SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
30 septembre 2009 30 september 2009
________________
Question écrite n° 4-4633 Schriftelijke vraag nr. 4-4633

de Christine Defraigne (MR)

van Christine Defraigne (MR)

au secrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au Ministre des Affaires étrangères

aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken
________________
Union européenne - Commission européenne - Président - José Manuel Barroso - Orientations politiques pour la prochaine Commission - Analyse Europese Unie - Europese Commissie - Voorzitter - José Manuel Barroso - Beleidslijnen voor de volgende Commissie - Analyse 
________________
Union européenne
Commission européenne
mobilité de la main-d'oeuvre
budget de l'UE
ressources propres
étude d'impact
commissaire européen
politique de l'emploi de l'UE
travailleur détaché
Europese Unie
Europese Commissie
mobiliteit van arbeidskrachten
EU-begroting
eigen middelen
impactonderzoek
Lid van de Europese Commissie
EU-werkgelegenheidsbeleid
gedetacheerd werknemer
________ ________
30/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
24/11/2009Antwoord
30/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
24/11/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-4633 du 30 septembre 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-4633 d.d. 30 september 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Début du mois de septembre 2009, José Manuel Barroso a envoyé aux groupes politiques du Parlement européen un document regroupant ses priorités pour les cinq prochaines années. Il a ensuite défendu ses propositions devant le Parlement, un programme complet devant être élaboré par l'ensemble du futur collège des commissaires.

Je voudrais connaître votre réaction à la lecture de ce programme, qui reste très vague et ne contient que peu ou pas d'engagements politiques concrets. La création d'un poste spécifique de commissaire pour les Droits fondamentaux et la Lutte contre les discriminations pose déjà un certain nombre de questions. La Belgique est-elle prête à appuyer la mise sur pied de ce poste au sein des commissaires ?

N'y a-t-il pas un paradoxe d'appeler à une attention constante pour l'emploi alors que les États membres sont compétents pour cette matière ? Quelle est la part de rhétorique dans le plaidoyer pour des perspectives financières ambitieuses alors que le budget de l'Union européenne n'atteint même pas son maximum possible ? Sommes-nous favorables à doter l'Union européenne de ressources propres ? La Belgique est-elle favorable à l'introduction d'études d'impact social avant toute nouvelle proposition législative ? Faut-il préciser la directive sur le détachement des travailleurs, et si oui, dans quel sens ou sur quel aspect ?

La Belgique défend-elle la rédaction rapide d'une directive-cadre sur les services publics ?

 

José Manuel Barroso heeft de politieke fracties van het Europees Parlement in het begin van de maand september 2009 een document gestuurd waarin zijn prioriteiten voor de vijf volgende jaren zijn opgesomd. Hij heeft zijn voorstellen nadien voor het Parlement verdedigd. Het toekomstige College van Commissarissen zal een volledig programma moeten uitwerken.

Wat was uw reactie bij het lezen van dat programma, dat erg vaag blijft en slechts weinig of geen concrete politieke engagementen inhoudt? De oprichting van een specifieke post van commissaris voor Grondrechten en Discriminatiebestrijding doet al enkele vragen rijzen. Is België bereid de oprichting van die nieuwe commissarispost te verdedigen?

Is het niet paradoxaal een voortdurende aandacht te vragen voor de werkgelegenheid terwijl de lidstaten voor die materie bevoegd zijn? Wat te denken over het pleidooi voor ambitieuze financiële vooruitzichten terwijl het budget van de Europese Unie zelfs zijn maximum niet bereikt? Zijn wij bereid de Europese Unie eigen middelen toe te kennen? Is België voorstander van studies over de sociale gevolgen vóór elk nieuw wetgevend initiatief ter zake? Moet de richtlijn over de detachering van werknemers verduidelijkt worden, en zo ja, in welke zin of welk aspect?

Verdedigt België de snelle uitvaardiging van een kaderrichtlijn over de openbare diensten?

 
Réponse reçue le 24 novembre 2009 : Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

En ce qui concerne les questions de l’honorable membre au sujet du discours du Président Barosso et des grandes orientations politiques pour la prochaine Commission, je peux communiquer les éléments suivants :

(1) La répartition des compétences entre les Commissaires est une prérogative du Président de la Commission. Par conséquent, il n’appartient pas à notre pays d’appuyer ou de commenter la création de ce poste.

(2) Comme le rappelle l’honorable membre, l’emploi est une compétence des États membres. Cependant, s’agissant de la coordination des politiques de l’emploi, l’Union européenne et les États membres exercent une compétence partagée. À ce titre le Conseil publie chaque année les lignes directrices pour l’Emploi destinées aux États membres. J’ajoute que la Belgique soutient d’ailleurs les efforts entrepris par la Commission et le Conseil pour stimuler la coordination des politiques de l’emploi à l’échelon européen.

(3) Au sujet des perspectives financières, il est prématuré d’avancer dès maintenant des hypothèses sur la taille du budget et la répartition des dépenses pour le prochain cadre financier puisque les propositions de la Commission à ce sujet ne sont attendues qu’en 2011.

(4) En ce qui concerne les ressources propres, la Belgique est en principe favorable à la mise en place d’un nouveau système de ressources propres pour l’Union car elle estime que celui-ci pourrait se révéler un moyen utile pour sortir du débat stérile entre les ‘contributeurs nets’ et les ‘bénéficiaires nets’. Il permettrait aussi de remédier aux inconvénients du système actuel à savoir l’absence de lien direct entre les citoyens européens d’une part et les transferts d’autre part. Ces derniers étant effectués à partir des budgets nationaux. Néanmoins, ce débat est encore à l’heure actuelle très ouvert : une communication de la Commission sur la réforme générale du budget est attendue pour la fin du mois de novembre.

(5) La Belgique a toujours plaidé pour que les études d’impact de chaque proposition législative européenne incorporent aussi bien les aspects économiques, sociaux et environnementaux.

(6) Une consultation des partenaires sociaux est actuellement menée, au sein de l’Union, au sujet de l'application de la directive portant sur le détachement. Aussi longtemps que cette consultation est en cours, un avis belge serait prématuré.

À l’origine, la Belgique avait plaidé pour la rédaction d’une directive-cadre sur les services publics mais elle fut assez isolée avec cette position. Dans sa communication de novembre 2006 sur les services d’intérêt général (SIG) et les services d’intérêt économique général (SIEG) – présenté en complément à sa nouvelle stratégie européenne pour le marché intérieur -, la Commission a préféré privilégier l’approche sectorielle en matière de régulation européenne des SIEG, une approche soutenue par la majorité des États-Membres.

Wat betreft de vragen van het geachte lid met betrekking tot de toespraak van President Barosso en de grote beleidslijnen voor de volgende Commissie kan ik het volgende meedelen:

(1) De verdeling van de bevoegdheden tussen de Commissarissen is een prerogatief van de Voorzitter van de Commissie. Bijgevolg is het niet aan ons land om de creatie van deze functie te steunen of te becommentariëren.

(2) Zoals het geachte lid opmerkt, is werkgelegenheid een bevoegdheid van de lidstaten. Niettemin oefenen de Europese Unie en de lidstaten met betrekking tot de coördinatie van het werkgelegenheidsbeleid een gedeelde bevoegdheid uit. Om die reden publiceert de Raad elk jaar de richtsnoeren voor de werkgelegenheid bestemd voor de lidstaten. Ik voeg eraan toe dat België bovendien de inspanningen ondersteunt die door de Commissie en de Raad worden geleverd om de coördinatie van het werkgelegenheidsbeleid op Europees niveau te stimuleren.

(3) Wat de financiële perspectieven betreft, is het voorbarig om nu al hypotheses naar voor te brengen over de grootte van het budget en de verdeling van de uitgaven in het volgende financiële kader aangezien de voorstellen van de Commissie pas in 2011 verwacht worden.

(4) Betreffende de eigen middelen, gaat België in principe akkoord met de invoering van een nieuw systeem van eigen middelen voor de Unie omdat zij denkt dat dit een handige manier zou kunnen zijn om komaf te maken met het steriele debat tussen “netto-betalers” en “netto-ontvangers”. Het zou ook toelaten om de tekortkomingen van het huidige systeem aan te pakken, met name het ontbreken van een directe band tussen enerzijds de Europese Unie-burgers en de transfers anderzijds, omdat deze betaald worden uit nationale budgetten. Nochtans blijft het debat tot nu toe nog altijd heel open: een mededeling van de Commissie over de globale hervorming van het budget wordt verwacht voor het einde van november.

(5) België heeft er altijd voor gepleit dat de impactstudies van elk Europees wetgevingsvoorstel net zo goed de economische, sociale als de milieugerelateerde aspecten zouden opnemen.

(6) Een raadpleging van de sociale partners wordt momenteel binnen de Unie gehouden omtrent de toepassing van de richtlijn over de detachering. Zolang deze raadpleging aan de gang is, zou een Belgisch advies voorbarig zijn.

In het begin had België gepleit voor het uitwerken van een kaderrichtlijn inzake openbare diensten, maar het stond met deze positie tamelijk geïsoleerd. In haar mededeling van november 2006 over de diensten van algemeen belang en de diensten van algemeen economisch belang, gepubliceerd in aanvulling op haar nieuwe Europese strategie voor de Interne Markt, heeft de Commissie verkozen voorrang te geven aan een sectoriële benadering inzake Europese regeling van diensten van algemeen economisch belang, een benadering die door een meerderheid van de lidstaten wordt ondersteund.