SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2632 Schriftelijke vraag nr. 4-2632

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes

aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden
________________
Partage de la pension - Répartition des droits à la pension entre les conjoints ou les cohabitants légaux - Mesures législatives concrètes Pensioensplit - Delen van pensioenrechten tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden - Concrete wetgevende maatregelen 
________________
régime de retraite
personne mariée
union civile
prestation aux survivants
transfert de droit à pension
travail à temps partiel
vie professionnelle
pensioenregeling
gehuwde persoon
geregistreerd samenwonen
uitkering aan nabestaanden
overdracht van pensioenrechten
deeltijdarbeid
beroepsleven
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
5/2/2009Antwoord
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
5/2/2009Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2081 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2081
________ ________
Question n° 4-2632 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2632 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Près d’une femme sur quatre perçoit une pension inférieure à 500 euros par mois. La moitié des retraitées touche une pension d’un montant se situant entre 500 et 1000 euros. Autrement dit, les trois quarts des femmes ont une pension inférieure à 1000 euros.

Dans l’accord de gouvernement 2009-2012, les partis de la majorité sont convenus de partager les droits à la pension entre les conjoints ou cohabitants légaux. L’objectif est de rendre le partenaire exerçant une activité professionnelle coresponsable de la décision de son partenaire de prendre une pause carrière, par exemple. Une partie des droits à la pension du partenaire travaillant à temps plein sont ainsi transférés à l’autre partenaire qui a réduit son temps de travail.

Votre note de politique générale (Chambre, Doc. 52 0995/005) n’aborde pourtant pas cette question. C’est pourquoi j’ai déposé une proposition de loi à ce sujet au Sénat (Doc. 4-964).

1. Pourquoi le partage de la pension ne figure-t-il pas dans votre note de politique générale ? Soutenez-vous encore cette idée ? Pouvez-vous justifier votre réponse ?

2. Avez-vous l’intention de prendre une initiative dans ce domaine et de déposer un projet de loi au parlement ou bien pensez-vous que cette mesure peut être examinée au Sénat sur la base de ma proposition de loi ?

 

Bijna één op vier vrouwen heeft een pensioen lager dan 500 euro per maand. De helft van de gepensioneerde vrouwen heeft een pensioen tussen 500 en 1 000 euro. Met andere woorden : drie kwart van de vrouwen heeft een pensioen lager dan 1 000 euro.

In het regeerakkoord 2009-2012 van deze regering kwamen de meerderheidspartijen overeen om de pensioenrechten tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden te delen. Bedoeling is dat de beroepsactieve partner financieel mee verantwoordelijk wordt gesteld wanneer de andere partner kiest om bijvoorbeeld loopbaanonderbreking te nemen. Op die manier kan een deel van de pensioenrechten van de voltijds werkende partner worden overgedragen aan de andere partner die zijn of haar arbeidsduur verminderde.

Uw beleidsnota (De kamer, doc 52 0995/005) meldt daar echter niets over. Daarom legde ik in de schoot van de Senaat daarvoor een wetsvoorstel neer (nr. 4-964).

1. Waarom staat de pensioensplit niet in de beleidsnota van de geachte minister ? Ondersteunt zij dit idee nog ? Zo ja, waarom ? Zo neen, waarom niet ?

2. Is zij zinnens om een initiatief terzake te nemen en een wetsontwerp in te dienen in het parlement of meent zij dat dit besproken kan worden in de schoot van de Senaat op basis van mijn wetsvoorstel ?

 
Réponse reçue le 5 février 2009 : Antwoord ontvangen op 5 februari 2009 :

En réponse à ses questions, je peux communiquer à l’honorable membre que l’accord gouvernemental indique en effet que : « Le Gouvernement instaurera le partage des pensions. Lorsqu’un des partenaires assume des activités de soin et réduit dès lors sa carrière, les droits à la pension constitués pour ces périodes peuvent être répartis de manière égale entre les partenaires. »

J’ai en effet l’intention de valoriser davantage les tâches de soin. Je n’ai pas encore élaboré de plans concrets en la matière dans ma note de politique 2009. Il me semble en effet indiqué de traiter cette thématique au sein de la Conférence nationale sur les pensions. C’est pourquoi, je proposerai aux membres de la Task Force de traiter ce sujet dans un des groupes de travail.

Sur base des travaux du groupe de travail, des propositions concrètes pourront alors être éventuellement élaborées.

In antwoord op haar vragen kan ik het geachte lid meedelen dat het regeerakkoord inderdaad vermeldt dat « De Regering de splitsing van de pensioenen zal invoeren. Wanneer één van de partners zorgactiviteiten op zich neemt en daarvoor zijn of haar carrière beperkt, zullen de voor die periodes gevormde pensioenrechten op gelijke wijze verdeeld kunnen worden tussen de partners. »

Het ligt inderdaad in mijn bedoeling om zorgtaken meer te valoriseren. Ik heb hierrond nog geen concrete plannen uitgewerkt in mijn beleidsnota voor 2009 omdat het me aangewezen lijkt dat deze thematiek behandeld zou worden in de schoot van de Nationale pensioenconferentie. Ik zal daarom aan de leden van de Task Force voorstellen om dit in één van de werkgroepen te behandelen.

Aan de hand van de werkzaamheden van de werkgroep kunnen dan eventuele concrete voorstellen uitgewerkt worden.