BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2015-2016
________
21 oktober 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-752

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________
Namaak van 'medical devices' - Medische hulpmiddelen - Hormonencel - Jaarverslag - Volksgezondheid - Bestrijding
________
namaak
hormoon
medisch en chirurgisch materiaal
gerechtelijke vervolging
beslag op bezittingen
aids
________
21/10/2015Verzending vraag
8/2/2016Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-753
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-754
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-752 d.d. 21 oktober 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het jaarverslag 2014 van de multidisciplinaire hormonencel.

Namaak van medical devices neemt grote proporties aan. Daarbij gaat het enerzijds om producten die dagelijks worden gebruikt, zoals lenzen, zwangerschapstesten, hiv-testen, maar ook hulpstukken die gebruikt worden in ziekenhuizen. Zo kregen heel wat mensen een ernstige ooginfectie door namaaklenzen.

Valse hiv-testen werden verkocht in sex shops en homobars. Die testen geven valse negatieve resultaten, waardoor de hiv-verspreiding verder gaat.

Namaak van tandheelkundig materiaal zorgde ervoor dat, tijdens het boren, het toestel ontplofte in de mond van een patiënt.

In een ziekenhuis in het Verenigd Koninkrijk bleek de meter die op de vinger bevestigd wordt in de recovery afdeling om het percentage zuurstof te meten, namaak te zijn.

Positief is het gegeven dat het FAGG voor de controle op medische hulpstukken extra personeel heeft aangeworven.

De strijd tegen hormonen en anabolica in de veeteelt, enerzijds, en het aanwenden van anabolica als humane doping en in de sport, anderzijds, is een transversale Gemeenschapsaangelegenheid. Wat betreft Volksgezondheid zijn de Gemeenschappen bevoegd voor preventie. De strijd tegen de handel in illegale producten is dan weer veeleer een federale aangelegenheid. Het jaarverslag is belangrijk voor alle actoren om te bepalen waar de strijd tegen deze bijzonder schadelijke producten moet worden opgevoerd.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Kan de minister aangeven of hij/zij de bezorgdheid van de hormonencel deelt wat betreft de toename van namaak van medical devices, gelet op de evidente risico's voor de volksgezondheid van de betrokken patiënten? Hoe erg schat hij/zij het fenomeen is?

2) Kan de minister aangeven hoeveel strafdossiers er de jongste drie jaar werden behandeld over het in de handel brengen of het namaken van medical devices (medische hulpstukken) en kan per jaartal worden aangegeven welke nagemaakte medical devices (soort) de jongste drie jaar werden aangetroffen in ons land? Wat zijn de aantallen? Was er in deze gevallen een gevaar voor de Volksgezondheid en hebt u weet van nagemaakte medical devices die werden gebruikt of ingeplant bij patiënten? Zo ja, om hoeveel mensen gaat het en werden zij op de hoogte gebracht?

3) Kan de minister aangeven welke concrete stappen werden gezet om de namaak van medical devices aan te pakken en dit zowel juridisch als op het terrein? Om hoeveel veroordelingen en in beslag genomen producten gaat het?

4) Bent u bereid met de Gemeenschappen te overleggen om desgevallend gerichte informatiecampagnes op te zetten voor de sector en de ziekenhuizen, gelet op de gevaren voor de volksgezondheid? Kunt u dit desgevallend toelichten?

5) Kunt u aangeven hoeveel valse hiv-testen (aantal testen, dossiers, enz.) in de handel werden gebracht? Werden de kopers hierover achteraf geïnformeerd? Op welke wijze werden deze in de handel gebracht? Beschikt u hieromtrent over andere relevante informatie? Welke boodschap wil u aan de burgers geven om de aanschaf van deze valse testen te voorkomen?

Antwoord ontvangen op 8 februari 2016 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

Ik deel het geachte lid mee dat ik voor het antwoord op de vraag verwijs naar het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 6-754 gesteld aan mevrouw Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.