle a entièrement disparu dans les autres pays européens. De Plus, selon des enquêtes, il semblerait que des familles consacrent annuellement en moyenne vingt-neuf euros à des produits postaux, dont une partie en timbres-poste.

Lorsque le timbre-poste sera vendu à l’unité, la dépense supplémentaire par famille s’élèvera a environ un euros par an. Les timbres peuvent bien entendu être achetés à un prix inchangé par dix. Enfin, les timbres ne portent plus de valeur et restent donc valables indéfiniment.

De Post heeft inderdaad beslist om vanaf 1 januari 2010 een gedifferentieerd tarief toe te passen. De verkoopprijs van 0,59 euro stijgt niet indien minimum tien standaardzegels voor een zending met binnenlandse bestemming of vijf standaardzegels voor een zending met Europese bestemming worden gekocht. Indien per stuk wordt gekocht of bij frankering aan het loket stijgt het basistarief met tien cent tot 0,69 euro.

De Post doet dit omdat de kosten van de verkoop van een zegel aan het loket meer dan driemaal de prijs van de zegel is. Door de stukverkoop te ontmoedigen wil De Post deze transactiekosten verlagen en tegelijk de wachttijden aan de loketten verminderen.

De stukverkoop blijft immers mogelijk daar waar die in andere Europese landen volledig is verdwenen. Bovendien blijkt uit studies dat gezinnen jaarlijks gemiddeld vingt-neuf euro aan postproducten besteden, waarvan een deel voor postzegels.

Als de postzegel per stuk wordt gekocht, zal de meeruitgave per gezin ongeveer 1 euro per jaar bedragen. Maar ze kunnen nog steeds tegen een ongewijzigde prijs per tien gekocht worden. Tot slot dragen de postzegels geen waarde meer en blijven bijgevolg altijd geldig.