SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
29 octobre 2008 29 oktober 2008
________________
Question écrite n° 4-1880 Schriftelijke vraag nr. 4-1880

de Wouter Beke (CD&V)

van Wouter Beke (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Bâtiments publics - Accessibilité - Réduction du taux de TVA Openbare gebouwen - toegankelijkheid - Verlaging van het BTW-tarief 
________________
facilités pour handicapés
bâtiment public
handicapé physique
taux de TVA
faciliteiten voor gehandicapten
openbaar gebouw
lichamelijk gehandicapte
BTW-tarief
________ ________
29/10/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
29/10/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
________ ________
Requalification de : demande d'explications 4-443
Réintroduite comme : question écrite 4-2260
Requalification de : demande d'explications 4-443
Réintroduite comme : question écrite 4-2260
________ ________
Question n° 4-1880 du 29 octobre 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1880 d.d. 29 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le souci d’assurer une meilleure accessibilité des bâtiments publics aux personnes à mobilité réduite nous tient tous à cœur. Concernant l’accessibilité des gares, le contrat de gestion 2008-2012 conclu avec la SNCB a consacré un chapitre séparé à une meilleure accessibilité aux voyageurs à mobilité réduite. Non seulement l’État fédéral mais aussi les pouvoirs locaux veulent accroître leurs efforts pour rendre leurs bâtiments plus accessibles aux personnes à mobilité réduite.

Conformément à l’article 6, alinéa 1er, du Code de TVA, l’État, les régions et les communautés, les provinces, les agglomération, les communes et les établissements publics ne sont, en principe, pas considérés comme des assujettis à la TVA pour les activités ou opérations qu’ils accomplissent en tant qu’autorités publiques.

Le deuxième alinéa de cet article précise toutefois qu’une autorité peut être considérée comme assujettie à la TVA si ces opérations portent atteinte à la concurrence.

Dans l’hypothèse où une commune serait assujettie à la TVA pour des travaux d’adaptation dans ses bâtiments, le taux normal de 21 % est d’application.

Je souhaiterais dès lors obtenir une réponse du ministre aux questions suivantes :

1.) Quelle est la position du ministre concernant l’application de l’assujettissement à la TVA aux communes quant aux adaptations qu’elles effectuent à leurs bâtiments en vue d’assurer une meilleure accessibilité aux personnes à mobilité réduite ? Que faut-il entendre par « portent atteinte à la concurrence » ? De tels travaux d’adaptation peuvent-ils être considérés comme portant atteinte à la concurrence ?

2.) Pour des logements privés de plus de cinq ans, un taux de TVA réduit de 6 % est prévu si certaines conditions sont remplies. Ne pourrait-on pas également prévoir un taux de TVA réduit pour les bâtiments publics qui subissent certains travaux d’adaptation ?

3.) La sixième directive TVA ne prévoit pas la possibilité d’un taux de TVA réduit pour de tels travaux d’adaptation. Est-il disposé à plaider auprès de ses collègues européens pour qu’un taux de TVA réduit s’applique à de tels travaux ?

 

Een betere toegankelijkheid van openbare gebouwen voor personen met een beperkte mobiliteit is een bekommernis die ons allemaal na aan het hart ligt. Voor wat betreft de betere toegankelijkheid van de treinstations besteedde het beheerscontract 2008-2012 met de NMBS een apart onderdeel aan de betere toegankelijkheid voor reizigers met een beperkte mobiliteit. Niet enkel de federale overheid maar ook de plaatselijke overheden willen verhoogde inspanningen leveren om hun gebouwen beter toegankelijk te maken voor personen met een beperkte mobilitieit.

Overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van het BTW-wetboek worden de Staat, de gewesten en de gemeenschappen, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen in beginsel niet als belastingplichtige beschouwd voor de werkzaamheden en handelingen die zij als overheid verrichten.

Het tweede lid van dat artikel bepaalt echter dat een overheid wel als BTW-plichtige kan worden beschouwd indien deze behandeling concurrentieverstorend is.

In de hypothese dat een gemeente BTW-plichtig zou zijn voor aanpassingswerken aan haar gebouwen is het normale tarief van 21% van toepassing.

Om deze redenen had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1.)Wat is het standpunt van de geachte minister betreffende de toepassing van de BTW-plicht op de gemeentes met betrekking tot de aanpassingen die zij verrichten aan hun gebouwen met het oog op een betere toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit? Wat moet worden verstaan onder concurrentieverstorend? Kunnen dergelijke aanpassingswerken als concurrentieverstorend worden aanzien?

2.)Voor private woningen ouder dan 5 jaar is voorzien in een verlaagd BTW-tarief van 6% indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zou er voor de openbare gebouwen die bepaalde aanpassingswerken uitvoeren ook niet voorzien kunnen worden in een verlaagd BTW-tarief?

3.)De zesde BTW-richtlijn voorziet niet in de mogelijkheid om een verlaagd BTW-tarief voor dergelijke aanpassingswerken? Is hij bereid om bij zijn Europese collega’s te pleiten om voor dergelijke werken een verlaagd BTW-percentage te voorzien?