SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
28 novembre 2008 28 november 2008
________________
Question écrite n° 4-2081 Schriftelijke vraag nr. 4-2081

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes

aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden
________________
Partage de la pension - Répartition des droits à la pension entre les conjoints ou les cohabitants légaux - Mesures législatives concrètes Pensioensplit - Delen van pensioenrechten tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden - Concrete wetgevende maatregelen 
________________
régime de retraite
personne mariée
union civile
prestation aux survivants
transfert de droit à pension
travail à temps partiel
vie professionnelle
pensioenregeling
gehuwde persoon
geregistreerd samenwonen
uitkering aan nabestaanden
overdracht van pensioenrechten
deeltijdarbeid
beroepsleven
________ ________
28/11/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2009)
5/1/2009Dossier gesloten
28/11/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2009)
5/1/2009Dossier gesloten
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-531
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2632
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-531
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2632
________ ________
Question n° 4-2081 du 28 novembre 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2081 d.d. 28 november 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Près d’une femme sur quatre perçoit une pension inférieure à 500 euros par mois. La moitié des retraitées touche une pension d’un montant se situant entre 500 et 1000 euros. Autrement dit, les trois quarts des femmes ont une pension inférieure à 1000 euros.

Dans l’accord de gouvernement 2009-2012, les partis de la majorité sont convenus de partager les droits à la pension entre les conjoints ou cohabitants légaux. L’objectif est de rendre le partenaire exerçant une activité professionnelle coresponsable de la décision de son partenaire de prendre une pause carrière, par exemple. Une partie des droits à la pension du partenaire travaillant à temps plein sont ainsi transférés à l’autre partenaire qui a réduit son temps de travail.

Votre note de politique générale (Chambre, Doc. 52 0995/005) n’aborde pourtant pas cette question. C’est pourquoi j’ai déposé une proposition de loi à ce sujet au Sénat (Doc. 4-964).

1. Pourquoi le partage de la pension ne figure-t-il pas dans votre note de politique générale ? Soutenez-vous encore cette idée ? Pouvez-vous justifier votre réponse ?

2. Avez-vous l’intention de prendre une initiative dans ce domaine et de déposer un projet de loi au parlement ou bien pensez-vous que cette mesure peut être examinée au Sénat sur la base de ma proposition de loi ?

 

Bijna één op vier vrouwen heeft een pensioen lager dan 500 euro per maand. De helft van de gepensioneerde vrouwen heeft een pensioen tussen 500 en 1 000 euro. Met andere woorden : drie kwart van de vrouwen heeft een pensioen lager dan 1 000 euro.

In het regeerakkoord 2009-2012 van deze regering kwamen de meerderheidspartijen overeen om de pensioenrechten tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden te delen. Bedoeling is dat de beroepsactieve partner financieel mee verantwoordelijk wordt gesteld wanneer de andere partner kiest om bijvoorbeeld loopbaanonderbreking te nemen. Op die manier kan een deel van de pensioenrechten van de voltijds werkende partner worden overgedragen aan de andere partner die zijn of haar arbeidsduur verminderde.

Uw beleidsnota (De kamer, doc 52 0995/005) meldt daar echter niets over. Daarom legde ik in de schoot van de Senaat daarvoor een wetsvoorstel neer (nr. 4-964).

1. Waarom staat de pensioensplit niet in de beleidsnota van de geachte minister ? Ondersteunt zij dit idee nog ? Zo ja, waarom ? Zo neen, waarom niet ?

2. Is zij zinnens om een initiatief terzake te nemen en een wetsontwerp in te dienen in het parlement of meent zij dat dit besproken kan worden in de schoot van de Senaat op basis van mijn wetsvoorstel ?