SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
13 février 2008 13 februari 2008
________________
Question écrite n° 4-339 Schriftelijke vraag nr. 4-339

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
SNCB - Accompagnateur de train - Diagnostic de tuberculose - Suivi NMBS - Treinbegeleider - Vaststelling van tuberculose - Opvolging 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
maladie infectieuse
personnel de conduite
santé publique
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
infectieziekte
bestuurder
volksgezondheid
________ ________
13/2/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 13/3/2008)
17/3/2008Antwoord
13/2/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 13/3/2008)
17/3/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-339 du 13 février 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-339 d.d. 13 februari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 31 janvier 2008, les médias ont fait savoir qu’un accompagnateur du dépôt de la SNCB de Courtrai était en traitement parce que l’on avait diagnostiqué une tuberculose.

Je souhaite poser plusieurs questions concrètes à la ministre.

Quand la SNCB a-t-elle été informée que l’on avait diagnostiqué une tuberculose chez l’accompagnateur de train ?

Quand la « Agentschap Zorg en gezondheid » a-t-elle été mise au courant ?

Quand et comment les collègues susceptibles d’être contaminés ont-ils été informés ?

Combien de collègues ont-ils dû être examinés ?

A-t-on également diagnostiqué une tuberculose chez un ou plusieurs collègues ?

Quand et à l’initiative de qui le public a-t-il été averti par le biais des médias ?

 

Op 31 januari 2008 raakte in de media bekend dat een treinbegeleider van het NMBS-depot in Kortrijk in behandeling was wegens vaststelling van de besmettelijke ziekte tuberculose (TBC).

Enkele concrete vragen:

Wanneer werd de NMBS van de vaststelling dat de treinbegeleider besmet was op de hoogte gebracht?

Wanneer werd het Agentschap Zorg en gezondheid op de hoogte gebracht?

Wanneer en hoe werden de collega’s die mogelijk risico hadden gelopen op de hoogte gesteld?

Hoeveel collega’s dienden onderzocht te worden?

Werd bij één of meerdere collega’s eveneens TBC vastgesteld?

Wanneer en op wiens initiatief werd het publiek via de media op de hoogte gebracht?

 
Réponse reçue le 17 mars 2008 : Antwoord ontvangen op 17 maart 2008 :

Le Service externe de prévention et de protection au travail du Groupe SNCB (Corporate Prevention Service — CPS) a été informé le 25 janvier 2008 de la maladie contagieuse de l'accompagnateur de train concerné.

L'Agence flamande pour la santé (« Agentschap Zorg en Gezondheid ») a été informée le même jour.

Le 25 janvier 2008 le médecin régional du travail a demandé au responsable régional de la CPA Courtrai (cellule Personnel d'accompagnement Courtrai) d'établir des listes d'accompagnateurs de train ayant encouru ce risque potentiel et entrant donc en ligne de compte pour un dépistage TBC.

À la CPA Courtrai, où les contacts entre l'accompagnateur de train contagieux et ses collègues ont, selon toute probabilité, été les plus fréquents sur le lieu de travail, quelque cent-cinquante-sept travailleurs ont dû être examinés.

Deux catégories de personnel pour lesquelles les contacts avec l'accompagnateur de train concerné ont très probablement été moins fréquents (à savoir les accompagnateurs de train d'autres CPA et les conducteurs de train de plusieurs cellules techniques de conducteurs) ont pu également, sur base volontaire, se présenter au dépistage.

À ce jour, aucun autre cas de TBC n'a été constaté chez des collègues de l'accompagnateur de train concerné.

Corporate Prevention Service n'a fait aucun communiqué de presse et ignore qui a pris l'initiative d'informer le public via les médias.

De Externe Dienst voor preventie en bescherming op het werk van de Groep NMBS (Corporate Prevention Service — CPS) werd op 25 januari 2008 op de hoogte gebracht van de besmettelijke ziekte van de betrokken treinbegeleider.

Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid werd op dezelfde dag op de hoogte gebracht.

Op 25 januari 2008 werd aan de regionale verantwoordelijke van de CT-Kortrijk (cel Treinbegeleiders — Kortrijk) door de regionale arbeidsgeneesheer gevraagd om lijsten op te stellen van de treinbegeleiders die mogelijk risico hadden gelopen en die dus in aanmerking kwamen voor een TBC-opsporing.

In het CT-Kortrijk, waar de contacten tussen de besmettelijke treinbegeleider en zijn collega's hoogstwaarschijnlijk het meest frequent op de werkvloer zijn geweest, dienden er ongeveer honderd zevenenvijftig werknemers onderzocht te worden.

Daarbij mochten twee categorieën van personeel van wie de contacten met de betrokken treinbegeleider hoogstwaarschijnlijk minder frequent zijn geweest (namelijk de treinbegeleiders van andere CT's en de treinbestuurders van verschillende technische cellen treinbestuurders) zich ook op vrijwillige basis voor de opsporing aanbieden.

Er werd tot nu toe nog geen ander geval van TBC bij de collega's van de betrokken treinbegeleider vastgesteld.

Corporate Prevention Service heeft geen mededeling aan de pers gegeven en weet niet op wiens initiatief het publiek via de media op de hoogte werd gebracht.