SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
7 octobre 2009 7 oktober 2009
________________
Question écrite n° 4-4708 Schriftelijke vraag nr. 4-4708

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
SPF Finances - Service Personnel et organisation - Cadres linguistiques - Déséquilibre entre francophones et néerlandophones FOD Financiën - Stafdienst Personeel en Organisatie - Taalkaders - Gebrek aan evenwicht tussen Franstaligen en Nederlandstaligen 
________________
ministère
fonction publique
Commission permanente de contrôle linguistique
emploi des langues
administration fiscale
ministerie
overheidsapparaat
Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik
belastingadministratie
________ ________
7/10/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/11/2009)
31/10/2009Antwoord
7/10/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/11/2009)
31/10/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-4708 du 7 octobre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-4708 d.d. 7 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Il ressort du rapport annuel de la Commission permanente de contrôle linguistique pour 2008 que des déséquilibres existent au service Personnel et Organisation du SPF Finances. Aux degrés inférieurs, la répartition des postes doit être de 44,50% pour les francophones et de 55,50% pour les néerlandophones. Il existe un déséquilibre au troisième degré (79 francophones pour 83 néerlandophones, soit 48,76% de francophones et 51,24% de néerlandophones), ainsi qu'au quatrième degré (30 francophones pour 42 néerlandophones, soit 41,66% de francophones et 58,34% de néerlandophones). Au total de ces deux degrés, on dénombre donc 109 francophones et 125 néerlandophones alors que le service devrait compter 104 francophones et 130 néerlandophones.

Il manque donc cinq emplois temps plein pour des néerlandophones. Ils sont attribués à tort à des francophones.

a. Ces déséquilibres ont-ils été rectifiés depuis lors?

b. Quelles mesures le ministre a-t-il déjà prises pour éviter de tels déséquilibres?

 

Uit het jaarverslag van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht voor het jaar 2008 blijkt dat zich scheeftrekkingen voordoen bij de Stafdienst Personeel en Organisatie van de FOD Financiën. Op de lagere trappen moet er een verhouding ban 44,50% Franstaligen tot 55,50% Nederlandtaligen zijn. Er is een evenwichtsverstoring op de derde trap (79 Franstaligen - 83 Nederlandtaligen, dus een verhouding van 48,76% Franstaligen tot 51,24% Nederlandtaligen), evenals op de vierde trap (30 Franstaligen - 42 Nederlandtaligen, met een verhouding 41,66% van Franstaligen tot 58,34% Nederlandtaligen). In totaal is de verhouding op beide trappen samen 109 Franstaligen tot 125 Nederlandtaligen, terwijl dat 104 Franstaligen tot 130 Nederlandtaligen zou moeten zijn.

Er zijn dus vijf voltijdse banen voor Nederlandstaligen te weinig. Deze zijn ten onrechte aan Franstaligen toegekend.

a.Zijn deze scheeftrekkingen intussen rechtgezet?

b.Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om soortgelijke evenwichtsverstoringen te voorkomen?

 
Réponse reçue le 31 octobre 2009 : Antwoord ontvangen op 31 oktober 2009 :

L’honorable membre trouvera ci-dessous les réponses à ses questions:

a. Le déséquilibre constaté à la date du 1er avril 2008 au sein du Service d’encadrement Personnel et Organisation a pu être corrigé dans une certaine mesure.

Au 30 septembre 2009, le nombre d’emplois occupés par des membres du personnel du rôle linguistique néerlandais était, pour le troisième degré, de 82 membres du personnel, ce qui correspond à un pourcentage d’occupation de 51,9 % alors que le rôle linguistique français comptait 76 membres du personnel ce qui correspond à un pourcentage d’occupation de 48,1 %. Il y a donc une suroccupation du côté francophone.

Au quatrième degré, à la même date, 40 membres du personnel étaient occupés au sein du rôle linguistique néerlandais, ce qui correspond à un pourcentage d’occupation de 56,3 %. Du côté français, 31 membres du personnel étaient occupés ; soit un pourcentage d’occupation de 43,7 %. Dans ce degré il y a donc une légère suroccupation du côté néerlandophone.

Dans une mesure limitée, les pourcentages d’occupation dans ces degrés tendent donc à rejoindre ceux fixés par l’arrêté royal du 19 décembre 2005 fixant les cadres linguistiques du Service public fédéral Finances. Je précise qu’au cinquième degré, il y avait lieu de constater un équilibre complet entre les rôles linguistiques (pourcentage d’occupation : 55,8 % néerlandais et 44,2 % français)

b. En ce qui concerne cette question, je vous renvoie à la réponse à votre question parlementaire écrite n° 4-4581 du 25 septembre 2009 concernant le service d’encadrement Secrétariat et Logistique.

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te vinden op beide vragen :

a. Het onevenwicht dat op datum van 1 april 2008 kon worden vastgesteld bij de Stafdienst Personeel & Organisatie van mijn Departement kon sinds voormelde datum slechts in beperkte mate worden gecorrigeerd.

Op 30 september 2009 bedroeg de bezetting in de derde taaltrap langs Nederlandstalige zijde 82 personeelsleden of een bezettingspercentage van 51,9 % , terwijl de bezetting op de Franse taalrol 76 personeelsleden bedroeg of een bezettingspercentage van 48,1 %. Er blijft dus een overbezetting langs franstalige zijde.

In de vierde taaltrap was op voormelde datum langs de Nederlandse taalrol de bezetting 40 personeelsleden of een bezettingspercentage van 56,3 %. Langs Franstalige kant bedroeg de bezetting 31 personelelsleden , of een bezettingspercentage van 43,7 %. In deze taaltrap blijft er dus een lichte overbezetting langs Nederlanstalige kant .

De bezettingspercentages in beide taaltrappen tenderen evenwel, zij het in beperkte mate, naar deze bepaald bij het koninklijk besluit van 19 december 2005 tot vasstelling van de taalkaders van de Federale Overheidsdienst Financiën. Ik verduidelijk dat in de vijfde taaltrap op 30 september 2009 er een volledig evenwicht was tussen de taalrollen (bezettingspercentage was : 55,8 % Nederlandstalig en 44,2 % Franstalig).

b. Ik verwijs u hieromtrent naar het antwoord dat ik verstrekte op uw schriftelijke parlementaire vraag onder nr. 4 – 4581 van 25 september 2009 aangaande de Stafdienst Secretariaat & Logistiek.