SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
9 juin 2009 9 juni 2009
________________
Question écrite n° 4-3548 Schriftelijke vraag nr. 4-3548

de Marie-Hélène Crombé-Berton (MR)

van Marie-Hélène Crombé-Berton (MR)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Loi du 8 juin 2006 réglant des activités économiques et individuelles avec des armes - Article 32 - Révision - Autorisation de détention d'armes - Régime de durée - Circulaire adressée aux autorités administratives compétentes Wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens - Artikel 32 - Herziening - Vergunning tot het voorhanden hebben van wapens - Geldigheidsduur Rondzendbrief voor de bevoegde administratieve overheden 
________________
arme à feu et munitions
arme personnelle
circulaire
application de la loi
révision de la loi
arme de petit calibre
vuurwapen
persoonlijk wapen
rondschrijven
toepassing van de wet
wetsherziening
handvuurwapens
________ ________
9/6/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/7/2009)
9/9/2009Antwoord
9/6/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/7/2009)
9/9/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-3548 du 9 juin 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-3548 d.d. 9 juni 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

L’article 32 de la loi du 8 juin 2006 réglant des activités économiques et individuelles avec des armes prévoyait, dans sa version initiale de 2006, que les autorisations de détention délivrées par les gouverneurs de province ne l’étaient que pour une durée maximale de cinq ans et que leur renouvellement devait faire l’objet des certaines formalités consistant notamment à représenter les épreuves théorique et pratique, bien que précédemment réussies pour l’obtention de leurs autorisations précédentes.

Se fondant sur cet article, certains gouverneurs ont jugé plus prudent de mentionner en rouge sur les formulaires d’autorisation qu’ils délivraient (modèles 4) la date d’expiration de ces autorisations, à savoir cinq ans, à compter de leur délivrance ou de leur dernière modification payée.

Or, depuis lors, l’article 32 en question a été abrogé et remplacé par un nouvel article 32, inséré par l’article 21 de la loi du 25 juillet 2008. Celui-ci énonce que les autorisations « sont délivrées pour une durée indéterminée ».

Pour éviter tout risque de discrimination entre les personnes qui ont respecté le prescrit initial de la loi du 8 juin 2006 et les personnes qui ont préféré attendre sa modification future, promise à diverses reprises, le Service public fédéral (SPF) Justice a édité une brochure à destination des personnes titulaires de ces autorisations. Il est précisé en page neuf du dépliant, disponible également sur Internet, que : « si une limitation à cinq ans dans la durée de validité a été mentionnée sur votre autorisation, elle est supprimée. » Ceci afin de ne pas pénaliser les détenteurs d’armes les plus alertes, soucieux, à l’époque, du respect des conditions légales.

Pourriez-vous m’indiquer si ce correctif a fait l’objet d’une circulaire notifiée aux différentes autorités administratives chargées de l’application de la loi ?

Ne conviendrait-il pas d’intégrer cette modification dans la circulaire du 30 octobre 1995 (3630/1/8) ? À cette occasion, cette dernière pourrait être actualisée suite aux nombreuses adaptions dont elle a fait l’objet. Nous pourrions, de la sorte, disposer d’un texte cohérent et accessible.

 

Artikel 32 van de wet van 8 juni 2006 tot regeling van economische en individuele activiteiten met wapens bepaalde in de oorspronkelijke versie van 2006 dat de vergunningen voor het voorhanden hebben van wapens die door de provinciegouverneurs werden afgegeven slechts maximum vijf jaar geldig waren en dat hun hernieuwing aan bepaalde formaliteiten was onderworpen, met name het opnieuw afleggen van theoretische en praktische proeven, hoewel die al met succes waren afgelegd om de vorige vergunningen te kunnen krijgen.

Gelet op dat artikel vonden sommige gouverneurs het raadzaam om in het rood op de afgegeven vergunningsformulieren (model 4) de datum van verstrijking van de vergunning te vermelden, namelijk vijf jaar vanaf hun afgifte of de laatste betaalde wijziging.

Sindsdien werd artikel 32 echter opgeheven en door een nieuw artikel 32 vervangen, ingevoegd door artikel 21 van de wet van 25 juli 2008. Dat bepaalt dat de vergunningen “worden afgegeven voor onbepaalde duur”.

Om elk risico op discriminatie te voorkomen tussen personen die het oorspronkelijke voorschrift van de wet van 8 juni 2006 hebben nageleefd en de personen die de voorkeur gaven te wachten op de komende, meermaals beloofde, wijziging, heeft de FOD Justitie een brochure uitgegeven voor de houders van die vergunningen. Op bladzijde negen van de folder, die ook op het internet beschikbaar is, wordt verduidelijkt dat: “als er op uw vergunning een beperking van de geldigheidsduur tot vijf jaar is aangebracht, dan vervalt die”. Aldus worden de meest alerte wapenbezitters, die destijds de wettelijke voorwaarden wensten te respecteren, niet bestraft.

Kunt u me meedelen of deze verbetering werd opgenomen in een rondzendbrief aan de verschillende administratieve overheden die de wet moeten toepassen?

Is het niet aan te bevelen deze wijziging op te nemen in de rondzendbrief van 30 oktober 1995 (3630/1/8)? Bij die gelegenheid kan dan meteen ook rekening worden gehouden met de overige talrijke aanpassingen die aan de omzendbrief werden aangebracht. Op die manier kunnen we beschikken over een coherente en toegankelijke tekst.

 
Réponse reçue le 9 septembre 2009 : Antwoord ontvangen op 9 september 2009 :

Depuis déjà trois années, une plate-forme de concertation, présidée et dirigée par le Service fédéral des armes (SFA), réunit mensuellement les services armes des gouverneurs.

La plate-forme a pour objectif de favoriser une application uniforme de la loi sur les armes dans toutes les provinces du pays.

Aux cours de ces rencontres, de nombreuses questions relatives à l'interprétation de la loi sur les armes sont posées au SFA et les réponses formulées, constituent des directives à destination des services des gouverneurs. Elles sont consignées dans des procès verbaux détaillés ayant, dans la pratique, la valeur d'une circulaire.

Dans le mois qui a suivi la publication au Moniteur belge de la loi du 25 juillet 2008 (communément appelée « loi réparatrice »), le groupe des provinces s'est réuni et des instructions précises leur ont été adressées notamment quant à la manière d'appliquer l'article 32.

Je n'ai pas de doute sur le fait que les autorités administratives concernées, conscientes de la nécessité de garantir et soucieuses d'assurer un traitement égalitaire à tous les citoyens, ont largement et correctement suivi ces directives. Le SFA n'a, en tous les cas, pas, à ce jour, eu connaissance de plainte à ce sujet.

Concernant la circulaire du 30 octobre 1995, sa réécriture complète compte parmi les projets prioritaires que le SFA a ' l'intention de mener durant les prochains mois. Il s'agit d'un travail de longue haleine dans lequel les modifications successives que la matière des armes a subie seront intégrées. Notre objectif est, comme par le passé, d'offrir aux acteurs de terrain un outil de travail et de compréhension fiable de la réglementation sur les armes.

Reeds drie jaar geleden werd een overlegplatform opgericht waarin de wapendiensten van de gouverneurs maandelijks samenkomen en dat wordt voorgezeten en geleid door de FWD.

Het overlegplatform heeft als doelstelling de bevordering van een uniforme toepassing van de wapenwet in alle provincies van het land.

Tijdens deze ontmoetingen worden talrijke vragen betreffende de interpretatie van de wapenwet aan de FWD gesteld en de gegeven antwoorden houden richtlijnen in bestemd voor de diensten van de gouverneurs. Ze worden schriftelijk vastgelegd in gedetailleerde processen-verbaal die in de praktijk de waarde van een omzendbrief hebben.

In de maand volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de wet van 25 juli 2008 (doorgaans de “herstelwet” genoemd) zijn de provincies bijeengekomen en werden hen precieze richtlijnen gegeven meer bepaald betreffende de wijze van toepassen van artikel 32.

Ik twijfel er niet aan dat de betreffende administratieve overheden - zich bewust van de noodzaak en bezorgd om het verzekeren van een gelijke behandeling van alle burgers - deze instructies ruimschoots en correct hebben nageleefd. De FWD heeft in elk geval tot op heden geen weet van enige klacht ter zake.

Het volledig herschrijven van de omzendbrief van 30 oktober 1995 is één van de prioritaire projecten die de FWD in de komende maanden gepland heeft. Het gaat over een werk van lange adem waarin de opeenvolgende wijzigingen die de wapenmaterie heeft ondergaan zullen worden geïntegreerd. Onze bedoeling is om, zoals in het verleden, aan de spelers op het terrein een werkmiddel te geven alsook een betrouwbaar inzicht te bezorgen in de reglementering betreffende de wapens.