SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
7 aôut 2008 7 augustus 2008
________________
Question écrite n° 4-1364 Schriftelijke vraag nr. 4-1364

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen
________________
Échauffourées impliquant de jeunes Turcs à Saint-Josse-ten Noode et Schaerbeek - Enquêtes judiciaires Rellen met Turkse jongeren in Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek - Gerechtelijk onderzoeken 
________________
Turquie
droit de manifester
extrémisme
sécurité publique
violence
police
migrant
radicalisation
Turkije
recht tot betogen
extremisme
openbare veiligheid
geweld
politie
migrant
radicalisering
________ ________
7/8/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/9/2008)
4/9/2008Antwoord
28/10/2008Aanvullend antwoord
7/8/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/9/2008)
4/9/2008Antwoord
28/10/2008Aanvullend antwoord
________ ________
Question n° 4-1364 du 7 aôut 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1364 d.d. 7 augustus 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 21 octobre de l’année dernière, une manifestation interdite de jeunes Turcs devant l’ambassade américaine a dégénéré en graves échauffourées. À cette occasion, un café arménien a été saccagé. Quelques jours plus tard, une manifestation – à nouveau – interdite a encore mal tourné. Des poubelles, des vitrines de magasins et des voitures en stationnement en ont fait les frais et un magasin de musique kurde de Saint-Josse a été complètement détruit. La plupart des manifestants étaient masqués et portaient des battes de base-ball. Non seulement les dommages matériels ont été considérables mais le trafic automobile et les transports publics ont subi des embarras importants.

Personne n’aurait été arrêté lors des premières échauffourées. Lors de la deuxième série de violences, une bonne centaine d’exaltés ont fait l’objet d’une arrestation administrative ou judiciaire.

La ministre de la Justice a sévèrement condamné ces incidents au Sénat le 25 octobre 2007 : « Nous ne pouvons tolérer un tel comportement et l’État belge doit apporter une réponse claire et proportionnée ». Selon la ministre, le parquet avait déjà ouvert plusieurs dossiers et le parquet allait tout faire pour identifier les coupables à l’aide de matériel photographique. Toujours selon la ministre, les dossiers seraient traités avec tout le sérieux et la diligence qui s’imposent.

Entre-temps, il est apparu que les échauffourées ont coûté au total 500.000 euros à la police (15.000 heures de travail et un combi de police détruit). Les bourgmestres veulent à présent en faire supporter le coût par les jeunes et les organisateurs responsables de ces échauffourées.

1. L’enquête a-t-elle déjà révélé quels groupements (extrémistes) étaient impliqués dans ces actions violentes ?

2. À l’encontre de combien de manifestants impliqués dans ces échauffourées le parquet a-t-il finalement ouvert un dossier ?

3. Quelle suite a-t-on donnée à ces dossiers ?

a. Combien de dossiers sont-ils encore pendants ?

b. Vu la « diligence du traitement », des manifestants ont-ils déjà été poursuivis ? Dans l’affirmative, combien de condamnations ont-elles été prononcées et lesquelles ?

 

Op 21 oktober van vorig jaar ontaardde een verboden manifestatie van Turkse jongeren voor de Amerikaanse ambassade in zware rellen. Hierbij werd een Armeens café kort en klein geslagen. Enkele dagen later liep een – opnieuw – verboden betoging wederom uit de hand. Vuilnisbakken, winkelruiten en geparkeerde auto’s moesten eraan geloven en een Koerdische muziekwinkel in Sint-Joost-ten-Node werd compleet vernield. De manifestanten waren veelal gemaskerd en droegen baseballknuppels. Niet enkel was de materiële schade enorm, ook het autoverkeer en het openbaar vervoer ondervonden heel wat hinder.

Tijdens de eerste rellen werd naar verluidt niemand opgepakt. Bij de tweede reeks van geweld zouden zeker ‘honderd heethoofden administratief of gerechtelijk zijn opgepakt’.

De minister van Justitie veroordeelde de incidenten krachtig in de Senaat van 25 oktober 2007: “Zulk gedrag kan niet worden getolereerd en de Belgische Staat moet daarop een krachtig, duidelijk en evenredig antwoord geven”. Volgens de minister had het parket al verschillende dossiers geopend en zou het parket er alles aan doen om de betrokkenen, aan de hand van fotografisch materiaal, te identificeren. Nog volgens de minister zouden de dossiers “met de nodige ernst en spoed” behandeld worden.

Intussen blijkt dat de rellen de politie in totaal 500 000 euro heeft gekost (15 000 werkuren en een vernielde politiecombi). De burgemeesters willen dat bedrag nu doorrekenen aan de jongeren en organisatoren die verantwoordelijk waren voor de rellen.

1. Is uit onderzoek intussen al gebleken welke (extremistische) groeperingen er betrokken waren bij de gewelddadige acties?

2. Tegen hoeveel manifestanten, die bij deze rellen betrokken waren, is uiteindelijk een dossier geopend bij het parket?

3. Welk gevolg werd aan deze dossiers gegeven?

a. Hoeveel dossiers zijn nog lopende?

b. Werden, gezien de ‘‘spoedige behandeling” reeds manifestanten vervolgd? En zo ja, hoeveel veroordelingen werden uitgesproken en dewelke?

 
Réponse reçue le 4 septembre 2008 : Antwoord ontvangen op 4 september 2008 :

Les données nécessaires pour répondre aux questions ont été demandées aux instances compétentes. Le résultat vous sera communiqué ultérieurement.

De gegevens nodig om te antwoorden op de vraag werden opgevraagd bij de bevoegde instanties. Het resultaat hiervan zal later worden meegedeeld.

Réponse complémentaire reçue le 28 octobre 2008 : Aanvullend antwoord ontvangen op 28 oktober 2008 :

Je tiens à informer l'honorable membre qu'aucun mineur n'a été mis à disposition de Monsieur le procureur du Roi de Bruxelles suite aux émeutes du 21 octobre 2007. Par contre, deux mineurs ont été mis à disposition le 25 octobre 2007 pour les mêmes faits et déférés devant le juge de la jeunesse qui les a libérés sans prendre de mesure.

Ces faits concernent une dizaine de jeunes qui ont lancé des pierres sur un véhicule de police et l'ont ensuite littéralement pris d'assaut pour le dégrader. Les policiers qui occupaient le véhicule ont été blessés.

Les dossiers de ces deux mineurs ont été classés sans suite parce que les charges étaient insuffisantes pour l'un et en raison de l'absence d'antécédent pour le deuxième qui était soupçonné de jet de cailloux sur le véhicule de police. Aucun n'est soupçonné d'appartenir à un groupe extrémiste.

Ces faits font également l'objet d'une information à charge de majeurs.

Un troisième mineur a été mis à disposition le 30 janvier 2008 et présenté au juge de la jeunesse qui l'a remis en famille sous conditions. Son dossier est toujours pendant devant la 12me chambre du tribunal de la jeunesse de Bruxelles pour des faits de coups et blessures à agents avec incapacité de travail commis le 24 octobre 2007. Ces faits font également l'objet d'une instruction en cause d'un majeur.

Ik wens het geachte lid mee te delen dat naar aanleiding van de rellen van 21 oktober 2007 geen enkele minderjarige ter beschikking is gesteld van de procureur des Konings te Brussel. Er zijn op 25 oktober 2007 daarentegen wel twee minderjarigen ter beschikking gesteld voor dezelfde feiten; zij werden voor de jeugdrechter gebracht die hen in vrijheid heeft gesteld zonder maatregelen te nemen.

Deze feiten hebben betrekking op een tiental jongeren die stenen hebben gegooid naar een politieauto en deze vervolgens letterlijk bestormd en vernield hebben. De inzittende politiemannen zijn gewond geraakt.

De dossiers van beide minderjarigen werden geseponeerd wegens onvoldoende bewijslast voor de ene en het ontbreken van antecedenten voor de andere die ervan verdacht werd stenen te hebben gegooid naar de politieauto. Geen van beiden wordt ervan verdacht lid te zijn van een extremistische groepering.

•Deze feiten hebben tevens geleid tot een opsporingsonderzoek ten laste van meerderjarigen.

Op 30 januari 2008 is een derde minderjarige ter beschikking gesteld van de jeugdrechter en voorgeleid. De jeugdrechter heeft hem onder voorwaarden terug naar zijn familie gestuurd. Zijn dossier dat betrekking heeft op slagen en verwondingen aan agenten met arbeidsongeschiktheid tot gevolg, gepleegd op 24/ ocktober 2007, is nog steeds hangende voor de 12de kamer van de jeugdrechtbank te Brussel. Ter zake van deze feiten is ook ten laste van een meerderjarige een opsporingsonderzoek gevoerd.