SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
23 septembre 2009 23 september 2009
________________
Question écrite n° 4-4498 Schriftelijke vraag nr. 4-4498

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Travaux dans les maisons de jeunesse - Application du taux de TVA réduit Werkzaamheden aan jeugdhuizen - Toepassing van het verlaagd BTW-tarief 
________________
équipement socioculturel
taux de TVA
amélioration du logement
bâtiment
sociaal-culturele voorzieningen
BTW-tarief
verbetering van woningen
gebouw
________ ________
23/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
23/10/2009Antwoord
23/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
23/10/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-4498 du 23 septembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-4498 d.d. 23 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La réglementation relative au taux (temporairement) réduit de TVA de 6% pour certains travaux dans des logements privés de plus de cinq ans est contenue dans l'article 1bis de l'arrêté royal n°20 fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux.

Le tarif réduit de TVA de 6% est autorisé par la directive 2006/112/CE du Conseil du 28 novembre 2006 relative au système commun de taxe sur la valeur ajoutée. Elle prévoit une réduction temporaire de la TVA pour certains services à fort coefficient de travail.

La liste de ces derniers se compose actuellement de services tels que les petites réparations, la rénovation et la réparation de logements privés, le lavage de vitres, les soins à domicile et la coiffure. Un consensus a toutefois été atteint récemment au niveau européen en faveur de l'extension de cette liste à d'autres services à fort coefficient de travail.

L'article 1erbis de l'arrêté royal n°20 prévoit plusiers conditions pour pouvoir bénéficier du taux réduit de TVA de 6% pour des travaux dans des logements privés, comme la nature des travaux, le début de l'utilisation en tant que logement privé, l'utilisation depuis au moins cinq ans, le recours pour les travaux à un entrepreneur agréé et certaines exigences relatives à la facturation.

Les travaux dans l'habitation doivent être facturés à un consommateur final. Les dispositions légales prévoient en outre une liste d'institutions assimilées à un consommateur final. Il s'agit notamment de maisons de repos pour personnes âgées, d'internats scolaires, de maisons de protection de la jeunesse et de maisons d'accueil.

Plusieurs associations locales de jeunes m'ont récemment demandé si certains travaux qu'elles souhaitent faire effectuer entrent en ligne de compte pour l'application du taux réduit de TVA de 6 %.

C'est pourquoi j'aimerais recevoir une réponse aux questions suivantes.

1. La construction d'une maison de jeunes peut-elle bénéficier, dans l'état actuel de la législation, du taux réduit de TVA de 6 % ?

2. La directive utilise l'expression “logement privé”. Une maison de jeunes peut-elle être considérée comme un logement privé ? Quelle est la définition concrète des notions de “logement” et de “privé” dans la réglementation relative au taux de TVA réduit ? Le ministre est-il éventuellement disposé à plaider au niveau européen pour un assouplissement de la notion de logement privé afin qu'elle puisse également concerner les maison de jeunes ?

3. Une maison de jeunes peut-elle être considérée comme un logement privé ?

4. Une association de jeunes peut-elle être considérée comme un “consommateur final” pouvant bénéficier du taux réduit de TVA ? Le ministre est-il disposé à étendre la liste des assimilations à certains organismes comme des associations de jeunes ?

 

De regeling inzake het (tijdelijk) verlaagd BTW-tarief van 6 % voor bepaalde werkzaamheden aan particuliere woningen ouder dan vijf jaar zit vervat in artikel 1bis van het koninklijk besluit nr. 20 tot vaststelling van de tarieven van de BTW en tot de indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.

Het lager tarief van 6 % wordt mogelijk gemaakt door de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde dat voorziet in een tijdelijke BTW-verlaging voor bepaalde arbeidsintensieve diensten.

De lijst van deze arbeidsintensieve diensten bestaat momenteel uit bepaalde diensten zoals kleine hersteldiensten, de renovatie en herstel van particuliere woningen, glazen wassen, thuiszorg en kappersdiensten. Recent werd er op Europees vlak echter een consensus bereikt over het uitbreiden van deze lijst met andere arbeidsintensieve diensten.

Het artikel 1bis van het koninklijk besluit nr. 20 voorziet in enkele voorwaarden om te kunnen genieten van het verlaagd BTW-tarief van 6 % voor werkzaamheden aan particuliere woningen zoals de aard van de werkzaamheden, de ingebruikname als privé-woning, ingebruikname van minstens vijf jaar, uitvoering van de werken door een geregistreerd aannemer en bepaalde vereisten inzake de facturatie.

De werken aan de woning moeten worden gefactureerd aan een eindverbruiker. De wettelijke bepalingen voorzien daarnaast in een lijst van instellingen die worden gelijkgeschakeld met een eindverbruiker. Het betreft onder andere verblijfsinrichtingen voor bejaarden, internaten van scholen, jeugdbeschermingstehuizen en opvangtehuizen.

Recent kreeg ik de vraag van enkele lokale jeugdverenigingen of bepaalde werkzaamheden die zij wensen uit te laten voeren in aanmerking komen voor de toepassing van het verlaagde BTW-tarief van 6 %.

Om deze redenen had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Kan de bouw van een jeugdhuis in de stand van de huidige wetgeving onder het toepassingsgebied van het verlaagd BTW-tarief van 6 % vallen?

2. De richtlijn zelf spreekt van een " particuliere woning ". Kan een jeugdhuis worden aanzien als een particuliere woning? Wat is de concrete definitie van het begrip " particulier " en " woning " in de regeling van het verlaagd BTW-tarief? Is de geachte minister eventueel bereid om op Europees vlak te pleiten voor een versoepeling van het begrip particuliere woning zodat ook de jeugdverenigingen hieronder vallen?

3. Kan een jeugdhuis worden aanzien als een privé-woning?

4. Kan een jeugdvereniging worden aanzien als een " eindverbruiker " voor wat de toepassing onder de regeling van het verlaagd BTW-tarief betreft? Is de geachte minister bereid om de lijst met gelijkstellingen uit te breiden met bepaalde instellingen zoals de jeugdverenigingen?

 
Réponse reçue le 23 octobre 2009 : Antwoord ontvangen op 23 oktober 2009 :

L’attention de l’honorable membre est attirée sur le fait que les travaux immobiliers au sens de l’article 19, § 2, deuxième alinéa, du Code de la TVA, à l’exclusion du nettoyage, et les opérations y assimilées qui sont reprises de manière limitative à la rubrique XXXI, § 3 , 3° à 6°, du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal n° 20 du 20 juillet 1970 relatif aux taux de la TVA, n’entrent en considération, pour l’application d’un des taux réduits de la TVA de 6 % ou 12 % dans le secteur immobilier (articles 1erbis, 1erquater, 1erquinquies, 1ersexies ; rubriques XXXI, XXXII, XXXIII, XXXVI et XXXVII du tableau A et rubrique X du tableau B de l’annexe à l’arrêté royal n° 20 du 20 juillet 1970 relatif aux taux de TVA), que s’ils se rapportent à des logements privés et à certains établissements d’hébergement, et ce du reste sous des conditions déterminées.

Les dispositions nationales dont il s’agit sont conformes à l’annexe III à la Directive 2006/112/EG du 28 novembre 2006, qui a encore été modifiée récemment (voir l’annexe à la Directive 2009/47/EG du 5 mai 2009). En vertu des points 10 et 10bis de cette annexe, les États membres ne peuvent appliquer un taux réduit de TVA qu’à, respectivement, la « livraison, construction, rénovation et transformation de logements fournis dans le cadre de la politique sociale » et « la rénovation et la réparation de logements privés, à l’exclusion des matériaux qui représentent une part importante de la valeur du service fourni ».

L’une des conditions d’application du taux réduit de TVA est donc que les opérations doivent concerner un bâtiment qui sera utilisé, soit exclusivement, soit principalement, comme logement privé.

Etant donné qu’une maison de jeunes est affectée principalement à d’autres fins, sa construction n’est pas visée par les dispositions précitées et ne peut bénéficier d’aucune réduction du taux de TVA.

Het geachte lid wordt erop gewezen dat slechts werk in onroerende staat in de zin van artikel 19, § 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek, met uitsluiting van het reinigen, en de gelijkgestelde handelingen die op beperkende wijze zijn opgesomd in rubriek XXXI, § 3, 3° tot 6,° van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 inzake btw-tarieven aan privé-woningen en bepaalde verblijfsinrichtingen, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking komen voor de toepassing van een van de verlaagde btw-tarieven van 6 % of 12 % in de onroerende sector (artikels 1bis, 1quater, 1quinquies, 1sexies, rubrieken XXXI, XXXII, XXXIII, XXXVI en XXXVII van tabel A en rubriek X van tabel B van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 inzake btw-tarieven).

Kwestieuze nationale bepalingen zijn in overeenstemming met bijlage III bij Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 die recent nog werd gewijzigd (zie de bijlage bij Richtlijn 2009/47/EG van 5 mei 2009). Volgens de daarin opgesomde punten 10 en 10bis mogen de lidstaten slechts een verlaagd btw-tarief toepassen voor respectievelijk de “levering, bouw, renovatie en verbouwing van in het kader van het sociaal beleid verstrekte huisvesting” en de “renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten”.

Een van de voorwaarden voor de toepassing van het verlaagd btw-tarief is bijgevolg dat de handelingen betrekking moeten hebben op een gebouw dat, hetzij uitsluitend, hetzij hoofdzakelijk, zal worden bestemd voor bewoning.

Aangezien een jeugdhuis echter hoofdzakelijk voor andere doeleinden wordt aangewend is het bouwen ervan niet bedoeld in een van voormelde bepalingen en kan geen verlaagd btw-tarief toegepast worden. REPONSE