SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
2 juillet 2009 2 juli 2009
________________
Question écrite n° 4-3703 Schriftelijke vraag nr. 4-3703

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Systèmes de protection contre le cambriolage et l'incendie - Réduction d'impôt - Propriétaires d'appartements Beveiligingsystemen tegen inbraak of brand - Belastingvermindering - Eigenaars van appartementen 
________________
lutte anti-incendie
sécurité et gardiennage
vidéosurveillance
logement collectif
copropriété
déduction fiscale
impôt sur le revenu
brandbestrijding
beveiliging en bewaking
videobewaking
meergezinswoning
mede-eigendom
belastingaftrek
inkomstenbelasting
________ ________
2/7/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
24/11/2009Antwoord
2/7/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
24/11/2009Antwoord
________ ________
Doorverwezen door : vraag om uitleg 4-968 Doorverwezen door : vraag om uitleg 4-968
________ ________
Question n° 4-3703 du 2 juillet 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3703 d.d. 2 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une réduction d’impôt entrant en vigueur à partir de l’exercice d’imposition 2008 a été instaurée pour l’installation d’un système de protection contre le cambriolage et l’incendie (article 145/31 du Code des impôts sur les revenus 1992).

Il me semble qu'il subsiste certaines lacunes au niveau des mesures entrant en ligne de compte pour la prévention incendie (article 63/16 de l’arrêté royal du 27 août 1993 portant exécution du Code des impôts sur les revenus 1992). Ainsi, il semble que l’on se base souvent sur la sécurité incendie pour une habitation isolée ordinaire, alors que les mesures légales obligatoires pour la prévention incendie, par exemple dans un immeuble à appartements, n’entrent guère en ligne de compte :

1. installation de pictogrammes pour indiquer l’issue de secours et la sortie ;

2. installation d’éclairage de secours pour éclairer les voies d’évacuation ;

3. la plupart du temps, les extincteurs ne sont pas achetés mais loués par le biais d’un contrat d’entretien conclu avec une firme spécialisée ;

4. la porte située entre l’appartement et la cage d’escalier doit avoir une résistance au feu d’au moins une demi-heure.

De ce fait, il semble que les propriétaires d’un appartement soient lésés fiscalement par rapport aux propriétaires d’habitations isolées.

1. Le ministre envisage-t-il d’étendre les mesures entrant en ligne de compte pour la réduction d’impôt aux normes légales obligatoires relatives à la prévention incendie applicables aux immeubles à appartements ?

2. Fiscalement, une association de copropriétaires est considérée comme une association de fait et donc, directement imposée dans le chef des propriétaires. Instaurera-t-on un régime comme pour la réduction d’impôt pour les investissements favorisant les économies d’énergie dont peut bénéficier le propriétaire de chaque appartement proportionnellement à la part qu’il détient dans la copropriété ?

 

Met ingang van het aanslagjaar 2008 werd een belastingvermindering gecreëerd voor beveiliging tegen inbraak of brand (artikel 145/31 van het Wetboek van de inkomsten belastingen 1992).

Wat betreft de maatregelen die in aanmerking komen voor brandpreventie, lijken er mij nog een aantal leemtes te bestaan (artikel 63/16 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomsten belastingen 1992). Zo lijkt het alsof er nogal wordt uitgegaan van de brandveiligheid voor een doorsnee alleenstaande woning, terwijl de wettelijke verplichte maatregelen voor brandpreventie in bijvoorbeeld een appartementsgebouw nauwelijks onder de regeling valt:

1. de plaatsing van pictogrammen voor het aanduiden van de vluchtweg / uitgang;

2. de plaatsing van noodverlichting voor het verlichten van de evacuatiewegen;

3. de brandblussers worden meestal niet aangekocht, maar gehuurd via een onderhoudscontract met een gespecialiseerde firma;

4. de deur tussen het appartement en de trappenhal moet een brandweerstand hebben van minstens een half uur.

Hierdoor lijkt het als de eigenaars van een appartement fiscaal worden benadeeld ten opzichte van de eigenaars van alleenstaande woningen.

1. Is de geachte minister gewonnen voor het idee om de maatregelen die in aanmerking komen voor de belastingvermindering uit te breiden tot de wettelijke verplichte brandpreventienormen die gelden voor appartementsgebouwen?

2. Een vereniging van mede-eigenaars wordt fiscaal als een feitelijke vereniging beschouwd, en dus rechtstreeks in hoofde van de eigenaars belast. Zal men dan een regeling uitwerken zoals bij de belastingvermindering voor energievriendelijke investeringen waarbij de eigenaar van elk appartement verhoudingsgewijs met zijn aandeel in de mede-eigendom van de belastingvermindering kan genieten?

 
Réponse reçue le 24 novembre 2009 : Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

1) L’autorité fédérale n’est pas à même d’étendre les mesures qui entrent en considération pour cette réduction d’impôt aux normes légales en matière de prévention incendie. Les mesures actuelles visent à stimuler les citoyens de prendre des mesures en matière de prévention incendie. Bien entendu, ceci ne vaut pas pour les mesures imposées légalement.

Les mesures que vous mentionnez dans la première partie de votre question sont toutes obligatoires en vertu de l’arrêté royal du 7 juillet 1994 fixant les normes de base en matière de prévention contre l'incendie et l'explosion (les Normes de base), auxquelles les bâtiments nouveaux doivent satisfaire, et n’entrent donc pas en considération pour une réduction d’impôt.

Dans les bâtiments, construits avant l’entrée en vigueur des Normes de base précitées, cette réglementation n’est pas d’application. En collaboration avec mon collègue Didier Reynders, ministre des Finances, j’examinerai si ces travaux peuvent faire l’objet d’une réduction d’impôt.

2) Pour répondre à la deuxième partie de votre question, je dois vous renvoyer à mon collègue, le ministre des Finances. Le Service public fédéral Finances peut en effet fixer les modalités de répartition de la réduction d’impôt entre des personnes ou associations. Je lui fais d’ores et déjà parvenir une copie de votre question.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

1) De federale overheid kan de maatregelen die in aanmerking komen voor deze belastingvermindering niet uitbreiden tot de wettelijk verplichte brandpreventienormen. Het doel van de bestaande maatregelen is het stimuleren van de burgers om brandpreventiemaatregelen te nemen. Dit geldt uiteraard niet voor de maatregelen die wettelijk verplicht zijn gesteld.

De maatregelen die u in het eerste deel van uw vraag vermeldt, zijn allen verplicht door het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen (de Basisnormen) en komen als dusdanig niet in aanmerking voor belastingvermindering.

In de gebouwen die dateren van voor het in voege treden van de bovenvermelde Basisnormen is deze reglementering niet van toepassing. Samen met mijn collega Didier Reynders van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën zal ik onderzoeken of deze werken in aanmerking kunnen komen voor de belastingsvermindering.

2) Voor een antwoord op het tweede deel van uw vraag moet ik u verwijzen naar mijn collega-minister van Financiën. De FOD Financiën kan de modaliteiten bepalen waaronder personen of verenigingen de belastingvermindering onder elkaar kunnen verdelen. Ik stuur hem alvast een kopie van uw vraag door.