BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2015-2016
________
21 oktober 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-747

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de minister van Justitie
________
Toename gebruik anabolen - Hormonencel - Jaarverslag - Volksgezondheid - Handhaving
________
hormoon
doping
verzwarende omstandigheid
gerechtelijke vervolging
zwarte handel
________
21/10/2015Verzending vraag
21/9/2016Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-746
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-748
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-747 d.d. 21 oktober 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het jaarverslag 2014 van de multidisciplinaire hormonencel.

Jaar op jaar neemt het aantal inbreuken wegens zwendel in anabolen voor humaan gebruik toe. Zo werden in 2014 381 inbreuken vastgesteld. Niet alleen het aantal inbreuken neemt toe, maar ook de link tussen het drugsmilieu en de handel in anabolen blijkt uit de vaststellingen op het terrein door de politiediensten. Zo trof de hormonencel eind 2014 bij een drugsonderzoek in het Albanees milieu twee reiskoffers met anabolen aan. Het betrof een lading van 22.000 pillen en flacons.

Reeds in 2011 diende ik samen met alle andere democratische partijen, zowel van de meerderheid als van de oppositie, een wetsvoorstel in om dezelfde verzwarende omstandigheden in te voeren voor de handel in hormonen en hormonencriminaliteit zoals degene die nu reeds bestaan voor de handel in drugs. Tot op heden werd deze maatregel nog niet ingevoerd. De hormonencel haalt dit ook in haar verslag 2014 aan als een expliciet probleem. De cel betreurt dat de wet op dit vlak nog steeds niet is aangepast en dit reeds meer dan vier jaar nadat een voorstel hieromtrent werd ingediend.

De hormonencel luidt in haar jaarverslag wederom de alarmklok over de explosie van de verkoop van doping aan landgenoten. Doping voor humaan gebruik neemt jaar na jaar toe. Ook in 2014 nam het aantal inbreuken toe. Het kan niet zijn dat de overheid niet thuis geeft wanneer mensenlevens op het spel staan. Volgens verschillende studies zouden zo'n 8 % van de veertien- tot achttienjarigen spierversterkende middelen gebruiken.

De strijd tegen hormonen en anabolica in de veeteelt en het aanwenden van anabolica als humane doping en in de sport is een transversale Gemeenschapsaangelegenheid. Wat betreft Volksgezondheid zijn de Gemeenschappen bevoegd wat betreft de preventie. De strijd tegen de handel in illegale producten is dan weer veeleer een federale aangelegenheid. Het jaarverslag is belangrijk voor alle actoren om te bepalen waar de strijd tegen deze bijzonder schadelijke producten moet worden opgevoerd.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Kan de minister aangeven of hij de bezorgdheid van de hormonencel deelt en hij/zij voorstander is om verzwarende omstandigheden in te voeren voor de handel in hormonen en hormonencriminaliteit, naar analogie van degene die nu reeds bestaan voor de handel in drugs? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid deze maatregel desgevallend via een wetsontwerp in te voeren? Zo neen, waarom deelt u het standpunt van de hormonencel niet en hoe gaat u dit verschil in strafmaat dan wel aanpakken? Kunt u dit uitvoerig toelichten?

2) Kan de minister aangeven hoeveel strafdossiers er de laatste drie jaar werden behandeld wat betreft het in de handel brengen of het aanmaken van anabole producten voor menselijk gebruik en kan per jaartal worden aangegeven welke producten (soort) de jongste drie jaar werden aangetroffen in ons land, alsook het aantal gebruiksdosissen?

3) Kan de minister aangeven welke concrete stappen werden gezet om de handel in anabolen aan te pakken en dit zowel juridisch als op het terrein? Kunnen er cijfers worden gegeven over het aantal veroordelingen en in beslag genomen producten?

4) Bent u bereid met de Gemeenschappen te overleggen om desgevallend gerichte informatiecampagnes op te zetten voor jongeren, gelet op de gevaren voor de volksgezondheid? Kunt u dit desgevallend toelichten?

Antwoord ontvangen op 21 september 2016 :

1) De bezorgdheid van de Hormonencel wordt gedeeld. Momenteel zijn er evenwel geen plannen tot het opstellen van een wetsontwerp waardoor verzwarende omstandigheden worden ingevoerd voor de handel in hormonen en hormonencriminaliteit naar analogie van deze die reeds bestaan voor de handel in drugs. Wel kan verwezen worden naar de lopende hervorming van het Strafwetboek, waar deze vraag in zou verwerkt worden.

2) & 3) De statistisch analisten van het openbaar ministerie kunnen niet tegemoet komen aan de gestelde vraag naar cijfergegevens inzake deze materie. Er bestaat weliswaar de tenlasteleggingscode « 60M – doping » binnen het registratiesysteem REA/TPI, doch deze code beslaat zowel het gebruik als de handel in dopingproducten voor menselijk gebruik en is uiteraard ook ruimer dan enkel de anabole producten. Aangezien er specifiek gevraagd wordt naar het in de handel brengen en aanmaken van anabole producten voor menselijk gebruik zouden de cijfergegevens op basis van deze tenlasteleggingscode een enorm vertekend beeld geven.

Voorts wordt verwezen naar het reeds door de minister van Binnenlandse Zaken gegeven antwoord aan wie deze vraag eveneens werd gericht (nr. 6-746). Het parket-generaal van Gent, dat bevoegd is voor hormonencriminaliteit, ijverde reeds voor het invoeren van opleidingen, om ze vervolgens ook te initiëren en verder te helpen uitbouwen.

4) De Hormonencel, die onder het toezicht staat van de procureur-generaal van Gent, zat reeds samen met de Gemeenschappen en onderhoudt contacten met de dopingsagentschappen die preventiecampagnes organiseren.