BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
30 april 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8916

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie
________
Federale overheidsdiensten - Communicatie met burgers - Gebruik van sociale media
________
ministerie
virtuele gemeenschap
bewustmaking van de burgers
betrekking tussen overheid en burger
sociale media
________
30/4/2013Verzending vraag
4/6/2013Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8900
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8901
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8902
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8903
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8904
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8905
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8906
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8907
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8908
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8909
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8910
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8911
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8912
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8913
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8914
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8915
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8917
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8918
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8916 d.d. 30 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bedrijven en overheden hebben de afgelopen jaren de kracht van de sociale media ontdekt om op een vlotte en toegankelijke manier contact te onderhouden met (potentiële) klanten of burgers. Enkele federale overheidsdiensten maken intussen ook gebruik van sociale media, zo kan men via @FOD_Financien nieuws volgen over en contact opnemen met deze federale overheidsdienst via Twitter en worden via @belgiumbe de officiële persberichten verspreid via ditzelfde medium.

Graag kreeg ik dan ook een antwoord op de volgende vragen:

1) Maken de FOD's die onder uw bevoegdheid vallen gebruik van sociale media voor de communicatie met burgers? Zo ja, welke? Indien niet, zijn er plannen om dat in de toekomst te doen?

2) Hoe evalueert u het gebruik van sociale media door de FOD's die onder uw bevoegdheid vallen? Welke reacties worden er van burgers ontvangen?

3) Hoe wordt de informatie geselecteerd die via de sociale media wordt verspreid bij de FOD's die onder uw bevoegdheid vallen? Is hier een specifiek beleid voor?

4) Zijn er bij de FOD's die onder uw bevoegdheid vallen, gevallen van misbruik bekend, waarbij foutieve informatie door derden verspreid wordt die ogenschijnlijk vanuit de federale overheid afkomstig zou zijn? Is er vanuit uw bevoegdheidsdomein hiervoor permanente aandacht ?

Antwoord ontvangen op 4 juni 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)

De Dienst Vreemdelingenzaken maakt geen gebruik van sociale media.

Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS)

1. Het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) plaatst berichten op de Facebook-pagina van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken (IBZ).

2. De Facebook-pagina van de FOD IBZ genereert weinig reacties van burgers. De eventuele herwerking van de pagina wordt dan ook geëvalueerd.

3. Het CGVS plaatst slechts occasioneel berichten en ziet dit als een ideaal testplatform om de beslissingen over de eventuele lancering van een eigen platform te evalueren.

4. Er zijn geen gevallen van misbruik bekend.

Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV)

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen maakt geen gebruik van sociale media.

Fedasil

1. Fedasil maakt gebruik van Facebook. Later dit jaar zal Fedasil ook gebruik maken van Twitter.

2. De evaluatie en de reacties zijn positief. Voordelen zijn onder meer: grotere naambekendheid voor Fedasil, communicatie over evenementen in de opvangcentra, inspelen op de actualiteit, dynamisch imago, enz.

3. Een directienota van de Dienst Communicatie werd goedgekeurd door het directiecomité van Fedasil. Daarin worden volgende zaken bepaald: doelstellingen, doelpubliek, type van informatie, verantwoordelijkheden en controle. Ook voor de opvangcentra bestaan richtlijnen rond het gebruik van Facebook.

4. Er zijn geen gevallen van misbruik bekend.

Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie

1. De POD Maatschappelijke Integratie (MI) maakt sinds kort gebruik van sociale media (Facebook en Twitter) om te communiceren.

2. De POD MI heeft bij de jaarlijkse tevredenheidsmeting een bevraging gelanceerd met betrekking tot het sociale mediabeleid van de POD MI. De resultaten worden in de loop van juni 2013 verwacht.

3. Op dit moment zijn de sociale mediakanalen een aanvulling op de andere communicatiekanalen zoals de website en de nieuwsbrieven van de POD MI. Nieuwigheden inzake wetgeving, projectoproepen, belangrijke deadlines, evenementen, etc. worden hernomen via Facebook en Twitter.

4. Er zijn geen gevallen van misbruik bekend.