SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
25 septembre 2009 25 september 2009
________________
Question écrite n° 4-4581 Schriftelijke vraag nr. 4-4581

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
SPF Finances - Service d’encadrement Secrétariat et Logistique - Cadres linguistiques - Déséquilibre entre néerlandophones et francophones - Mesures FOD Financiën - Stafdienst Secretariaat en Logistiek - Taalkaders - Gebrek aan evenwicht tussen Nederlandstaligen en Franstaligen - Maatregelen 
________________
ministère
Commission permanente de contrôle linguistique
emploi des langues
fonction publique
administration fiscale
ministerie
Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik
overheidsapparaat
belastingadministratie
________ ________
25/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
28/10/2009Antwoord
25/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
28/10/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-4581 du 25 septembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-4581 d.d. 25 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le rapport annuel 2008 de la Commission permanente de contrôle linguistique montre l'existence, au 1er avril de cette année, de sérieux déséquilibres au service d’encadrement Secrétariat et Logistique du SPF Finances.

En ce qui concerne les niveaux inférieurs, avec une proportion de 44,90 % de francophones contre 55,10 % de néerlandophones, il existe un déséquilibre au troisième degré (47 francophones - 44 néerlandophones, donc une proportion de 51,64 % de francophones contre 48,36 % de néerlandophones), au quatrième degré (25 francophones - 22 néerlandophones, donc une proportion de 53,19 % de francophones contre 46,81 % de néerlandophones) et, au cinqième degré, une proportion de 51,57 % de francophones contre 48,43 % de néerlandophones).

Ces anomalies ont-elles été corrigées entre-temps ? Quelles mesures le ministre a-t-il déjà prises pour éviter de tels déséquilibres ? Comment explique-t-il le fait que ces anomalies soient toujours à l'avantage des francophones ? N'est-ce pas là le signe d'une discrimination systématique ?

 

Uit het jaarverslag van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht voor het jaar 2008 blijkt dat zich op 1 april van dat jaar ernstige scheeftrekkingen voordeden bij de Stafdienst Secretariaat en Logistiek van de FOD Financiën. Vergeleken met vorig jaar is de situatie zelfs nog erger geworden.

Wat de lagere trappen betreft, met een verhouding van 44,90% Franstaligen tot 55,10% Nederlandstaligen, is er een evenwichtsverstoring op de derde trap (47 Franstaligen - 44 Nederlandstaligen, dus een verhouding van 51,64% Franstaligen tot 48,36% Nederlandstaligen), op de vierde trap (25 Franstaligen - 22 Nederlandstaligen, dus een verhouding van 53,19% Franstaligen tot 46,81% Nederlandstaligen), en op de vijfde trap (98 Franstaligen - 92 Nederlandstaligen, een verhouding van 51,57% Franstaligen tot 48,43% Nederlandstaligen).

Zijn deze scheeftrekkingen intussen rechtgezet? Welke maatrgelen heeft de geachte minister reeds genomen om soortgelijke evenwichtsverstoringen te voorkomen? Hoe verklaart hij het feit dat àl deze scheeftrekkingen in het voordeel van de Franstaligen zijn? Wijst dit niet op een systematische discriminatie?

 
Réponse reçue le 28 octobre 2009 : Antwoord ontvangen op 28 oktober 2009 :

J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre qu’au 1er avril 2008, une différence pouvait effectivement être constatée au sein du Service d’encadrement secrétariat et logistique entre le pourcentage d’occupation effectif et celui prévu dans l’arrêté royal du 19 décembre 2005 fixant les cadres linguistiques du Service public fédéral (SPF) Finances.

Une suroccupation apparaissait dans le rôle lingusitique français dans les degrés 3, 4 et 5.

Aujourd’hui la situation dans le troisième degré a pu en grande partie être corrigée. Au 30 septembre 2009, 44 emplois étaient occupés dans le rôle linguistique néerlandais, soit un pourcentage de 51,2 %. Dans le rôle linguistique français, 42 emplois étaient occupés, soit un pourcentage d’occupation de 48,8 %. Environ la moitié des corrections nécessaires ont donc été réalisées.

Au sein des quatrième et cinquième degrés, n’a été possible qu’une correction minimale par rapport à la situation au 1er avril 2008. Au 30 septembre 2009, pour le quatrième degré, le pourcentage d’occupation des emplois était de 47,5 % pour le rôle linguistique néerlandais et 52,5 % pour le rôle linguistique français. Au 5ème degré les pourcentages étaient respectivement de 48,7 % pour le rôle linguistique néerlandais et 51,3 % pour le rôle linguistique français.

Mon Département a cependant pour souci constant, pour chaque degré et pour chaque entité, de se rapprocher le mieux possible des pourcentages d’occupation prévus dans les cadres linguistiques et je tiens à assurer à l’honorable membre que ceci vaut également dans les cas dont elle a fait part. Il est cependant impossible de déterminer un délai pour atteindre cet objectif.

Il est inévitable que les pourcentages d’occupation prévus par les cadres linguistiques connaissent des fluctuations. Celles-ci sont liées aux départs de membres du personnel, entre autres par des départs anticipés à la pension ou, par des acceptations d’un autre emploi. Ces départs ne peuvent pas toujours être compensés en temps opportun.

Ces fluctuations conduisent, dans certains degrés, au sein de certaines entités, à une légère suroccupation, soit du côté du cadre linguistique français, soit du côté du cadre linguistique néerlandais.

Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat bij de Stafdienst Secretariaaat en Logistiek van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën er op 1 april 2008 inderdaad een afwijking kon worden vastgesteld tussen de effectieve bezettingspercentages en deze bepaald bij het koninklijk besluit van 19 december 2005 tot vaststelling van de taalkaders van de FOD Financiën.

Er was bij de voormelde Stafdienst in de taaltrappen 3 , 4 en 5 een overbezetting langs de Franse taalrol.

Op heden kon de toestand enkel in de derde trap in aanzienlijke mate worden gecorrigeerd . Op 30 september 2009 bedroeg de bezetting in de Nederlandse taalrol er 44 personeelsleden of een bezettingspercentage van 51,2 % , terwijl langs de Franse taalrol er 42 peroneelsleden in dienst waren , hetgeen een bezettingspercentage van 48,8 % betekent. Ongeveer de helft van de nodige correctie kon dus worden gerealiseerd.

In de trappen vier en vijf kon er slechts een minimale correctie worden gerealiseerd ten overstaan van de toestand op 1 april 2008 . Op 30 september 2009 was de bezetting in de vierde taaltrap 47,5 % voor de Nederlandse taalrol en 52,5 % voor de Franse taalrol , terwijl voor de vijfde taaltrap de Nederlandse bezetting 48,7 % bedroeg en de Franse 51,3 %.

Mijn Departement streeft er uiteraard constant naar om voor elke taaltrap en voor elke entiteit de in de taalkaders voorziene bezettingspercentages zo goed mogelijk te benaderen en ik sta erop het geachte lid gerust te stellen dat hetzelfde zal gelden voor de verstoringen die zij ter sprake bracht . Het is echter onmogelijk een termijn te bepalen om deze doelstelling te bereiken.

Tijdelijke verstoringen van de bezettings-percentages voorzien in de taalkaders zijn veelal onafwendbaar , daar vertrekken van personeelsleden , ondermeer ingevolge vervroegde pensionering of aanvaarding van een andere betrekking , niet steeds tijdig kunnen worden ondervangen door bijkomende versterkingen.

Deze tijdelijke verstoringen zorgen in sommige trappen , bij sommige entiteiten, nu eens voor een lichte overbezetting langs de Franse taalrol en in andere gevallen voor een lichte overbezetting langs de kant van de Nederlandse taalrol.