SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
17 septembre 2009 17 september 2009
________________
Question écrite n° 4-4410 Schriftelijke vraag nr. 4-4410

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Centre public d'action sociale (CPAS) d'Anvers - Bénéficiaires de l'aide sociale originaires de l'étranger - Pression financière - Mesures Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) Antwerpen - Steuntrekkers afkomstig uit het buitenland - Financiële druk - Maatregelen 
________________
CPAS
migrant
asile politique
ressortissant étranger
statistique officielle
demandeur d'asile
OCMW
migrant
politiek asiel
buitenlandse staatsburger
officiële statistiek
asielzoeker
________ ________
17/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
7/10/2009Antwoord
17/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
7/10/2009Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 4-4411
Aussi posée à : question écrite 4-4412
Aussi posée à : question écrite 4-4411
Aussi posée à : question écrite 4-4412
________ ________
Question n° 4-4410 du 17 septembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-4410 d.d. 17 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Il ressort des statistiques relatives à l'origine des bénéficiaires de l'aide sociale octroyée par le centre public d'action sociale (CPAS) d'Anvers que 67% des personnes qui, en mars 2009, recevaient une aide financière du CPAS anversois – plus d'un tiers des personnes émargeant à ce CPAS – étaient nées à l'étranger. 32,72% des allocataires sont nés en Belgique, 9,16% au Maroc, 7,92% dans un des pays de l'ancienne URSS, 6,49% dans l'ancienne Yougoslavie, 3,12% en Irak, 2,86% en Turquie, 2,29% en Chine, 1,99% au Ghana et 1,77% en Afghanistan.

Nombre de ces allocataires sont des étrangers régularisés, des réfugiés ou des “regroupements familiaux”. Parmi les 7 085 dossiers ayant donné lieu à l'octroi d'une aide financière, on dénombre 760 étrangers ayant obtenu une régularisation définitive, 503 régularisés temporairement, 61 dont la régularisation est encore pendante, 193 qui ont obtenu un statut de séjour médical, 143 qui ont demandé un statut de protection subsidiaire, 791 reconnus comme réfugiés et 620 qui sont venus en Belgique dans le cadre d'un regroupement familial.

Les allocations octroyées à des illégaux dans le cadre de l'intervention pour l'aide médicale urgente ne sont pas incluses dans les chiffres précités. Durant le premier trimestre de 2009, 1 837 illégaux ont bénéficié d'une aide financière pour leurs soins médicaux urgents.

Le nombre des demandes d'aide auprès du CPAS d'Anvers pourrait augmenter fortement au cours des prochains mois et des prochaines années après la décision de l'ancienne ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et de la Politique des Grande villes de ne plus octroyer aux illégaux une aide matérielle mais bien à nouveau une aide financière parce que les centres d'asile sont saturés.

Le CPAS d'Anvers doit de plus en plus jouer les CPAS pour le monde entier car les milliers de régularisaions d'étrangers illégaux lui coûtent beaucoup d'argent, ce qui déstabilise ses finances et, partant, celles de la ville.

1. La ministre est-elle consciente de ce problème? Quel est son point de vue à ce sujet?

2. Peut-elle m'indiquer si ce problème se pose également dans d'autres villes et communes? Si c'est le cas, j'aimerais recevoir la liste des villes et communes concernées, avec mention de statistiques concrètes. Si elle ne dispose pas de ces derniers, n'estime-t-elle pas nécessaire de commander une étude sur le sujet?

3. Envisage-t-elle de prendre des mesures pour s'attaquer à ce problème? Si c'est le cas, lesquelles?

 

Uit de statistieken over de herkomst van de Antwerpse Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW)-steuntrekkers blijkt dat 67 % van de personen die in maart 2009 financiële hulp ontving van het Antwerpse OCMW - meer dan een derde van de steuntrekkers van het Antwerpse OCMW - geboren is in het buitenland. 32,72 % van de steuntrekkers is geboren in België, 9,16 % in Marokko, 7,92 % in een van de landen van de voormalige USSR, 6,49 % in voormalig Joegoslavië, 3,12 % in Irak, 2,86 % in Turkije, 2,29 % in China, 1,99 % in Ghana en 1,77 % in Afghanistan.

Veel van deze steuntrekkers zijn geregulariseerde vreemdelingen, vluchtelingen of gezinsherenigers. Bij de 7 085 dossiers waar er financiële hulp werd verleend zijn er 760 vreemdelingen die een definitieve regularisatie verkregen, 503 die een tijdelijke regularisatie verkregen, 61 wiens regularisatie nog hangend is, 193 die een verblijfsstatuut hebben verkregen op basis van medische redenen, 143 die een zogenaamd subsidiair beschermingsstatuut hebben, 791 die werden erkend als vluchteling en 620 die naar België kwamen in het kader van de gezinshereniging.

In bovenvermelde cijfers zijn de toelagen aan illegalen in het kader van de tussenkomst inzake dringende medische zorg niet eens inbegrepen. In het eerste kwartaal van 2009 ontvingen 1 837 illegalen financiële steun voor hun dringende medische zorg.

Het aantal steunaanvragen bij het Antwerpse OCMW zou de komende maanden en jaren bovendien nog wel eens fors kunnen toenemen na de beslissing van de voormalig minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden om asielzoekers niet langer materiële, maar opnieuw financiële steun te geven omdat de asielcentra overvol zitten.

Het Antwerpse OCMW moet in toenemende mate OCMW spelen voor gans de wereld doordat de vele duizenden regularisaties van illegale vreemdelingen het Antwerpse OCMW veel geld kosten waardoor de financiën van het OCMW en dus van de Stad verder worden ontwricht.

1. Is de geachte minister zich bewust van deze problematiek en wat is zijn standpunt dienaangaande?

2. Kan hij mij meedelen of deze problematiek zich ook in andere steden en eventueel gemeenten voordoet? Zo ja, kreeg ik graag een concreet overzicht van de steden en gemeenten waar dit het geval is, met vermelding van concrete cijfergegevens. Indien hij hier geen concreet zicht over heeft, vindt hij het dan niet noodzakelijk daar eens een studie over te laten verrichten?

3. Overweegt hij maatregelen te nemen om deze problematiek aan te pakken en zo ja, welke?

 
Réponse reçue le 7 octobre 2009 : Antwoord ontvangen op 7 oktober 2009 :

En réponse à votre question, je vous fais savoir que son contenu relève de la compétence exclusive de mon collègue, monsieur Philippe Courard, secrétaire d’Ètat à l’Intégration Sociale.

In antwoord op uw vraag, deel ik u mee dat de inhoud van uw vraag tot de uitsluitende bevoegdheid behoort van mijn collega, de heer Philippe Courard, Ssaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie.