SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2330 Schriftelijke vraag nr. 4-2330

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) - Transport d'organes - Intérieur du pays - Remboursement Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) - Organentransport - Binnenland - Terugbetaling 
________________
Institut national d'assurance maladie-invalidité
transplantation d'organes
prix de transport
transport national
transport international
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
orgaantransplantatie
vervoerskosten
nationaal vervoer
internationaal vervoer
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
16/2/2009Antwoord
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
16/2/2009Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1925 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1925
________ ________
Question n° 4-2330 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2330 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) rembourse les frais de transport d'organes lorsque ceux-ci viennent de l'étranger, mais pas lorsqu'ils sont livrés à partir d'une ville belge.

Cela conduit à la situation illogique où le transport d'organes qui, par exemple, sont transportés de Breda ou de Berlin à Anvers, ne coûte rien au récepteur alors que le transport d'organes à partir d'Arlon, Namur, Charleroi, ...- des villes qui, figurez-vous, sont situées à une plus grande distance d'Anvers que Breda par exemple – doit être payé.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

Existe-t-il une explication logique à cette distinction faite dans le paiement du coût du transport d'organes selon que ce dernier est effectué à l'intérieur du pays ou à partir de l'étranger?

Existe-t-il une volonté de remédier à cette situation et de mettre les frais du transport d'organes effectué à l'intérieur du pays également à charge de l'INAMI ?

 

Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) betaalt de kosten van transport van organen terug als die uit het buitenland komen, maar niet wanneer die vanuit een Belgische stad worden aangeleverd.

Dit leidt tot de onlogische situatie dat organen die bijvoorbeeld vanuit Breda of Berlijn naar Antwerpen worden vervoerd niets kosten aan de receptor daar waar organentransport vanuit Aarlen, Namen, Charleroi, …, steden die notabene op grotere afstand van Antwerpen gelegen zijn dan bijvoorbeeld Breda, wel moet worden betaald.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen :

Bestaat er een logische verklaring voor dit onderscheid dat gemaakt wordt in de tenlastelegging van de kosten van organentransport tussen binnenlands en buitenlands vervoer ?

Bestaat er een bereidheid om deze situatie te verhelpen en de kosten voor het binnenlands vervoer van organen eveneens ten laste te leggen van het RIZIV ?

 
Réponse reçue le 16 février 2009 : Antwoord ontvangen op 16 februari 2009 :

Conformément à l’article 34, 22°, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, une intervention de l’assurance est prévue dans la nomenclature pour le transport d’un organe prélevé à l’étranger. Le centre de transplantation peut introduire un état de frais détaillé à cet effet et l’intervention est fixée par le Collège des médecins-directeurs.

Il est précisé dans le texte de l’article 14, m), de la nomenclature des prestations de santé que: « À la condition que le bénéficiaire soit inscrit avant la transplantation sur une liste d'attente tenue à jour par le Collège des médecins-directeurs au sein de l'Institut national d'assurance maladie-invalidité, le Collège peut accorder un complément d'intervention pour les frais supplémentaires éventuels relatifs au transport de l'organe prélevé à l'étranger vers le centre de transplantation et de l'équipe médicale qui prélève l'organe du donneur dans un établissement de soins étranger. Le montant de l'intervention supplémentaire dans les frais est fixé par ledit Collège sur la base d'une demande individuelle introduite via l'organisme assureur, étayée par un rapport médical circonstancié et comprenant les états de frais détaillés. L'intervention ne peut pas couvrir les frais d'inscription à un registre de candidats receveurs. »

Aucune base légale n’est prévue dans la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994 pour le remboursement séparé des frais de transport d’un organe sur le territoire belge. Ces frais de transport ont dès lors toujours été inclus dans d’autres prestations médicales comme étant une partie inhérente et indispensable à la réalisation de la prestation. Certains organes sont prélevés dans le centre même où s’effectue la transplantation – d’autres organes doivent être transportés sur une distance plus ou moins longue et parfois même par hélicoptère. Les frais de transport en Belgique sont donc très variables.

Au début des transplantations, les frais de transport étaient compris dans les prestations qui concernaient le prélèvement et la conservation de l’organe concerné. L’arrêté royal du 23 octobre 1989 a instauré, à partir du 1er janvier 1990, un honoraire de coordination dont le libellé a été adapté par l’arrêté royal du 3 juin 2002 (en vigueur à partir du 1er août 2002): « 318253 318264 Honoraires forfaitaires pour la supervision médicale de la préparation et de l'organisation d'une transplantation d'organe ainsi que de la coordination des prestations médicales y afférentes… K1520 (3 189,23 euros) ».

Le libellé de cette prestation (organisation et coordination) stipule que les frais de transport sont inclus dans ce forfait.

Overeenkomstig artikel 34, 22°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt in de nomenclatuur een verzekeringstegemoetkoming voorzien voor het transport van een in het buitenland afgenomen orgaan. Het transplantatiecentrum kan hiervoor een gedetailleerde kostenstaat indienen en de tegemoetkoming wordt vastgesteld door het College van geneesheren-directeurs.

In de tekst van artikel 14, m), van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen is bepaald dat: Op voorwaarde dat de rechthebbende vóór de transplantatie is ingeschreven op een wachtlijst die door het College van geneesheren-directeurs bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt bijgehouden, kan het College een bijkomende tegemoetkoming toekennen voor de eventuele bijkomende kosten in verband met vervoer van het in het buitenland afgenomen orgaan naar het transplantatiecentrum en van de medische ploeg die het donororgaan in een buitenlandse verzorgingsinrichting afneemt. Het bedrag voor de bijkomende tegemoetkoming voor onkosten wordt vastgesteld door het genoemde College op basis van een via de verzekeringsinstelling ingediende individuele aanvraag die is gestaafd met een uitvoerig medisch verslag en de gedetailleerde onkostenstaten omvat. De tegemoetkoming mag de kosten van de inschrijving in een register van kandidaten receptors niet dekken.

Voor de aparte terugbetaling van de vervoerkosten van een orgaan binnen het Belgisch grondgebied bestaat er geen wettelijke basis in de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994. Deze transportkosten werden dan ook altijd inbegrepen in andere medische verstrekkingen als zijnde een inherent en noodzakelijk onderdeel om de verstrekking te kunnen uitvoeren. Sommige organen worden afgenomen in hetzelfde centrum waar de transplantatie doorgaat – andere organen dienen getransporteerd te worden over een min of meer lange afstand en soms zelfs per helikopter. De transportkosten binnen België zijn dus zeer variabel.

In het begin van de transplantaties waren de transportkosten inbegrepen in de verstrekkingen die betrekking hadden op de prelevering en de bewaring van het betrokken orgaan. Het koninklijk besluit van 23 oktober 1989 heeft op 1 januari 1990 een coördinatieforfait ingevoerd waarvan de formulering werd herzien bij koninklijk besluit van 3 juni 2002 (in werking vanaf 1 augustus 2002): “318253-318264 Forfaitair honorarium voor de medische gesuperviseerde voorbereiding en organisatie van een orgaantransplantatie en coördinatie van de erop betrekking hebbende medische prestaties … K1520 (3 189,23 euro)”.

In de formulering van deze verstrekking (organisatie en coördinatie) is bepaald dat de transportkosten in dit forfait inbegrepen zijn.