SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
27 février 2008 27 februari 2008
________________
Question écrite n° 4-404 Schriftelijke vraag nr. 4-404

de Wouter Beke (CD&V N-VA)

van Wouter Beke (CD&V N-VA)

au ministre du Climat et de l'Energie

aan de minister van Klimaat en Energie
________________
Changements climatiques - Événements d’information et de formation - Subventions - Procédure Klimaatverandering - Voorlichtings- en vormingsevenementen - Toelagen - Procedure 
________________
réchauffement climatique
sensibilisation du public
économie d'énergie
politique de soutien
soutien économique
opwarming van het klimaat
bewustmaking van de burgers
energiebesparing
steunverleningsbeleid
economische steun
________ ________
27/2/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/3/2008)
13/3/2008Antwoord
27/2/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/3/2008)
13/3/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-404 du 27 février 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-404 d.d. 27 februari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 1er janvier 2007, l’arrêté royal du 28 septembre 2007 relatif à l’établissement d’une subvention pour des événements de formation et d’information sur le thème des changements climatiques est entré en vigueur (Moniteur belge du 12 octobre 2007).

Cet arrêté royal instaure une réglementation fédérale de subvention pour soutenir certains événements destinés à sensibiliser le grand public aux problèmes climatiques. Cette mesure, qui fut élaborée par l’ancien ministre des Pensions et de l’Environnement, Bruno Tobback, vise à conscientiser davantage la population aux possibilités d’économie d’énergie. Il s’agit d’événements pour lesquels des exigences de qualité sont fixées. En premier lieu, l’information diffusée doit être relative aux changements climatiques et être correcte du point de vue scientifique, les orateurs doivent être des experts en la matière et l’événement en question doit présenter une orientation pragmatique. De plus, l’événement doit être annoncé auprès d’un public suffisamment large. Enfin, en vue d’obtenir la subvention, il y a également lieu d’introduire une demande auprès du service Changements climatiques.

En effet, pour obtenir la subvention qui peut s’élever à maximum 500 euros, il y a lieu de suivre une procédure fastidieuse de demande. Le demandeur doit envoyer, au plus tard un mois avant l’événement, un formulaire de demande au service Changements climatiques. Ensuite, ce service envoie au demandeur un accord de principe pour l’octroi de la subvention. Toutefois, cet accord n’implique en aucune façon un engagement de paiement. Au plus tard deux semaines avant la date effective de l’événement, le demandeur doit encore adresser une invitation personnelle au service Changements climatiques. Il ne s’agit là que des formalités administratives requises pour la demande préalable à l’événement.

Après l’événement, le demandeur doit encore adresser divers documents au service Changements climatiques. Dans les deux mois suivant l’événement, le demandeur doit faire parvenir les justificatifs requis au service Changements climatiques, c’est-à-dire un état de recettes et de dépenses certifié sincère et véritable accompagné des pièces justificatives nécessaires. De plus, le demandeur doit fournir un rapport de l’événement.

Une fois le dossier de demande complet, le service procède à son évaluation et fixe le montant de la subvention à laquelle le demandeur a droit. Cette proposition du service Changements climatiques est ensuite soumise au ministre de l’Environnement qui doit approuver le dossier. Ce n’est qu’ensuite que le montant définitif de la subvention octroyée au demandeur peut être fixé et payé. Le demandeur reçoit une copie de l’arrêté portant la décision du ministre de lui octroyer la subvention. Le service Changements climatiques se réserve toutefois le droit de ne pas attribuer la subvention lorsqu’il estime que la demande et/ou l’événement ne satisfait/satisfont pas aux conditions de l’arrêté royal.

Je souhaite une réponse aux questions suivantes.

1. Quel est le nombre de demandes introduites auprès du service Changements climatiques depuis l’entrée en vigueur de cette réglementation ? Quel est le nombre de demandes refusées par ce service parce qu’elles ne satisfaisaient pas aux conditions ? Quel est le nombre de demandes ayant obtenu un avis positif du service Changements climatiques qui ont été soumises à l’approbation du ministre compétent ? Quel est le nombre total de dossiers de demande ayant été approuvés par le ministre compétent, respectivement pour les périodes 2007 et 2008 ?

2. Le ministre dispose-t-il d’une liste des événements ayant été organisés et pour lesquels une demande a été introduite ? Qui a organisé ces événements ? Le ministre peut-il également préciser si ces organisateurs avaient déjà obtenu une subvention publique ? Parmi ces événements, combien se sont déroulés respectivement en Région flamande, en Région wallonne et à Bruxelles ?

3. Quel est le montant total des subventions octroyées ? Quel est en moyenne le montant octroyé par dossier de demande ?

4. Quel est le délai entre la date de l’événement et le paiement effectif de la subvention au demandeur ?

5. Quel est le nombre d’événements auxquels le service Changements climatiques a assisté après avoir reçu une invitation personnelle, respectivement pour les périodes 2007 et 2008 ?

 

Op 1 januari 2007 is het koninklijk besluit van 28 september 2007 betreffende het invoeren van een toelage voor voorlichtings- en vormingsevenementen over het thema klimaatverandering in werking getreden (Belgisch Staatsblad van 12 oktober 2007).

Dit koninklijk besluit voert een federale toelageregeling in om bepaalde evenementen, die ertoe dienen het brede publiek te sensibiliseren betreffende het klimaatprobleem, te ondersteunen. Deze maatregel die door de voormalige minister voor Pensioenen en Leefmilieu, de heer Bruno Tobback, werd uitgewerkt zou ertoe moeten strekken dat er ook een groter bewustzijn ontstaat bij de bevolking met betrekking tot mogelijkheden om energie te besparen. Het betreft evenementen waaraan bepaalde kwaliteitseisen worden gesteld. Ten eerste moet er inhoudelijk sprake zijn van wetenschappelijk correcte en relevante informatie in verband met de klimaatverandering, de sprekers die aan bod komen tijdens het evenement moeten deskundig zijn op dit vlak en het evenement in kwestie moet oplossingsgericht zijn op het vlak van klimaatverandering. Daarnaast moet het evenement ook voldoende publiek worden gecommuniceerd. Tenslotte moet er voor het bekomen van de toelage ook een aanvraag te gebeuren bij de dienst Klimaatverandering.

Inderdaad, voor het verkrijgen van de toelage die maximaal 500 euro kan bedragen moet een ganse aanvraagprocedure worden doorlopen. De aanvrager moet ten laatste één maand voor het evenement een aanvraagformulier toesturen aan de dienst Klimaatverandering. Daarna verstuurt de dienst Klimaatverandering een principeakkoord aan de aanvrager voor het verlenen van de toelage. Dit akkoord houdt echter op geen enkele wijze een betalingsverbintenis in. Uiterlijk twee weken voor dat het evenement effectief plaats vindt moet de aanvrager de dienst Klimaatverandering nog een persoonlijke uitnodiging voor het evenement bezorgen. Dit is nog maar louter de administratie die aan de aanvraag te pas komt vóór de aanvang van het evenement.

Nadat het evenement heeft plaats gevonden moet de aanvrager nog enkele documenten bezorgen aan de dienst Klimaatverandering. De aanvrager moet binnen de twee maanden na het evenement de nodige bewijsstukken bezorgen aan de dienst Klimaatverandering, dit zijn naast een voor echt en waar verklaarde staat van inkomsten en uitgaven ook de nodige verantwoordingsstukken. Daarenboven moet de aanvrager nog een evenementenverslag bezorgen.

Nadat de aanvraag volledig is evalueert deze dienst het voorgelegde dossier en stelt het bedrag vast van de toelage waarop de aanvrager recht heeft. Dit voorstel van de dienst Klimaatverandering wordt vervolgens voorgelegd aan de minister van Leefmilieu. De minister dient zijn goedkeuring te verlenen aan het dossier. Pas daarna kan definitief het bedrag van de toelage voor de aanvrager worden vastgelegd en worden uitbetaald. De aanvrager krijgt een kopie van het besluit met de beslissing van de minister dat hem/haar de toelage toekent. De dienst Klimaatverandering behoudt zich echter het recht voor om de toelage niet toe te kennen ingeval zij oordeelt dat de aanvraag en/of het evenement niet aan de voorwaarden van het koninklijk besluit voldoet.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Hoeveel aanvragen zijn er sinds de inwerkingtreding van de regeling ingediend bij de dienst Klimaatverandering? Hoeveel aanvragen werden er afgewezen door de dienst Klimaatverandering omdat ze niet aan de voorwaarden voldeden? Hoeveel aanvragen hebben er een positief advies gekregen van de dienst Klimaatverandering en werden ter goedkeuring voorgelegd aan de bevoegde minister? Hoeveel aanvraagdossiers werden er in totaal goedgekeurd door de bevoegde minister respectievelijk voor de periode 2007 en 2008?

2. Beschikt de geachte minister over een lijst van de evenementen die werden georganiseerd en waarvoor een aanvraag werd ingediend? Wie heeft deze evenementen georganiseerd? Kan hij ook meedelen of deze organisatoren reeds van overheidswege een subsidie toegekend kregen? Hoeveel van deze evenementen namen er plaats in het Vlaams Gewest, hoeveel in het Waals Gewest en hoeveel in Brussel?

3. Hoeveel bedraagt het totaalbedrag van het aantal toelagen dat werd toegekend? Hoeveel bedraagt het gemiddelde bedrag per aanvraagdossier dat wordt toegekend?

4. Hoeveel tijd verstrijkt er gemiddeld tussen het plaatsvinden van het evenement en de effectieve betaling van de toelage aan de aanvrager?

5. Hoeveel evenementen werden er al bijgewoond door de dienst Klimaatverandering waarvoor zij een persoonlijke uitnodiging kregen voor de periode van respectievelijk 2007 en 2008?

 
Réponse reçue le 13 mars 2008 : Antwoord ontvangen op 13 maart 2008 :

1. Entre le lancement en septembre 2006 et fin 2007, quatre-vingt-huit demandes au total ont été introduites, dont quinze en 2006 et septante-trois en 2007. Sur ces quatre-vingt-huit demandes, vingt ont fait l'objet d'un refus : le plus souvent pour introduction tardive du dossier ou pour absence de lien évident avec le thème du changement climatique. Les soixante-huit autres demandes ont fait l'objet d'un avis préliminaire positif.

Le nombre total d'événements subsidiés est toutefois inférieur : à ce jour, deux arrêtés ministériels ont été établis pour un total de trente-sept dossiers. Plusieurs motifs expliquent cela : l'activité n'a pas été organisée ou a généré (par exemple via les droits d'entrée) insuffisamment de recettes ou encore, les organisateurs ne prennent plus la peine par la suite d'envoyer les justificatifs demandés.

2. Cette liste est bel et bien disponible et elle est mise à jour et actualisée en permanence par le service Changement climatique. Les demandeurs sont fort divers : organisations de défense de l'environnement, associations socioculturelles, communes, organisations de jeunes ou de seniors, personnes privées, associations de fait, ... Certaines d'entre elles reçoivent des subsides des pouvoirs publics, mais les organisateurs doivent présenter une déclaration signée accompagnée d'un bilan financier complet de l'activité, spécifiant les recettes et cofinancements éventuels de cette activité, ceci afin d'éviter un double financement. Quatre activités subsidiées se sont déroulées en Région wallonne, les trentre-trois autres en Région flamande.

3. La somme totale libérée pour ces trente-sept dossiers approuvés est de 11 425,16 euros, ce qui donne une subvention moyenne de 308,79 euros.

4. Le délai entre le déroulement de l'activité et le paiement atteint en moyenne sept à huit mois : après l'activité, les demandeurs disposent en effet de deux mois pour introduire le dossier justificatif, mais en pratique, celui-ci est presque toujours incomplet et il faut réclamer des justificatifs supplémentaires (par exemple preuves de paiement). En moyenne, quatre mois s'écoulent avant de pouvoir clôturer les dossiers. Dès qu'un nombre suffisant de dossiers sont approuvés, ceux-ci sont regroupés dans un arrêté ministériel. Après approbation par l'Inspection des Finances et signature par le ministre, le montant total peut être engagé et les paiements individuels peuvent commencer.

5. En 2007, le service n'a assisté qu'à une seule activité. La toute grande majorité des activités consistait en effet en la projection du film « An inconvenient truth » de Al Gore. L'invitation personnelle (généralement constituée d'un e-mail) sert surtout de message de confirmation que l'activité — pour laquelle une demande est parfois introduite à un stade précoce — a effectivement lieu. À ce jour en 2008, aucune activité n'a encore eu lieu, mais des demandes sont arrivées pour des dates ultérieures.

1. Er werden tussen de lancering in september 2006 en eind 2007 in totaal achtentachtig aanvragen ingediend, waarvan vijftien in 2006 en drieënzeventig in 2007. Van deze achtentachtig aanvragen werden er twintig geweigerd : meestal omdat het dossier te laat werd ingediend of omdat er geen duidelijke link met het thema klimaatverandering was. De achtenzestig overige aanvragen kregen een positief voorafgaandelijk advies.

Het totaal aantal gesubsidieerde evenementen ligt echter lager : tot nu toe werden twee ministeriële besluiten opgemaakt voor in totaal zevenendertig dossiers. Hiervoor zijn er meerdere redenen : de activiteit is niet doorgegaan of heeft (bijvoorbeeld via de inkomgelden) voldoende inkomsten gegenereerd, of de aanvragers nemen achteraf niet meer de moeite het gevraagde bewijsmateriaal op te sturen.

2. We beschikken wel degelijk over deze lijst, die voortdurend bijgewerkt en geactualiseerd wordt door de dienst Klimaatverandering. De aanvragers zijn zeer divers : milieuorganisaties, socio-culturele verenigingen, gemeenten, jongeren- of seniorenorganisaties, privé-personen, feitelijke verenigingen, ... Een aantal onder hen ontvangen overheidssubsidies, maar de organisatoren moeten een gehandtekende verklaring voorleggen met een volledig financieel bilan van de activiteit, waarin ook de inkomsten en eventuele co-financieringen van deze activiteit dienen gespecifieerd, dit om dubbelfinanciering te vermijden. Vier gesubsidieerde activiteiten gingen door in het Waalse Gewest, de drieëndertig overige in het Vlaamse Gewest.

3. De totale som die voor deze zevenendertig goedgekeurde dossiers werd vrijgemaakt is 11 425,16 euro, wat een gemiddelde toelage van 308,79 euro geeft.

4. De tijd tussen het plaatsvinden van de activiteit en de uitbetaling bedraagt gemiddeld zo'n zeven tot acht maanden : de aanvragers hebben na de activiteit immers twee maanden om de bewijslast binnen te brengen, maar in de praktijk is deze bijna nooit volledig, en dienen bijkomende bewijzen (bijvoorbeeld betalingsbewijzen) opgevraagd te worden. Gemiddeld duurt het zo'n vier maanden vooraleer de dossiers afgesloten kunnen worden. Zodra er voldoende dossiers goedgekeurd zijn, worden deze verzameld in een ministerieel besluit. Na goedkeuring door de Inspectie van Financiën en ondertekening door de minister kan het totale bedrag vastgelegd worden en kunnen de individuele uitbetalingen opgestart worden.

5. In 2007 werd slechts een activiteit door de Dienst bijgewoond. Een overgrote meerderheid van de activiteiten bestond immers uit de projectie van de film « An inconvenient truth » van Al Gore. De persoonlijke uitnodiging (die meestal uit een mail bestaat) dient vooral als een signaal van bevestiging dat de activiteit — waarvoor soms in een vroeg stadium een aanvraag wordt ingediend — wel degelijk doorgaat. Op dit moment zijn er in 2008 nog geen activiteiten doorgegaan, maar er zijn wel aanvragen binnengekomen voor latere data.