SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
5 septembre 2008 5 september 2008
________________
Question écrite n° 4-1540 Schriftelijke vraag nr. 4-1540

de Wouter Beke (CD&V N-VA)

van Wouter Beke (CD&V N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Animaux - Conditions d’agrément des établissements - Conditions de commercialisation Dieren - Erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen - Voorwaarden inzake verhandeling 
________________
animal domestique
élevage
bien-être des animaux
protection des animaux
autorisation de vente
commerce des animaux
huisdier
veeteelt
welzijn van dieren
dierenbescherming
verkoopvergunning
dierenwinkel
________ ________
5/9/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/10/2008)
21/10/2008Antwoord
5/9/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/10/2008)
21/10/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-1540 du 5 septembre 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1540 d.d. 5 september 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les animaleries, élevages, refuges et autres établissements pour animaux sont soumis dans notre pays à l’arrêté royal du 27 avril 2007 portant les conditions d’agrément des établissements pour animaux et portant les conditions de commercialisation des animaux.

Cet arrêté royal prévoit, outre la procédure à suivre pour l’obtention d’un agrément, toute une liste de conditions pratiques que doivent respecter les établissements pour animaux avant de pouvoir être agréés. L’arrêté royal prévoit par exemple que les animaux doivent être logés de façon adéquate, qu’ils doivent être bien soignés et qu’ils doivent recevoir régulièrement la visite d’un vétérinaire.

UNIZO ainsi que son organisation sectorielle d’animaleries ANI-ZOO s’inquiètent sérieusement d’un projet d’arrêté royal prévoyant des conditions plus strictes.

Il prévoirait notamment que l’espace séparé obligatoire pour les chiens et les chats doit être établi à un autre endroit que l’animalerie.

L’objectif de cette disposition serait de protéger les clients potentiels contre les achats impulsifs de chiens et de chats.

Je suis clairement un ami des animaux. Pour de nombreuses animaleries, cette disposition entraîne toutefois, outre les problèmes pratiques prévisibles, des problèmes financiers importants. Environ 3 200 personnes seraient d’ailleurs actives dans ce secteur.

GAÏA, Chaîne Bleue Mondiale et Animaux en Péril plaident pour un extension de l’obligation d’agrément aux éleveurs particuliers de chiens et de chats.

Pour ces raisons, j’aimerais obtenir de la ministre une réponse aux questions suivantes.

1) Où en est le projet d’arrêt royal ?

2) Quelles sont les lignes de force de ce projet ?

3) Les informations d’UNIZO et d’ANI-ZOO au sujet de l’espace séparé obligatoire pour les chiens et les chats sont-elles exactes ? Comment la ministre envisage-t-elle la mise en oeuvre pratique ? De quelle manière une telle disposition peut-elle être appliquée avec un minimum d’inconvénients pratiques et financiers pour les animaleries et les éleveurs d’animaux ?

4) Quel est le point de vue de la ministre au sujet de l’extension de l’obligation d’agrément aux éleveurs particuliers ? Une telle extension est-elle pratiquement réalisable ?

 

De dierenwinkels, fokkerijen, asielen en andere inrichtingen voor dieren worden in ons land onderworpen aan het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren.

Dat koninklijk besluit bepaalt naast de te volgen procedure voor het verkrijgen van een erkenning ook een ganse resem aan praktische voorwaarden waaraan de inrichtingen voor dieren moeten voldoen vooraleer zij kunnen worden erkend. Zo bepaalt het koninklijk besluit bijvoorbeeld dat de dieren op een gepaste wijze moeten worden gehuisvest, dat de dieren op een goede manier moeten worden verzorgd en regelmatig worden bezocht door een dierenarts, …

UNIZO en de bij haar aangesloten sectororganisatie van dierenwinkels ANI-ZOO maken zich ernstige zorgen omtrent een ontwerp van koninklijk besluit waarin strengere voorwaarden zijn voorzien.

Hierin zou onder andere staan dat de verplichte afgescheiden ruimte voor honden en katten op een andere locatie moet worden ingericht dan de dierenwinkel.

De bedoeling van deze bepaling zou er in bestaan potentiële klanten te beschermen tegen impulsaankopen van honden en katten.

Laat het vooral duidelijk zijn dat ik wel degelijk een dierenvriend ben. Voor heel wat dierenwinkels brengt deze bepaling echter, naast de te voorziene praktische problemen ook aanzienlijke financiële problemen met zich mee. In deze sector zouden trouwens zo’n 3 200 mensen actief zijn.

GAIA, Blauwe Wereldketen en Animaux en péril pleiten ervoor om de erkenningsplicht uit te breiden tot particuliere fokkers van honden en katten.

Om deze redenen had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1.) Wat is de stand van zaken met betrekking tot dat ontwerp van koninklijk besluit?

2.) Wat zijn de krachtlijnen van dit ontwerp?

3.) Klopt de berichtgeving van UNIZO en ANI-ZOO inzake de verplichte afgescheiden ruimte voor honden en katten? Hoe ziet de geachte minister de praktische implementatie? Op welke wijze kan een dergelijke bepaling worden uitgevoerd met een minimum aan praktische en financiële nadelen voor de dierenwinkels en – fokkers?

4.) Wat is haar standpunt om de erkenningsplicht uit te breiden tot particuliere fokkers? Is een dergelijke uitbreiding wel praktisch haalbaar?

 
Réponse reçue le 21 octobre 2008 : Antwoord ontvangen op 21 oktober 2008 :

1) Un projet d’arrêté royal est en effet sur la table actuellement pour être envoyé très prochainement au Conseil d’État. Ce projet a été discuté avec les représentants de la protection animale et le secteur (dont ANI-ZOO). Le secteur est donc bien informé de son contenu.

2) Le projet d’arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 27 avril 2007 portant les conditions d’agrément des établissements pour animaux et portant les conditions de commercialisation des animaux s’est imposé dès la publication de la loi du 11 mai 2007 modifiant la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux. En effet, notamment par les modifications de définitions de la loi, une incertitude juridique est apparue, qu’il était nécessaire de clarifier la législation.

D’une part, la loi permet aux éleveurs de commercialiser, en plus des nichées propres, des nichées d’autres élevages qui satisfont aux dispositions légales.

D’autre part, la loi étend la définition d’éleveurs au delà de l’ancienne définition qui établissait la limite à trois portées par an.

Les lignes de force du projet d’arrêté sont donc, partant de cette nouvelle définition d’élevage, de préciser les conditions qui doivent s’appliquer à ces élevages selon leur ampleur et leur activité spécifique, ceci afin de permettre la continuité de la commercialisation des chiens et des chats selon des règles claires qui respectent le bien-être animal et l’esprit de la loi.

3) La volonté du législateur est clairement d’interdire la commercialisation des chats et des chiens dans les magasins et de ne plus autoriser ce type d’activité que par les éleveurs. Comme je l’ai déjà souligné dans mes réponses à d’autres questions, les commerçants d’animaux se trouvent devant une double alternative : soit supprimer le commerce des chiens et des chats de leur magasin, soit se reconvertir en éleveurs, ou encore exercer parallèlement ces deux activités mais à des endroits différents. D’un point de vue pratique, il est très clair aussi que les normes de détention des chiens et des chats dans les magasins sont obsolètes et que seules les normes d’élevage restent d’application. Cela aussi, le secteur en est bien conscient depuis l’adoption de la loi du 11 mai 2007. Pour certaines dispositions, telles que l’aménagement d’un local de quarantaine pour l’hébergement de portées qui viennent d’autres élevages avant d’être commercialisées, le projet d’arrêté royal prévoit une période transitoire de six mois.

4) Je comprends les raisons qui ont poussé le Parlement à approuver ladite mesure et je compte bien l’appliquer en toute loyauté.

C’est pourquoi je suis en train d’étudier actuellement la meilleure manière d’encadrer les éleveurs occasionnels conformément au souhait du législateur.

1) Er ligt inderdaad een ontwerp van koninklijk besluit op tafel dat zeer binnenkort naar de Raad van State zal worden gestuurd. Dit ontwerp is besproken met de vertegenwoordigers van de dierenbescherming en de sector (waaronder ANI-ZOO). De sector is dus goed ingelicht over de inhoud ervan.

2) Het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren drong zich op zodra de wet van 11 mei 2007 tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren gepubliceerd werd. Door onder andere wijzigingen in definities van de wet is immers een juridische onzekerheid ontstaan die in de wetgeving moest worden opgehelderd.

Enerzijds laat de wet fokkers toe om, naast zelf gefokte dieren, ook dieren te verkopen van andere fokkers die aan de wettelijke vereisten voldoen.

Anderzijds breidt de wet de definitie van fokkers uit ten opzichte van de oude definitie die de grens op drie worpen per jaar legde.

De krachtlijnen van het ontwerpbesluit bestaan er dus in, uitgaande van deze nieuwe definitie van fokkerijen, om te preciseren welke voorwaarden van toepassing moeten zijn op de fokkerijen naargelang hun omvang en specifieke activiteit, dit om ervoor te zorgen dat de verkoop van honden en katten kan worden voortgezet volgens duidelijke regels die het dierenwelzijn en de geest van de wet respecteren.

3) De wetgever wil de verkoop van honden en katten in winkels duidelijk verbieden en dit soort activiteit enkel nog door fokkers laten uitoefenen. Zoals ik reeds heb onderstreept in mijn antwoorden op andere vragen hebben dierenhandelaars twee alternatieven: ofwel geen honden en katten meer verkopen in hun winkels ofwel zich omschakelen tot fokkers, ofwel die twee activiteiten parallel uitoefenen, maar op verschillende plaatsen. Praktisch gezien is het ook erg duidelijk dat de normen voor het houden van honden en katten in winkels achterhaald zijn en dat alleen de normen voor fokkerijen van toepassing blijven. Ook hiervan is de sector terdege op de hoogte sinds de wet van 11 mei 2007 werd goedgekeurd. Voor bepaalde maatregelen, zoals de inrichting van een quarantainelokaal om worpen van andere fokkerijen in onder te brengen voordat ze verkocht worden, voorziet het ontwerp van koninklijk besluit in een overgangsperiode van zes maanden.

4) Ik heb begrip voor de beweegredenen die geleid hebben tot de goedkeuring van deze maatregel door het Parlement en ik ben bereid deze loyaal uit te voeren.

Daarom bestudeer ik momenteel de beste manier om, in overeenstemming met de wens van de wetgever, de occasionele fokkers te omkaderen.