SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
2 juillet 2009 2 juli 2009
________________
Question écrite n° 4-3692 Schriftelijke vraag nr. 4-3692

de Marleen Temmerman (sp.a)

van Marleen Temmerman (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Soins de santé - Indépendants - Accords bilatéraux Geneeskundige verzorging - Zelfstandigen - Bilaterale overeenkomsten 
________________
Macédoine du Nord
soins de santé
dépense de santé
ticket modérateur
assurance maladie
accord bilatéral
profession indépendante
Algérie
Tunisie
Turquie
Croatie
Serbie-et-Monténégro
Kosovo
question du Kosovo
Noord-Macedonië
gezondheidsverzorging
bestedingen voor gezondheid
remgeld
ziekteverzekering
bilaterale overeenkomst
zelfstandig beroep
Algerije
Tunesië
Turkije
Kroatië
Servië en Montenegro
Kosovo
Kosovo-kwestie
________ ________
2/7/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
13/7/2009Antwoord
2/7/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
13/7/2009Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-988 Requalification de : demande d'explications 4-988
________ ________
Question n° 4-3692 du 2 juillet 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3692 d.d. 2 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Belgique a conclu avec divers pays, à l'avantage des travailleurs salariés, des accords bilatéraux en matière de soins de santé. Ces pays sont les suivants : l'Algérie, la Tunisie, la Turquie, la Croatie et l'ex-Yougoslavie (Macédoine, Serbie, Monténégro, Bosnie-Herzégovine, Kosovo). Comme indiqué, ces accords ne concernent que les travailleurs, exception faite de la convention belgo-croate.

Les accords précités prévoient qu'en cas de traitement ambulatoire médicalement nécessaire, l'assuré peut demander un remboursement auprès de l'organisme local de paiement. En cas d'hospitalisation, il ne doit payer que le ticket modérateur. Le calcul du remboursement est basé sur la législation du pays de résidence de l'assuré.

Pour le moment, les indépendants sont toutefois exclus de ces accords bilatéraux. C'est injuste et discriminatoire envers les indépendants, étant donné qu'en matière de soins de santé, en intégrant les petits risques dans l'assurance obligatoire, le législateur a aligné, depuis le 1er janvier 2008, le régime des indépendants sur celui des salariés.

J'aimerais connaître la position de la ministre concernant les questions suivantes :

1. L'absence de remboursement pour les indépendants dans les pays précités n'est-elle pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, compte tenu du fait qu'en matière de soins de santé, le législateur a aligné le régime des indépendants sur celui des salariés ?

2. La situation décrite ci-dessus n'est-elle pas discriminatoire envers les indépendants ?

3. Quand sera-t-il mis fin à cette discrimination et, donc, quand un droit unilatéral sera-t-il accordé aux indépendants ?

 

België heeft met de volgende landen bilaterale overeenkomsten gesloten voor geneeskundige verzorging, en dit voor werknemers. Deze landen zijn Algerije, Tunesië, Turkije, Kroatië en Ex-Joegoslavië (Macedonië, Servië, Montenegro, Bosnië-Herzegovina, Kosovo). Zoals aangeven hebben deze overeenkomsten echter enkel betrekking op werknemers, uitgezonderd de Belgisch-Kroatische overeenkomst.

Vernoemde overeenkomsten voorzien dat een verzekerde in geval van een medisch noodzakelijke ambulante behandeling, een terugbetaling kan vragen bij de plaatselijke uitbetalingsinstelling. In geval van hospitalisatie dient hij enkel het remgeld te betalen. De berekening van de terugbetaling gebeurt op basis van de wetgeving van het betrokken land waar de verzekerde verblijft.

Momenteel zijn zelfstandigen echter uitgesloten uit deze bilaterale overeenkomsten. Dit is onrechtvaardig en discriminerend tegenover de zelfstandigen, aangezien door de opneming van de kleine risico's in de verplichte verzekering, de wetgever vanaf 1 januari 2008 wat betreft de geneeskundige verzorging, het stelsel van de zelfstandigen gelijkgeschakeld heeft met die van de werknemers.

Graag vernam ik het standpunt van de geachte minister op volgende vragen:

1. Is de afwezigheid van terugbetaling voor zelfstandigen in de bovenvermelde landen, niet strijdig met artikels 10 en 11 van de Grondwet, aangezien de wetgever het stelsel van de zelfstandigen wat betreft de geneeskundige verzorging gelijkgeschakeld heeft met die van de werknemers?

2. Is bovenstaand omschreven situatie niet discriminerend voor de zelfstandigen?

3. Vanaf wanneer zal er een eind gesteld worden aan deze discriminatie en dus een unilateraal recht toegekend worden aan de zelfstandigen?

 
Réponse reçue le 13 juillet 2009 : Antwoord ontvangen op 13 juli 2009 :

Un traité bilatéral est un convention entre deux pays qui dépasse la législation nationale des deux pays cocontractants. Pour une convention en matière de sécurité sociale, il peut être décidé de commun accord de reprendre certaines branches de la législation sur la sécurité sociale d’un pays et de laisser tomber d’autres. Dans certains cas, comme la Tunisie, il a été décidé à l’époque de ne reprendre que la législation relative à la sécurité sociale des salariés. Lors de la préparation ou des négociations d’un traité, on tente, il est vrai, qu’il reste en conformité avec la législation belge.

Le législateur n’a aligné l’assurance obligatoire soins de santé des indépendants sur celle des travailleurs salariés que le 1er  janvier 2008, et ce en y reprenant les petits risques pour les indépendants. Les traités bilatéraux que vous mentionnez (Algérie, Tunisie, Turquie et ex-Yougoslavie) ont tous été conclus il y a plusieurs années. Ce n’était de toute évidence pas une situation discriminante à ce moment-là.

Dans les traités de sécurité sociale plus récents, comme avec la Croatie, la Macédoine (qui est entré en vigueur le 1er juin 2009) ou la Bosnie-Herzégovine (qui a été signé le 6 mars 2006 et approuvé par le parlement belge le 27 novembre 2008), l’assurance-maladie pour indépendants a bien été reprise.

En outre, les indépendants et les membres de leur famille, lors d’un séjour temporaire dans un pays avec lequel un traité bilatéral a été conclu, et même si l’assurance maladie pour indépendants n’y figure pas, ont droit au remboursement des frais médicaux en cas d’hospitalisation urgente. Ce remboursement est prévu par la législation belge (article 294, §1er, 3°, de l’arrêté royal du 3 juillet 1996).

Dans le cadre de situations transfrontalières, il n’existe ni pour les indépendants, ni pour les salariés, de droit unilatéral à l’assurance-maladie obligatoire qui aille au-delà de l’article 294 précité. Tout dépend en fait s’il a été décidé de reprendre l’assurance-maladie dans le champ d’application de la convention bilatérale de sécurité sociale en question. Il existe en effet une série de traités bilatéraux de sécurité sociale où l’assurance des soins médicaux est exclue du champ d’application, tant pour les salariés que pour les indépendants.

Dans les anciens traités de sécurité sociale, l’assurance-maladie pour travailleurs salariés est le plus souvent reprise dans le champ d’application.

Pour les traités anciens comme ceux avec l’Algérie, la Tunisie, la Turquie et l’ex-Yougoslavie, des initiatives sont prises actuellement pour les réviser. Le statut social des travailleurs indépendants, dont l’assurance-maladie, sera alors probablement reprise dans le nouveau traité. Revoir un tel Traité ne peut cependant se faire qu’avec l’accord de l’autre pays. En ce qui concerne l’ex-Yougoslavie, c’est vrai que, à côté des pays où un traité a déjà été conclu, des négociations sont en cours avec la Serbie et le Monténégro.

Een bilateraal verdrag is een overeenkomst tussen twee landen die de nationale wetgeving van beide overeenkomstsluitende landen overstijgt. Voor een overeenkomst betreffende sociale zekerheid kan in gemeenschappelijk overleg besloten worden om bepaalde takken van de sociale zekerheidswetgeving van een land op te nemen en andere weg te laten. In sommige gevallen, zoals met Tunesië, werd er destijds beslist om enkel de sociale zekerheidswetgeving voor werknemers op te nemen. Bij het opstellen of onderhandelen van een verdrag wordt er weliswaar naar gestreefd dat dit in overeenstemming blijft met de Belgische wetgeving.

De wetgever heeft de verplichte verzekering inzake geneeskundige verzorging pas op 1 januari 2008 gelijkgeschakeld voor werknemers en zelfstandigen door de kleine risico’s voor zelfstandigen erin op te nemen. De vermelde bilaterale verdragen (Algerije, Tunesië, Turkije en ex-Joegoslavië) werden allemaal vele jaren voordien afgesloten. Uiteraard was het op dat moment zeker geen discriminerende situatie.

In recentere sociale zekerheidsverdragen zoals met Kroatië en Macedonië (dat in werking is getreden op 1 juni 2009) of Bosnië–Herzegovina (dat ondertekend werd op 6 maart 2006 en goedgekeurd door het Belgisch Parlement op 27 november 2008), werd de ziekteverzekering voor zelfstandigen wel degelijk opgenomen.

Bovendien hebben zelfstandigen en hun gezinsleden, in een situatie van tijdelijk verblijf in een land waarmee een bilateraal verdrag afgesloten is waarin de ziekteverzekering voor zelfstandigen niet opgenomen is, recht op de terugbetaling van medische kosten voor een dringende opname in een verplegingsinstelling. Deze terugbetaling is voorzien door de Belgische wetgeving (artikel 294, §1, 3°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996).

In het kader van grensoverschrijdende situaties, bestaat er, noch voor zelfstandigen, noch voor werknemers, een unilateraal recht op de verplichte ziekteverzekering, dat verder gaat dan het hogervermeld artikel 294. Verder hangt het er trouwens van af of er besloten werd om de ziekteverzekering op te nemen in het materieel toepassingsgebied van het Verdrag in kwestie. Er zijn immers ook een aantal bilaterale sociale zekerheidsverdragen waarin de verzekering voor geneeskundige verzorging uitgesloten is van het materieel toepassingsgebied, zowel voor werknemers als voor zelfstandigen.

In de oude sociale zekerheidsverdragen maakt de ziekteverzekering voor werknemers meestal deel uit van toepassingsgebied.

Voor de oude sociale zekerheidsverdragen, zoals die met Algerije, Tunesië, Turkije en ex-Joegoslavië, worden initiatieven genomen om deze te herzien, waarbij de regeling van de sociale zekerheid voor zelfstandigen, waaronder de ziekteverzekering, dan waarschijnlijk in het nieuwe verdrag zal worden opgenomen. Een dergelijk Verdrag herzien kan echter enkel met het akkoord van het andere land. Wat ex-Joegoslavië betreft is het zo dat, naast de landen waarmee er al een verdrag is afgesloten, er onderhandelingen bezig zijn met Servië en Montenegro.