BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
19 juni 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-9371

de Nele Lijnen (Open Vld)

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister
________
Kinderbijslag - Kinderen van wie het woonland niet België is - Overzicht - Fraude - Bilaterale akkoorden
________
gezinsuitkering
fraude
migrantenkind
officiële statistiek
bilaterale overeenkomst
________
19/6/2013Verzending vraag
18/9/2013Rappel
12/11/2013Rappel
13/12/2013Herkwalificatie
13/1/2014Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9370
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4568
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-9371 d.d. 19 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Europese reglementering waarborgt aan de sociaal verzekerde de uitbetaling van de gezinsbijslag voor zijn of haar kinderen. Die reglementering geldt voor sociaal verzekerden die verblijven in de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte (EER) en die er een beroepsactiviteit uitoefenen, er een rente genieten, of het statuut van inwonende hebben. Daarnaast heeft België bilaterale akkoorden aangaande de kinderbijslag met een aantal landen buiten de EER gesloten. De kinderbijslag ligt in die gevallen lager dan het Belgische barema en het aantal rechthebbende kinderen is beperkt tot vier.

Het komt er dus op neer dat een vader die in België komt werken en derhalve RSZ betaalt (of betaald heeft) rechten qua kinderbijslag opbouwt voor zijn kinderen die niet in België wonen, België misschien zelfs nooit gezien hebben en die niet de Belgische of dubbele nationaliteit dragen. Het lijkt mij dan ook niet ondenkbaar dat dit de deur kan openzetten voor een vorm van fraude. Hoe kan men immers het bestaan van die kinderen bewijzen? Voor zover ik weet hebben wij geen instantie die bevoegd is om ter plaatse te controleren of die kinderen daadwerkelijk bestaan.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte staatssecretarissen:

1) Hoeveel kinderen die niet in België wonen, genieten van deze maatregel?

2) Graag had ik de cijfers ontvangen voor 2009, 2010, 2011 en 2012, opgedeeld per land, binnen en buiten de EER.

3) Welke bedragen betalen wij jaarlijks uit aan kinderbijslag voor kinderen die niet in België wonen? Graag had ik de cijfers ontvangen voor 2009, 2010, 2011 en 2012, opgesplitst voor de landen binnen en buiten de EER.

4) Is er reeds fraude vastgesteld? Welke soorten misbruik? Welke stappen worden ondernomen wanneer men vermoedt dat kinderen niet bestaan?

5) In Nederland ligt een wetsvoorstel klaar om de bilaterale akkoorden aangaande kinderbijslag te schrappen en voor de landen binnen de EER de barema's aan te passen aan de levensduurte van het land. Is er bij ons reeds nagedacht over een dergelijke wetswijziging? Wat is uw persoonlijk standpunt daaromtrent?

Antwoord ontvangen op 13 januari 2014 :

Als antwoord op uw vragen kan ik u de volgende informatie meedelen.

Hieronder vindt u, als antwoord op de eerste drie vragen, de evolutie van het aantal buiten het Rijk opgevoede kinderen in tabel 1 en de daaraan gekoppelde uitgaven over de periode van 2009 – 2011 in tabel 2. Cijfers voor 2012 ontbreken omdat deze nog niet beschikbaar zijn. Het gaat hier om de aantallen kinderen van rechthebbenden van vreemde nationaliteit die in het stelsel voor werknemers een recht uitoefenen en die in het buitenland opgevoed worden. De kinderen zijn niet noodzakelijk van een vreemde nationaliteit.

TABEL 1. Evolutie van het aantal buiten het Rijk opgevoede kinderen ( per land), 2009-2011 ( antwoord op vragen 1 en 2)

Pays de résidence des enfants bénéficiaires

Land van verblijf van de rechtgevende kinderen

2009

2010

2011

ESPACE ECONOMIQUE EUROPEEN (E.E.E.)/

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE (E.E.R.)

UNION EUROPEENNE/ EUROPESE UNIE

37,86

39,58

42,19

Allemagne/ Duitsland

307

327

393

France/Frankrijk

28,73

29,4

30,51

Italie/Italië

473

495

536

Luxembourg/Luxemburg

76

83

109

Pays-Bas/Nederland

5,4

5,54

5,79

Danemark/Denemarken

9

16

6

Irlande/Ierland

12

13

12

Royaume-Uni/

Verenigd Koninkrijk

166

187

196

Grèce/Griekenland

70

78

91

Espagne/Spanje

460

527

607

Portugal

351

397

397

Autriche/Oostenrijk

28

25

35

Finlande/Finland

4

8

5

Suède/Zweden

33

37

53

Chypre/Cyprus

0

0

0

Estonie/Estland

3

3

3

Hongrie/Hongarije

41

52

72

Lettonie/Letland

3

6

12

Lituanie/Litouwen

1

3

2

Malte/Malta

0

0

0

Pologne/Polen

1,48

2,12

2,87

Tchéquie/ Tsjechië

34

22

52

Slovaquie/Slowakije

37

55

78

Slovénie/Slovenië

5

4

11

Roumanie/Roemenië

101

139

292

Bulgarie/Bulgarije

36

44

64

ISLANDE/IJSLAND

2

0

0

LIECHTENSTEIN

0

0

0

NORVEGE/NOORWEGEN

7

15

8

SUISSE/ZWITSERLAND

64

89

108

SOUS-TOTAL/SUBTOTAAL

37,93

39,69

42,31



Pays de résidence

des enfants bénéficiaires

Land van verblijf van de rechtgevende kinderen

2009

2010

2011

PAYS EUROPEENS/EUROPESE LANDEN

Turquie/Turkije

192

209

233

Croatie/Kroatië

59

84

90

Macédoine/Macedonië

0

3

5

Serbie/Servië

1

1

1

Monténégro/Montenegro

1

0

0

Kosovo

0

2

9

Bosnie-Herzégovine/

Bosnië-Herzegovina

2

4

2

Autres pays d'Europe/

Andere landen van Europa

0

0

3

SOUS-TOTAL/SUBTOTAAL

255

303

343

PAYS AFRICAINS/AFRIKAANSE LANDEN

Algérie/Algerije

9

8

7

Maroc/Marokko

1,66

1,55

1,44

Tunisie/Tunesië

45

44

51

Autres pays d'Afrique/

Andere landen van Afrika

1

1

2

SOUS-TOTAL/SUBTOTAAL

1,71

1,6

1,5

PAYS AMERICAINS/AMERIKAANSE LANDEN

Canada

2

1

0

Etats-Unis/Verenigde Staten

5

6

2

Autres pays d'Amérique/

Andere landen van Amerika

2

5

10

SOUS-TOTAL/ SUBTOTAAL

9

12

12

PAYS ASIATIQUES/AZIATISCHE LANDEN

Inde/India

1

1

8

Israël

2

3

2

Autres pays d'Asie/

Andere landen van Azië

1

1

1

SOUS-TOTAL/SUBTOTAAL

4

5

11

TOTAL/TOTAAL

39,91

41,61

44,18


TABEL 2: Evolutie van de bedragen uitgekeerd aan buiten het Rijk opgevoede kinderen ( per land) 2009-2011 (antwoord op vraag 3)

Pays de résidence des enfants bénéficiaires

Land van verblijf van de rechtgevende kinderen

2009

2010

2011

ESPACE ECONOMIQUE EUROPEEN (E.E.E.)/

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE (E.E.R.)

UNION EUROPEENNE /

EUROPESE UNIE

58.063.320,32 €

62.937.602,28 €

68.201.874,65 €

Allemagne /Duitsland

563.468,29 €

628.385,65 €

644.190,63 €

France /Frankrijk

42.133.039,87 €

44.587.054,33 €

47.638.496,07 €

Italie/Italië

1.208.813,98 €

1.237.596,22 €

1.317.377,27 €

Luxembourg /Luxemburg

125.083,27 €

107.248,03 €

148.888,85 €

Pays-Bas/Nederland

7.496.233,37 €

8.529.142,30 €

8.439.946,00 €

Danemark/Denemarken

3.994,00 €

8.006,30 €

1.922,66 €

Irlande/Ierland

20.993,74 €

15.586,89 €

43.179,34 €

Royaume-Uni /

Verenigd Koninkrijk

267.355,22 €

275.662,50 €

292.114,96 €

Grèce/Griekenland

176.158,29 €

177.254,36 €

222.997,74 €

Espagne /Spanje

1.157.565,96 €

1.299.242,59 €

1.484.848,07 €

Portugal

808.452,08 €

906.753,07 €

948.529,74 €

Autriche /Oostenrijk

47.767,50 €

48.609,63 €

46.490,78 €

Finlande/Finland

6.476,23 €

8.704,96 €

14.365,25 €

Suède/Zweden

36.646,86 €

47.949,26 €

63.870,92 €

Chypre/Cyprus

Estonie/Estland

2.070,66 €

1.056,81 €

5.635,47 €

Hongrie/Hongarije

76.752,80 €

117.155,34 €

170.479,98 €

Lettonie/Letland

1.648,35 €

1.499,02 €

16.076,67 €

Lituanie/Litouwen

3.720,02 €

233,62 €

4.692,88 €

Malte/Malta

Pologne/Polen

3.394.274,35 €

4.396.829,52 €

5.833.304,40 €

Tchéquie/Tsjechië

85.581,11 €

37.810,54 €

126.884,35 €

Slovaquie /Slowakije

89.837,97 €

65.915,87 €

109.054,71 €

Slovénie /Slovenië

6.877,14 €

4.787,70 €

13.479,90 €

Roumanie/Roemenië

259.282,53 €

326.292,18 €

499.584,43 €

Bulgarie/Bulgarije

91.226,73 €

108.825,59 €

115.463,58 €

ISLANDE/IJSLAND

560,25 €

4.265,83 €

LIECHTENSTEIN

NORVEGE/NOORWEGEN

12.076,70 €

23.305,80 €

8.851,34 €

SUISSE/ZWITSERLAND

120.358,16 €

149.317,53 €

201.899,24 €

SOUS-TOTAL/ SUBTOTAAL

58.196.315,43 €

63.114.491,44 €

68.412.625,23 €



Pays de résidence des enfants bénéficiaires/

Land van verblijf van de rechtgevende kinderen

2009

2010

2011

PAYS EUROPEENS/EUROPESE LANDEN

Turquie/Turkije

149.691,28 €

140.562,49 €

123.908,15 €

Croatie/Kroatië

61.606,06 €

240.179,37 €

163.460,70 €

Macédoine/Macedonië

1.100,02 €

6.042,18 €

22.462,99 €

Serbie/Servië

197,05 €

1.250,93 €

Monténégro/Montenegro

99,12 €

Kosovo

2.433,57 €

1.064,78 €

Bosnie-Herzégovine/

Bosnië-Herzegovina

603,36 €

2.266,62 €

622,50 €

Autres pays d'Europe/

Andere landen van Europa

3.236,20 €

SOUS-TOTAL/SUBTOTAAL

213.296,89 €

392.735,16 €

314.755,32 €

PAYS AFRICAINS/AFRIKAANSE LANDEN

Algérie/Algerije

Maroc/Marokko

633.171,09 €

630.260,11 €

579.286,15 €

Tunisie/Tunesië

20.983,84 €

24.462,25 €

20.619,55 €

Autres pays d'Afrique/

Andere landen van Afrika

8.176,20 €

8.391,60 €

12.658,86 €

SOUS-TOTAL/SUBTOTAAL

662.331,13 €

663.113,96 €

612.564,56 €

PAYS AMERICAINS/ AMERIKAANSE LANDEN

Canada

3.714,16 €

852,64 €

Etats-Unis/Verenigde Staten

4.477,76 €

13.270,26 €

6.922,00 €

Autres pays d'Amérique/

Andere landen van Amerika

4.001,68 €

6.540,63 €

9.705,76 €

SOUS-TOTAL/SUBTOTAAL

12.193,60 €

20.663,53 €

16.627,76 €

PAYS ASIATIQUES/ AZIATISCHE LANDEN

Inde/India

1.945,58 €

2.230,08 €

15.554,38 €

Israël

2.733,96 €

6.970,18 €

4.739,06 €

Autres pays  d’Asie/

Andere landen van Azië

728,60 €

960,75 €

6.998,95 €

SOUS-TOTAL/SUBTOTAAL

5.408,14 €

10.161,01 €

27.292,39 €

TOTAL/TOTAAL

59.089.545,19 €

64.201.165,10 €

69.383.865,26 €


Samen vormen Frankrijk, Nederland, Polen en Marokko 91,92 % van het totaal aantal kinderen opgevoed buiten het rijk in 2011. In het geval van Frankrijk en Nederland zijn dit voornamelijk grensarbeiders.

Het aantal voor Marokko kan voornamelijk toegewezen worden aan de historische immigratie gerelateerd aan de tewerkstelling in de steenkoolmijnen en de daaruit volgende bilaterale overeenkomsten. Het aantal kinderen in de landen met een bilaterale overeenkomst heeft een sterke daling gekend en telt nog maar 4,17% van de kinderen die buiten België opgevoed worden en 1,31 % van de uitgaven voor deze kinderen. Het lage aandeel in de uitgaven kan verklaard worden door de lagere barema’s die gelden voor de bilaterale overeenkomsten.

Tenslotte is er recent een belangrijke stijging van het aantal Poolse werknemers in bijvoorbeeld de bouwsector waardoor een stijging van het aantal kinderen opgevoed in Polen geconstateerd wordt.

Verder moet duidelijk gesteld worden dat de uitgaven in deze context op een globaal niveau gecompenseerd worden voor gezinnen in België die het recht op kinderbijslag op een gelijkaardige manier openen in een ander land.

In 2011 kregen gezinnen in België 95 658 724 euro uit de drie buitenlandse regelingen waarvoor gegevens beschikbaar zijn (Frankrijk, Luxemburg, en Nederland) tegenover 69 383 865 euro uitgaven van het Belgische stelsel voor werknemers aan gezinnen in het buitenland (het werknemersstelsel vertegenwoordigt 75 % van het totaal aantal kinderen in de Belgische regelingen).

Om te antwoorden op uw vierde vraag moet een schematisch overzicht gegeven worden van de controleprocedure voor kinderen die niet op Belgisch grondgebied verblijven, maar wel recht hebben op Belgische kinderbijslag. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de toepassing van de Europese Verordeningen en de bilaterale akkoorden.

Bij toepassing van de Europese Verordeningen, die het recht niet creëren maar enkel de nationale regelgevingen coördineren.

  • De controle gebeurt jaarlijks door de bevoegde instanties van de Staat van verblijf, doorgaans de plaatselijke besturen. Momenteel worden de gegevens nog op papier doorgestuurd, maar een elektronische uitwisseling van die gegevens is voorzien.

  • Een tweede controle over het bestaan van het kind vloeit voort uit het feit dat bij toepassing van de Verordeningen een onderzoek naar “samenloop van recht” moet uitgevoerd worden door de bevoegde instelling van de andere Lidstaat.

  • Voor kinderen vanaf 18 jaar gebeurt een derde controle van het bestaan van het kind via periodieke formulieren voor controle van het schoolbezoek, in te vullen door de onderwijsinstelling waar het kind lessen volgt.

  • Een vierde controle vloeit voort uit het feit dat de ouders jaarlijks ondervraagd worden over de gezinssituatie, maar momenteel gebeurt die controle via een verklaring op eer.

Bij het aanleggen van een kinderbijslagdossier vraagt de Belgische instelling die bevoegd is om die bijslag toe te kennen de officiële documenten die de band van verwantschap tussen rechthebbende en kind aantonen. Doorgaans zijn dit uittreksels uit geboorteakten.

Als het kind ingeschreven blijft in België, gebruikt de kinderbijslaginstelling ook de gegevens van het Rijksregister van de Natuurlijke Personen.

In het kader van de bilaterale akkoorden met Algerije, Marokko, Tunesië, Turkije, Macedonië, Servië, Montenegro en Bosnië-Herzegovina zijn er de volgende controlemiddelen:

a. Bij het aanleggen van een kinderbijslagdossier vraagt de Belgische instelling die bevoegd is om die bijslag toe te kennen de officiële documenten die de band van verwantschap tussen rechthebbende en kind aantonen; doorgaans zijn dit uittreksels uit geboorteakten;

b. Jaarlijks vult de officiële instantie van het land van verblijf een formulier in voorzien door het bilateraal akkoord; het bilateraal akkoord bepaalt niet alleen het formulier, maar ook de instantie bevoegd voor het invullen;

c. Vanaf de leeftijd voorzien in het bilateraal akkoord, doorgaans 14 jaar, gebeurt een controle via een periodiek formulier voor de controle van het schoolbezoek; dit formulier wordt ingevuld door de instelling waar het kind lessen volgt; het bilateraal akkoord met Turkije voorziet bovendien vanaf 14 jaar een attest van leven;

d. Als het kind ingeschreven blijft in België, gebruikt de kinderbijslaginstelling ook de gegevens van het Rijksregister van de Natuurlijke Personen.

Momenteel stelden de kinderbijslaginstellingen geen fraude vast in verband met het bestaan van het kind. Het gebeurt echter vaak dat ouders “vergeten” mee te delen aan de kinderbijslaginstelling dat het kind in het buitenland verblijft. Dergelijke situaties worden doorgaans vastgesteld wanneer het kind 18 wordt en het schoolbezoek moet gecontroleerd worden om de gezinsbijslag te kunnen doorbetalen. Als het kind verblijft in een andere Lidstaat waar de Europese Verordeningen van toepassing zijn, heeft die situatie geen financiële gevolgen. Als het kind echter in een ander land verblijft, kan dat aanzienlijke gevolgen hebben. De situatie wordt dan beschouwd als fraude met alle gevolgen van dien.

In verband met uw vijfde vraag vestig ik uw aandacht op het feit dat de bilaterale akkoorden betreffende de kinderbijslag vanaf 1 juli 2014 worden overgedragen aan de deelstaten. Als de deelstaten samen aan de federale regering zouden vragen een of ander bilateraal akkoord op te zeggen, zou de situatie onderzocht worden.

In verband met de situatie voor kinderen die verblijven op het grondgebied van een Lidstaat waar de Europese Verordeningen van toepassing zijn vestig ik uw aandacht op het feit dat die Verordeningen iedere vorm van discriminatie verbieden op basis van het feit dat het kind niet in België verblijft. Het Europees Hof van Justitie besloot overigens dat de regeling van het Groothertogdom Luxemburg voor sommige kinderen van 18 jaar en ouder die niet in Luxemburg verbleven discriminerend was.

Bovendien herinner ik eraan dat de programmawet van 28 juni 2013 verschillende belangrijke bepalingen bevat tot bestrijding van sociale fraude in de kinderbijslagregeling en tot terugvordering van bedragen die in dit verband ten onrechte betaald werden.