SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
27 février 2009 27 februari 2009
________________
Question écrite n° 4-3061 Schriftelijke vraag nr. 4-3061

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

au ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Plans d'urgence et d'intervention - Élaboration - Circulaires Nood- en interventieplannen - Opmaak - Omzendbrieven 
________________
protection civile
province
commune
burgerbescherming
provincie
gemeente
________ ________
27/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
27/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-746
Réintroduite comme : question écrite 4-5938
Requalification de : demande d'explications 4-746
Réintroduite comme : question écrite 4-5938
________ ________
Question n° 4-3061 du 27 février 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3061 d.d. 27 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En vertu de l'arrêté royal du 16 février 2006, chaque commune et chaque province sont obligées d'établir un plan d'urgence et d'intervention. Les communes qui avaient déjà un tel plan avant la publication de l'arrêté royal en question doivent seulement le mettre à jour ou l'adapter à la nouvelle réglementation. Les autres communes doivent élaborer un plan en collaboration avec les gouverneurs de provinces.

À la fin de l'année dernière, le ministre a signalé que différentes formes d'aide étaient accordées par l'État fédéral. Ainsi, après la publication de l'arrêté royal, des réunions d'information ont été organisées pour les bourgmestres, les gouverneurs et les différents fonctionnaires concernés. En outre, une série de guides thématiques ont été publiés et les autorités locales pourront disposer prochainement d'une méthode d'identification des risques.

Un problème annexe est la charge supplémentaire de travail pour les administrations communales et le manque de personnel pour remplir cette tâche complémentaire. Il est à mon sens possible de collaborer, par zone de police, avec les services de la Défense.

En outre, deux circulaires ministérielles devraient également arriver. L'une a pour but d'offrir aux gouverneurs une structure pour leur plan général d'urgence et d'intervention, l'autre concerne la coordination des disciplines. Le ministre a indiqué à la fin de l'année dernière que l'on mettait la dernière main à ces deux projets de circulaires.

Je souhaiterais poser à ce sujet les questions suivantes :

1) Quel est l'état actuel de ce dossier ? L'élaboration des plans d'urgence et d'intervention avance-t-elle bien dans les provinces et les communes ?

2) Le ministre a-t-il connaissance du nombre de communes ayant déjà établi un plan d'urgence et d'intervention ?

3) Les autorités locales peuvent-elles déjà disposer d'une méthode d'identification des risques ?

4) Où en est la rédaction des deux circulaires ministérielles ? Sont-elles déjà prêtes ? Dans la négative, quand le ministre pense-t-il qu'elles pourront être publiées ?

5) Pense-t-il pouvoir répondre à la demande des administrations communale de remédier au manque de personnel, éventuellement par le biais d'une collaboration avec la Défense ou la Fonction publique ?

 

Volgens het koninklijk besluit van 16 februari 2006 moet elke gemeente en elke provincie verplicht een nood- en interventieplan opstellen. De gemeenten die al een dergelijk plan hadden voor het verschijnen van het koninklijk besluit in kwestie, dienen dit alleen te updaten of aan te passen aan de nieuwe regelgeving. De andere gemeenten moeten een plan uitwerken in samenwerking met de provinciegouverneurs.

Eind vorig jaar gaf de geachte minister aan dat er door de federale Staat verschillende vormen van bijstand werden verleend. Zo werden er na het verschijnen van het koninklijk besluit informatievergaderingen georganiseerd voor de burgemeesters, de gouverneurs en de verschillende betrokken ambtenaren. Verder werden er een aantal thematische gidsen uitgegeven en binnenkort zullen de lokale autoriteiten over een methode voor de identificatie van de risico's kunnen beschikken.

Een bijkomend probleem is de extra belasting van de gemeentebesturen en het personeelstekort om deze bijkomende taak aan te kunnen. Er bestaat mijn inziens een mogelijkheid om per politiezone samen te werken met de diensten van Defensie.

Daarnaast zouden er ook twee ministeriële omzendbrieven komen. Een ervan wil de gouverneurs een structuur bieden voor hun algemeen nood- en interventieplan, de andere betreft de coördinatie van de disciplines. Hij gaf eind vorig jaar aan dat aan de ontwerpen van deze twee omzendbrieven de laatste hand werd gelegd.

Graag had ik hieromtrent de volgende vragen gesteld :

1) Wat is de stand van zaken in dit dossier ? Vordert het opstellen van de nood- en interventieplannen bij de provincies en de gemeenten goed ?

2) Heeft de geachte minister zicht op het aantal gemeenten dat reeds een nood- en interventieplan heeft opgesteld ?

3) Kunnen de lokale autoriteiten reeds over een methode voor de identificatie van de risico's beschikken ?

4) Hoe ver staat het met de opmaak van de twee ministeriële omzendbrieven ? Zijn deze al klaar ? Zo niet, wanneer verwacht hij dat zij kunnen worden gepubliceerd ?

5) Denkt hij tegemoet te kunnen komen aan de vraag van de gemeentebesturen om de noden qua personeel mee te kunnen invullen - eventueel via samenwerking met Defensie of Ambtenarenzaken ?