SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
22 octobre 2009 22 oktober 2009
________________
Question écrite n° 4-4818 Schriftelijke vraag nr. 4-4818

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Justice de paix de Willebroek - Déménagement à Puurs - Raisons et coût Vredegerecht van Willebroek - Verhuizing naar Puurs - Redenen en kostprijs 
________________
juridiction civile
bâtiment public
Régie des Bâtiments
burgerlijke rechtspraak
openbaar gebouw
Regie der Gebouwen
________ ________
22/10/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
22/10/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-1077
Réintroduite comme : question écrite 4-5710
Requalification de : demande d'explications 4-1077
Réintroduite comme : question écrite 4-5710
________ ________
Question n° 4-4818 du 22 octobre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-4818 d.d. 22 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À la demande du juge de paix de Willebroek, on envisage actuellement de transférer la Justice de paix dans la commune de Puurs. Nous avons déjà posé quelques questions à ce sujet au ministre (questions écrites n° 4-3549 et 4-3550) mais certains points restent particulièrement flous. Tout d'abord, nous ne sommes pas convaincus de la nécessité de ce déménagement qui semble davantage guidé par des motivations politiques, à savoir, le souhait d'un « juge de paix au bras long » habitant Puurs et préférant travailler près de chez lui plutôt que dans une commune voisine, que par des motivations rationnelles.

L'argument avancé pour justifier le déménagement est que ce bâtiment ne répond plus aux normes actuelles. La Régie des bâtiments nous a entre temps indiqué, par l'entremise du ministre des Finances, que ce bâtiment est délabré. La toiture fuit, de l'eau souterraine s'infiltre dans le vide ventilé, il y a des fuites dans les canalisations, il faut retapisser et repeindre et enfin, on ne trouve pas de signalisation de sécurité ni de toilettes pour les personnes handicapées. Il ne s'agit pas à proprement parler de problèmes structurels et sûrement pas de problèmes structurels insurmontables, mais avant tout de problèmes inhérents à un manque d'entretien. Une remise en état complète nécessiterait 125.000 euros. Dans votre réponse à ma question écrite n° 4-3550, vous dites qu'au mois de mars 2009, le Service interne pour la prévention et la protection au travail du Service public fédéral (SPF) Justice et la Régie des bâtiments sont allés constater les problèmes sur place et ont conclu que le bâtiment ne répondait plus aux besoins actuels.

En mai 2008 – soit près d'un an auparavant – , le prédécesseur du ministre avait pourtant déjà brandi l'argument selon lequel le bâtiment ne répondait plus aux normes et il avait déjà proposé de chercher un nouvel emplacement à Puurs. On peut se demander sur quels éléments il s'est basé pour tirer une conclusion aussi extrême étant donné qu'à l'époque, il n'était pas encore en possession d'un dossier ou d'une étude sur l'état du bâtiment actuel.

L'argument secondaire avancé est que Puurs jouit d'une situation plus centrale. Même si c'est exact, cet argument est un peu léger pour justifier un déménagement.

En réponse à ma réponse écrite n° 4-3550, le ministre avait déclaré que le SPF Justice avait été informé à l'époque, via la Régie des bâtiments et la juge de paix du canton de Willebroek, d'une possibilité de transfert de la Justice de paix dans une nouvelle construction prévue à Puurs. On m'a parlé d'un emplacement au centre du village de Puurs, dans un projet de prestige du bourgmestre CD&V de Puurs, dont la première pierre doit cependant encore être posée. Qui plus est, ce projet de prestige serait assez onéreux et par conséquent, il attirerait difficilement des candidats du secteur privé. Dans ces conditions, les promoteurs seraient intéressés si l'on pouvait en refiler une partie à une institution publique aux frais du contribuable. Il serait en tout cas extrêmement curieux que l'on opte pour cette solution. En effet, l'argument avancé est que le bâtiment actuel est dans un état de grand délabrement. On pourrait donc espérer que le déménagement puisse se faire rapidement et que l'on ne doive pas attendre la construction d'un nouveau bâtiment.

Jusqu'à preuve du contraire, je suis donc convaincue que le déménagement prévu est davantage dicté par une combine politique entre le juge de paix, le bourgmestre CD&V de Puurs, les promoteurs immobiliers et le ministre, que par une véritable nécessité.

C'est pourquoi je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. Le ministre peut-il me transmettre les rapports du conseiller en prévention du SPF Justice sur les dégradations que présentent les bâtiments actuels de la Justice de paix de Willebroek ?

2. Pourquoi lui (ou son prédécesseur) a-t-il choisi d'emblée de déménager à Puurs ? Comment s'est déroulée la prospection du nouvel emplacement ? Des contacts ont-ils eu lieu avec d'autres administrations communales, par exemple celle de Willebroek. Qu'en est-il résulté ?

3. Quant la Régie des bâtiments s'est-elle lancée, à la demande du ministre de la Justice ou d'une tierce personne, dans la recherche d'un nouvel hébergement pour la Justice de paix ? En a-t-on déjà tiré des conclusions et dans la négative, pourquoi cette recherche dure-t-elle aussi longtemps ?

4. Où se situe exactement l'emplacement prévu à Puurs ? Combien coûterait (approximativement) un déménagement à Puurs ?

5. En ces temps de crise et d'économies, trouve-t-il réellement opportun d'opter pour un déménagement, ce qui risque d'être beaucoup plus onéreux, plutôt que pour un entretien correct de l'infrastructure existante ? Pourquoi n'avoir pas choisi la dernière option ?

 

Op vraag van de vrederechter van Willebroek wordt er momenteel onderzocht om de locatie van het vredegerecht over te plaatsen naar een nieuwe plaats in de gemeente Puurs. Wij hebben hierover reeds enige vragen gesteld aan de geachte minister (schriftelijke vragen nrs. 4-3549 en 4-3550), maar er blijft nog altijd veel onduidelijkheid bestaan over een aantal aspecten ervan, en vooral zijn wij niet overtuigd van de noodzaak van een dergelijke verhuis die meer lijkt ingegeven te zijn door politieke motieven, met name door de wensen van een " vrederechter-met-een-lange-arm " die in Puurs woont en liever dicht bij huis werkt dan in een buurgemeente, dan door rationele motieven.

Voor de verantwoording van de verhuis wordt er geargumenteerd dat het huidige gebouw niet meer aan de huidige normen voldoet. Intussen hebben wij via de minister van Financiën van de Regie der Gebouwen mogen vernemen wat er zoal mankeert aan dit gebouw. Het gaat dan over een lekkend dak, grondwater in de kruipkelder, lekkende leidingen, behang- en schilderwerk, en verder het ontbreken van veiligheidssignalisatie en toiletten voor mindervaliden. Dat zijn in essentie geen structurele problemen, en vooral geen onoverkomelijke structurele problemen, maar vooral problemen van gebrekkig onderhoud. Om dit in orde te brengen zou 125 000 euro nodig zijn. Uit uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-3550 zouden de Interne Dienst voor preventie en bescherming van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie en de Regie der Gebouwen in maart 2009 deze gebreken ter plaatse hebben vastgesteld en hieruit geconcludeerd hebben dat het gebouw niet meer aan de huidige noden zou voldoen.

Toch schermde de voorganger van de geachte minister al in mei 2008 - bijna een jaar eerder dus - reeds met het argument dat het gebouw niet meer zou voldoen, en stelde hij toen al voor om naar een nieuwe locatie in Puurs te gaan. De vraag is waarop hij zich baseerde voor zulke vergaande conclusie, vermits hij op dat ogenblik blijkbaar nog niet over enig dossier of studie beschikte over de toestand van de huidige locatie.

Als nevenargument wordt geopperd dat Puurs centraler gelegen is. Dat laatste is correct, maar vrij mager als motivering voor een verhuis.

In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-3550 stelde de geachte minister verder dat de FOD Justitie destijds via de Regie der Gebouwen en de vrederechter van het kanton Willebroek op de hoogte werd gebracht van een mogelijkheid tot overbrenging van het vredegerecht naar een in Puurs geplande nieuwbouw. Er wordt mij in dat verband meegedeeld dat deze locatie zich zou situeren in het Dorpshart van Puurs, een prestigeproject van de Puurse CD&V-burgemeester, maar waarvan wel nog de eerste steen gelegd moet worden. Een prestigeproject dat naar verluidt bovendien vrij prijzig is en daarom moeilijk van de hand geraakt aan de privé; het is in die omstandigheden voor promotoren dan ook handig meegenomen wanneer men een deel ervan kan verpatsen aan een overheidsinstelling op kosten van de belastingbetaler. In alle geval, als men effectief deze locatie op het oog heeft, dan is ook dit alleszins merkwaardig. Er wordt immers geargumenteerd dat de huidige locatie vrij ernstige gebreken vertoont. Men zou dan ook verwachten dat er snel verhuisd wordt en er niet wordt gewacht totdat er een nieuwbouw is neergeplant.

Tot bewijs van het tegendeel, ben ik er dus eerder van overtuigd dat deze geplande verhuis is ingegeven door een politieke combinatie tussen de vrederechter, de Puurse CD&V-burgemeester, annex bouwpromotoren, en de geachte minister, eerder dan door een reële noodzaak.

Ik had dan ook graag de volgende vragen gesteld:

1. Kan de geachte minister mij de rapporten van de preventieadviseur van de FOD Justitie bezorgen omtrent de tekortkomingen die werden vastgesteld in de gebouwen van het huidige vredegerecht van Willebroek?

2. Waarom heeft hij (of zijn voorganger) er meteen voor gekozen om een herlocalisering naar Puurs door te voeren? Hoe werd er geprospecteerd naar een nieuwe locatie? Zijn er ook contacten geweest met andere gemeentebesturen, ik denk dan bijvoorbeeld aan Willebroek zelf, en wat was het resultaat daarvan?

3. Wanneer is de Regie der Gebouwen, op vraag van de minister van Justitie of iemand anders, gestart met een onderzoek naar een nieuwe locatie voor dit vredegerecht? Zijn er al conclusies en zo neen, waarom duurt dit onderzoek dan zo lang?

4. Wat is nu de exacte locatie die men in Puurs op het oog heeft? Welk prijskaartje is er (bij benadering) verbonden aan een herlocalisatie naar Puurs?

5. Vindt hij het in tijden van crisis en besparingen wel verantwoord om voor een naar mag worden aangenomen veel duurdere oplossing te kiezen, met name herlocalisatie, in plaats van voor een degelijk onderhoud van de bestaande infrastructuur? Waarom wordt er niet voor deze laatste optie gekozen?