SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
30 septembre 2009 30 september 2009
________________
Question écrite n° 4-4610 Schriftelijke vraag nr. 4-4610

de Christine Defraigne (MR)

van Christine Defraigne (MR)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Airbus A400M - Avenir - Position belge - Livraison - Retard - Entreprises belges participant au programme - Impact financier - Pays participant au programme - État d'esprit Airbus A400M - Toekomst - Belgisch standpunt - Levering - Achterstand - Belgische bedrijven die aan het programma deelnemen - Financiële weerslag - Landen die deelnemen aan het programma - Gemoedstoestand 
________________
aviation militaire
budget de la défense
dépense de défense
militaire luchtvloot
defensiebegroting
defensieuitgaven
________ ________
30/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
30/10/2009Antwoord
30/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
30/10/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-4610 du 30 septembre 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-4610 d.d. 30 september 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le 30 juin 2009, les discussions entre les États participants au programme de l'A400M et Airbus devaient se clôturer. L'objectif de ces discussions était double : restaurer la confiance entre Airbus et les États qui ont passé commande pour l'A400M et établir un nouveau calendrier pour l'aboutissement définitif du programme.

Je voudrais connaître le bilan que vous faites de ces discussions, la position défendue par la Belgique et les réponses formulées par Airbus. Le vol de l'avion fin 2009 peut-il être confirmé ? Une nouvelle échéance est-elle connue pour la livraison des avions à la Belgique ? Comment combler les retards d'échéancier et répondre aux besoins de notre armée en matière d'avions gros porteur ? Quelles sont les différentes options à votre disposition et le coût de celles-ci pour assurer les missions qu'aurait du remplir l'A400M ?

Je voudrais connaître également l'état d'esprit des autres pays participant au programme A400M et quels sont les pays hors Union européenne qui sont intéressés par l'achat de l'A400M.

Je voudrais savoir l'impact financier et économique des multiples retards de ce programme sur les sociétés belges qui participent à la construction de l'A400M.

Enfin, ne serait-il pas opportun d'analyser sereinement les difficultés rencontrées par ce programme et d'en tirer les leçons qui s'imposent pour les futures coopérations militaires d'une telle ampleur ?

 

Op 30 juni 2009 moesten de staten die deelnemen aan het programma voor de A400M en Airbus hun besprekingen afronden. Het doel van de besprekingen was dubbel: het vertrouwen herstellen tussen Airbus en de staten die de A400M hebben besteld, en een nieuw tijdschema opstellen voor de definitieve voltooiing van het programma.

Welke balans hebt u opgemaakt van die besprekingen, welk standpunt heeft België verdedigd en welke antwoorden heeft Airbus gegeven? Zal het toestel effectief tegen einde 2009 in de lucht hangen? Is er een nieuwe datum voor de levering van de vliegtuigen aan België? Hoe zal de achterstand in de leveringstermijnen worden ingelopen? Hoe zullen de noden van ons leger met betrekking tot een groot transporttoestel worden gelenigd? Wat zijn de verschillende opties en kostenplaatjes om de missies te vervullen die de A400M had kunnen vervullen?

Wat is de gemoedstoestand van de andere landen die aan het A400M-programma deelnemen? Welke landen buiten de Europese Unie hebben interesse om de A400M aan te kopen?

Wat is de financiële en economische weerslag van de grote achterstand van dit programma voor de Belgische bedrijven die deelnemen aan de constructie van de A400M?

Zou het niet raadzaam zijn een serene analyse te maken van de moeilijkheden waarop het programma is gestoten en daaruit de nodige lessen te trekken voor toekomstige militaire samenwerkingsprojecten van een dergelijke omvang?

 
Réponse reçue le 30 octobre 2009 : Antwoord ontvangen op 30 oktober 2009 :

L'honorable membre est priée de trouver ci-après la réponse à ses questions.

1. Les discussions ont démontré que le programme A400M – moyennant quelques pré-requis à remplir par l’industrie – est réalisable et que sa poursuite couvre le mieux le besoin en capacités des Nations.

En date du 24 juillet 2009, les ministres de la Défense des Nations concernées ont décidé qu’il y avait suffisamment d’éléments pour entamer les négociations et ainsi – pendant une deuxième période de « standstill » - développer une solution devant garantir la poursuite du programme.

2. Suivant le planning actuel, et au vu de l’état d’avancement de l’avion, le premier vol est effectivement prévu fin 2009.

3. Le contrat, tel qu’il est, prévoit la livraison du premier A400 M belge en 2018 et du dernier en 2020. L’industrie a présenté un nouvel échéancier ; l’impact pour la Belgique porte sur environ deux ans de retard. Au cours des négociations, le schéma de livraison sera encore affiné (et si possible amélioré).

4. La flotte C130 actuelle continuera à assurer la capacité de transport jusqu’à la livraison des A400M. Ceci sera rendu possible par la poursuite des activités normales de maintenance.

5. Toutes les Nations participantes travaillent de manière constructive à la recherche d’une solution garantissant la poursuite du programme.

L’Afrique du Sud et la Malaisie ont déjà un contrat pour l’acquisition de respectivement huit et quatre A400M.

6. Comme il ne s’agit pas d’une compétence de la Défense, nous renvoyons l’honorable membre vers le Service Public Fédéral (SFP) Economie.

1. Chaque programme de coopération qui débute dès la phase de définition et de développement contient certains risques au niveau de l’exécution ultérieure. Mener un management solide de risques augmente les chances de réussite d’un programme. Il va de soi que les leçons nécessaires sont tirés de ce programmes pour réduire au maximum les risques d’échec d’un nouveau programme dans le futur.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1. De discussies, hebben uitgewezen dat het A400M programma – mits door de industrie aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan – uitvoerbaar is, en dat de verderzetting ervan het best de capaciteitsbehoefte van de landen dekt.

Er werd dan ook door de ministers van Landsverdediging van de betrokken landen op 24 juli 2009 besloten dat er voldoende grond is om onderhandelingen aan te vatten en aldus – tijdens een tweede “standstill periode” lopende tot eind 2009 – een oplossing te ontwikkelen die de verdere uitvoering van het programma mogelijk moet maken.

2. Volgens de huidige planning en gezien de actuele vorderingsstaat van het vliegtuig, is de eerste vlucht inderdaad eind 2009 voorzien.

3. Het huidige contract voorziet in de levering van de eerste Belgische A400M in 2018 en de laatste in 2020. De industrie heeft een nieuwe planning voorgesteld ; de impact voor België betreft een vertraging van ongeveer twee jaar. Tijdens de lopende onderhandelingen zal het nieuwe leveringsschema verder verfijnd (en indien mogelijk verbeterd) worden.

4. De actuele C130 vloot zal de behoefte aan luchttransportcapaciteit verder invullen tot de levering van de A400M. Dit zal mogelijk zijn door de verdere uitvoering van de normale onderhoudsactiviteiten.

5. Alle deelnemende landen werken constructief mee aan het ontwikkelen van een oplossing die de verderzetting van het programma zal toelaten.

Zuid-Afrika en Maleisië hebben reeds een contract ondertekend voor aanschaf van respectievelijk acht en vier A400M.

6. Daar dit geen bevoegdheid van Defensie betreft, verwijzen wij het geachte lid naar de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie.

7. Ieder samenwerkingsprogramma dat start vanaf een definitie- en ontwikkelingsfase houdt bepaalde risico’s in op het vlak van de latere uitvoering. Het voeren van een degelijk risicomanagement kan de slaagkans van een programma verhogen. Uiteraard worden uit dit programma de nodige lessen getrokken om de risico’s op falen van een nieuw programma in de toekomst te minimaliseren.