SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2474 Schriftelijke vraag nr. 4-2474

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen
________________
Interdiction de fumer - Lieux de travail - Infractions - Sanctions Rookverbod - Werkvloer - Overtredingen - Sancties 
________________
tabac
tabagisme
condition de travail
santé au travail
inspection du travail
infraction
lieu de travail
tabak
nicotineverslaving
arbeidsvoorwaarden
gezondheid op het werk
arbeidsinspectie
overtreding
werkplek
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
23/11/2009Antwoord
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
23/11/2009Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-1796 Réintroduction de : question écrite 4-1796
________ ________
Question n° 4-2474 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2474 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis le 1er janvier 2006, tout travailleur a le droit de disposer d'espaces de travail et d'équipements sociaux non enfumés. L'employeur est censé interdire de fumer dans les espaces de travail et les équipements sociaux.

La ministre peut-elle m'indiquer combien d'infractions ont déjà été constatées à cette réglementation contenue dans l'arrêté royal du 19 janvier 2005 relatif à la protection des travailleurs contre la fumée de tabac ?

Les constatations ont-elles été faites dans le cadre des missions normales de l'inspection du travail ou bien sur la base de plaintes émanant de non-fumeurs?

La ministre peut-elle m'indiquer combien de sanctions ont été prises à l'encontre d'employeurs qui n'avaient pas satisfait à l'obligation de prendre les mesures nécessaires pour interdire de fumer dans les lieux de travail et combien à l'encontre de travailleurs qui ont effectivement enfreint l'interdiction ? Des infractions aux mesures d'interdiction ont-elles déjà été constatées de la part de tiers (visiteurs, fournisseurs,...) ?

 

Sinds 1 januari 2006 heeft elke werknemer het recht te beschikken over werkruimten en sociale voorzieningen die vrij zijn van tabaksrook. De werkgever wordt geacht het roken in de werkruimten en de sociale voorzieningen te verbieden.

Kan de geachte minister mij melden hoeveel overtredingen er tegen deze regeling, die vervat zit in het koninklijk besluit van 19 januari 2005 betreffende de bescherming van de werknemers tegen tabaksrook, reeds zijn vastgesteld ?

Werden de vaststellingen gedaan in het kader van de normale opdrachten van de arbeidsinspectie, dan wel op basis van klachten van niet-rokers ?

Kan de zij me meedelen hoeveel sancties er werden getroffen jegens werkgevers die niet in orde waren met de verplichting om de nodige maatregelen te treffen om het roken in de werkruimten te verbieden en hoeveel jegens werknemers omwille van het effectief overtreden van het rookverbod ? Werden ook derden (bezoekers, leveranciers, …) betrapt op het overtreden van de verbodsbepalingen ?

 
Réponse reçue le 23 novembre 2009 : Antwoord ontvangen op 23 november 2009 :

Veuillez trouver ci-après la réponse aux questions posées.

Les services d’inspection ont rassemblé les données chiffrées concernant les années 2006, 2007 et 2008. Ces tableaux montrent le nombre de plaintes déposées auprès de la division du Contrôle régional de la direction générale du Contrôle du bien-être au travail, le nombre de mises en demeure envoyées aux entreprises contrevenantes, et le nombre de pro-justitia dressés dans le cadre de la réglementation relative à la protection des travailleurs contre la fumée de tabac.

Nombre de plaintes
reçues

Nombre de mises en
demeure

Nombre de pro-justitia
dressés

2006

2007

2008

2006

2007

2008

2006

2007

2008

87

96

82

60

58

62

1

3

5

Mes services d’inspection constatent que la législation est connue des travailleurs et qu’un nombre non négligeable de plaintes est introduit. Dans sept cas sur dix, ces plaintes sont considérées comme étant fondées. Les travailleurs portent plainte après avoir essayé sans résultat de trouver des solutions en interne.

Le nombre de pro-justitia reflète le nombre de situations où, malgré deux mises en demeure écrites au moins, la situation n’évolue pas, et le plus souvent encore dans les cas où l’employeur ne manifeste aucun intérêt à trouver une solution respectant la législation.

Actuellement aucune campagne ayant trait à l’observation de la réglementation concernant l’interdiction de fumer sur le lieu de travail ne s’avère nécessaire. Dans une première phase (2005, 2006), l’action des inspecteurs lors de leur visite d’inspection était principalement informative et consistait surtout à émettre des remarques oralement ou à fournir un complément d’information.

Mon administration ne dispose pas de données chiffrées concernant le non-respect par les travailleurs ni par des tiers de l’interdiction de fumer sur le lieu du travail.

Gelieve hierna het antwoord op de gestelde vragen te vinden.

De inspectiediensten hebben een aantal cijfergegevens verzameld met betrekking tot de jaren 2006, 2007 en 2008. Deze tabellen tonen het aantal klachten dat werd neergelegd bij de afdeling Regionaal Toezicht van de algemene directie Toezicht op het welzijn op het werk, het aantal schriftelijke ingebrekestellingen overgemaakt aan de ondernemingen die in overtreding zijn en het aantal pro-justitia’s die in het kader van de regelgeving betreffende de bescherming van de werknemers tegen tabaksrook werden opgemaakt.

Aantal ontvangen
klachten

Aantal schriftelijke
ingebrekestellingen

Aantal opgestelde
pro-justitie

2006

2007

2008

2006

2007

2008

2006

2007

2008

87

96

82

60

58

62

1

3

5

Mijn inspectiediensten stellen vast dat deze wetgeving gekend is door de werknemers en een niet onaanzienlijk aantal klachten worden ingediend. In zeven op de tien gevallen worden deze klachten als gegrond beschouwd. De werknemers dienen een klacht in nadat pogingen om intern een oplossing te vinden mislukken.

Het aantal pro-justitia’s is een afspiegeling van het aantal situaties waarbij, niettegenstaande minstens twee schriftelijke ingebrekestellingen, de situatie niet evolueert, en meestal nog in die gevallen waarbij de werkgever geen enkele belangstelling vertoont om te komen tot een oplossing die de regelgeving respecteert.

Momenteel blijken er, volgens mijn inspectiediensten, geen doelgerichte campagnes met betrekking tot de naleving van de regelgeving inzake het rookverbod op de werkplaats nodig te zijn. In een eerste fase (2005, 2006) was de actie van de inspecteurs tijdens hun inspectiebezoeken vooral informatief en werden vooral mondelinge opmerkingen en verduidelijkingen gegeven.

Mijn administratie beschikt niet over cijfergegevens met betrekking tot het niet respecteren door werknemers noch door derden van het rookverbod op de werkplaats.