SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
11 aôut 2009 11 augustus 2009
________________
Question écrite n° 4-3874 Schriftelijke vraag nr. 4-3874

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Vols de chargements - Collaboration structurelle avec les Pays-Bas - Tenue à jour de statistiques Ladingdiefstallen - Structurele samenwerking met Nederland - Bijhouden van statistieken 
________________
vol
criminalité organisée
Pays-Bas
coopération policière (UE)
lutte contre le crime
statistique officielle
diefstal
georganiseerde misdaad
Nederland
politiële samenwerking (EU)
misdaadbestrijding
officiële statistiek
________ ________
11/8/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/9/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
11/8/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/9/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3873
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5970
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3873
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5970
________ ________
Question n° 4-3874 du 11 aôut 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3874 d.d. 11 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les provinces d'Anvers et du Limbourg rencontrent de nombreux problèmes avec les vols de chargements. Ces derniers ont un impact économique énorme. Dans une affaire résolue (Koala), il s'agissait, selon les informations connues à ce jour, d'un préjudice de trois millions d'euros. Ces vols font également beaucoup de bruit aux Pays-Bas. On en évalue le préjudice économique pour le secteur à 160 millions d'euros par an.

Ces bandes criminelles semblent opérer au Pays-Bas et depuis ce pays. Selon le modus operandi le plus courant, le matériel est volé, stocké pendant un ou plusieurs jours dans un hangar aux Pays-Bas et ensuite vendu. Une action rapide est donc nécessaire.

Dans l'arrondissement de Turnhout, la police judiciaire fédérale dispose d'une équipe spécialisée, la AULA-team, qui a déjà rencontré beaucoup de succès dans la lutte contre les vols de chargements.

La procédure normale pour pouvoir poursuivre une enquête aux Pays-Bas passe par l'entraide judiciaire internationale mais elle prend du temps.

Dans une affaire récente, on a travaillé sur la base d'un accord entre les services de police et judiciaires belges et néerlandais. Ceci a pour avantage que les Pays-Bas, où les services de police travaillent selon des projets et avec des priorités, ne peuvent pas refermer subitement une enquête. Mettre sur pied un tel modèle structurel pourrait réduire fortement la problématique des vols de chargements.

D'où mes questions au ministre.

1. Est-il au courant de cette problématique?

2. Existe-t-il une possibilité de créer structurellement avec les Pays-Bas une équipe commune de manière à permettre une collaboration transfrontalière rapide?

3. Si c'est le cas, quels contacts et mesures a-t-on déjà pris à ce sujet?

4. Le ministre envisage-t-il de rendre possible l'établissement d'un code distinct pour les vols de chargements lorsque des procès-verbaux sont dressés à ce sujet, de manière à ce que ce phénomène puisse être mieux cartographié (notamment pour les statistiques policières de criminalité)?

 

De provincies Antwerpen en Limburg hebben erg veel problemen met ladingdiefstallen. Deze ladingdiefstallen hebben een enorme economische impact. In een opgeloste zaak (Koala) ging het om een tot op heden gekende schade van drie miljoen euro. Ook in Nederland deden deze ladingdiefstallen stof opwaaien. Daar schat men het economische nadeel voor de sector op 160 miljoen euro per jaar.

Deze criminele benden blijken in en vanuit Nederland te opereren. De modus operandi is meestal dat het materiaal wordt gestolen, een dag of enkele dagen opgeslagen in een loods in Nederland en daarna verkocht. Snel optreden is dus vereist.

In het arrondissement Turnhout heeft de federale gerechtelijke politie een gespecialiseerde equipe - het AULA-team - die reeds vele successen geboekt heeft in de strijd tegen ladingdiefstallen.

De normale procedure om een onderzoek in Nederland te kunnen voortzetten is via de tijdrovende internationale rechtshulp.

In een recente zaak heeft men gewerkt met een overeenkomst tussen Belgische en Nederlandse politiediensten en justitie. Dit heeft als voordeel dat Nederland, waar politiediensten projectmatig en met prioriteiten werken, niet zomaar opeens de stekker uit een onderzoek kunnen trekken. Een dergelijk model structureel op poten zetten, zou de problematiek van de ladingdiefstallen sterk kunnen verminderen.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister:

1. Is hij op de hoogte van deze problematiek?

2. Bestaat de mogelijkheid om structureel een gezamenlijk team met Nederland op te richten, zodat een vlotte grensoverschrijdende samenwerking mogelijk is?

3. Zo ja, welke contacten en maatregelen heeft hij hierover reeds ondernomen?

4. Overweegt hij om het mogelijk te maken om via een landingdiefstallen een aparte code te geven voor het opmaken van processen-verbaal hieromtrent zodat het fenomeen ladingdiefstallen beter in kaart kan worden gebracht (onder andere voor de Politiële Criminaliteitsstatistieken)?